Formuleren: begrenzen

Onjuist begrenzen
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Onjuist begrenzen

Slide 1 - Tekstslide

Onjuiste begrenzing
Het begrenzen van zinnen kan op twee manieren verkeerd gaan:

1.   Soms staat een bijzin los terwijl hij eigenlijk bij een hoofdzin hoort.

 2.   Soms worden twee hoofdzinnen ten onrechte aan elkaar geplakt

Slide 2 - Tekstslide

Voorbeelden
Ik sta in de file. Waardoor ik waarschijnlijk niet op tijd kom.

Nederlandse studenten kunnen steeds gemakkelijker geld lenen bij DUO en particuliere banken, daardoor raken ze echter steeds vaker diep in de schulden, dat kan in hun latere leven tot problemen leiden.

Slide 3 - Tekstslide

Gisteren was ik niet op school. Vandaag ben ik er weer.
A
Bijzin - bijzin
B
Hoofdzin - hoofdzin
C
Hoofdzin - bijzin
D
Bijzin - hoofdzin

Slide 4 - Quizvraag

2. Hoofdzin en bijzin
Hoofdzin: er kan geen ander zinsdeel tussen het onderwerp en de persoonsvorm staan. 
Test dit met het woordje "niet". 

Het niet  is alweer bijna Sinterklaas. Daar hebben niet we allemaal heel veel zin in.


Slide 5 - Tekstslide

2. Hoofdzin en bijzin
Bijzin: er kan wel een ander zinsdeel tussen het onderwerp en de persoonsvorm staan.
Test dit met het woordje "niet".

omdat hij niet blij was vandaag
zodat Keesje niet meer zo vaak ging voetballen

Slide 6 - Tekstslide

We hebben zin in de decembermaand, omdat we dan weer al die gezellige feesten vieren.
A
Hoofdzin - bijzin
B
Bijzin - hoofdzin
C
Hoofdzin - hoofdzin
D
Bijzin - bijzin

Slide 7 - Quizvraag

Zinnen onjuist begrenzen

1) Twee hoofdzinnen mogen niet aan elkaar geplakt met een komma. 

2) Een bijzin (zinsdeel) moet altijd in één zin staan met de hoofdzin. 

Slide 8 - Tekstslide

Het is alweer bijna Sinterklaas, daar hebben we allemaal heel veel zin in.
A
Deze zin is goed
B
Deze zin is fout

Slide 9 - Quizvraag

Zinnen (onjuist) begrenzen
Verbetering: zet een punt of plaats 'en', 'maar', 'of', 'dus' of 'want'.

Fout: Gisteren was ik niet op school, vandaag ben ik er weer.
Goed: Gisteren was ik niet op school. Vandaag ben ik er weer
Goed: Gisteren was ik niet op school maar vandaag ben ik er weer.



Slide 10 - Tekstslide

Zinnen (onjuist) begrenzen
Een bijzin moet altijd in één zin staan met de hoofdzin. 
Verbetering: Vervang de punt door een komma.

Fout: We hebben zin in december. Omdat het dan weer Sinterklaas is.
Goed: We hebben zin in december, omdat het dan weer Sinterklaas is.

Slide 11 - Tekstslide

De aarde warmt steeds meer op. Waardoor de ijskappen smelten.
A
Hoofdzin - hoofdzin
B
Bijzin - bijzin
C
Hoofdzin - bijzin
D
Bijzin - hoofdzin

Slide 12 - Quizvraag

De aarde warmt steeds meer op. Waardoor de ijskappen smelten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Hoe verbeter je deze zin?
Veel studenten zijn niet blij met een Engelstalige studie. Omdat het niveau van het Engels van de docenten matig tot slecht is. 

Slide 14 - Tekstslide


Heb je wat nieuws geleerd deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll