Uitscheiding

13-11-2023


Hulp bieden bij uitscheiding
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

13-11-2023


Hulp bieden bij uitscheiding

Slide 1 - Tekstslide

Uitscheiding
- Nieren en functies
- Urinewegen en functies
- Urinelozing
- Route van urine



Slide 2 - Tekstslide

Overzicht doorsnee nier 

Nierschors: verwijdert afvalstoffen,

overtollig water, overtollige zouten en schadelijke stoffen--> zuiveren bloed.

Niermerg: wint water en belangrijke

stoffen terug

Nierbekken: Verzamelen van urine 








 


Slide 3 - Tekstslide

Urinewegen en functie
NIEREN REINIGEN HET BLOED!!

verwijderen afvalstoffen uit je lichaam in de vorm van urine.
+
vervoeren van urine.


Slide 4 - Tekstslide

Verwijderen van urine uit het lichaam
- van het nierbekken gaat de
urine via de urineleider naar
de blaas
- in de blaas wordt de urine 
tijdelijk opgeslagen
- via de urinebuis verlaat de
urine het lichaam

Slide 5 - Tekstslide

Blaas spant aan tijdens plassen -->  urineleiders worden dichtgedrukt 
zodat:
 de urine niet terugstroomt naar de nieren.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Urine
Bestaat uit: 
- Afvalstoffen (Ureum, creatinine, urinezuur)
- Water (95%)
- Zouten
- Schadelijke stoffen

Slide 8 - Tekstslide

Filteren

Nieren filteren per dag 200 liter vocht

99% komt weer terug in de bloedsomloop

Bij vocht te kort heb je donkere urine

Bij veel drinken is je urine licht van kleur



Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Urinelozing

Ander woord voor urinelozing is mictie.

Mictie gebeurt ongeveer 3 tot 6 keer per etmaal.


Als de blaas ongeveer 250 ml urine bevat rekt blaas uit --> zenuw sein ruggemerg --> hersenen-->  reflex aandrang plassen


* aanspannen uitwendige sluitspier  --> plassen 

Bij een blaasvulling van 500 ml moet je plassen! --> anders te vol 

Slide 11 - Tekstslide

Verandering in mictiepatroon
veranderingen in de bloeddruk
blokkades in de urinestroom
incontinentie

Slide 12 - Tekstslide

Wat kun je observeren
aan urine?

Slide 13 - Woordweb

Urine observatie
* kleur
*helderheid
*hoeveelheid
* frequentie
* geur
* manier van urineren

Slide 14 - Tekstslide

Wanneer iemands nieren niet goed werken, dan moet deze persoon worden
A
gedottert
B
gedialiseerd
C
gereanimeerd
D
gesteriliseerd

Slide 15 - Quizvraag

Bevinden de nieren zich onder of boven het middenrif ?
A
onder
B
boven

Slide 16 - Quizvraag

Hoe vaak op een dag passeert je bloed je nieren?
A
100x
B
150x
C
200x
D
250x

Slide 17 - Quizvraag

Uit welke 3 onderdelen bestaat een nier?

Slide 18 - Open vraag

schuimende urine kan duiden op
A
teveel bier gedronken hebben
B
nierstenen
C
diabetes
D
mogelijke ontsteking

Slide 19 - Quizvraag

Welke klachten passen bij een blaasontsteking?
A
grote hoeveelheden plassen
B
niet kunnen plassen
C
pijn, die verdwijnt tijdens het plassen
D
kleine beetjes plassen

Slide 20 - Quizvraag

verschijnselen urineweginfectie
  • steeds aandrang  om te moeten plassen
  • branderig gevoel bij plassen
  • steeds kleine beetjes plassen
  • pijnlijk gevoel in de onderbuik
  • troebele urine
  • soms verwardheid
  • verhoging of koorts

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Met 1 nier kan je leven
A
Ja
B
Nee
C
Uiterlijk een half jaar

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Incontinentie
Continent-> het kunnen ophouden van urine / ontlasting
Incontinentie-> het NIET (MEER) op kunnen houden van urine / ontlasting

Slide 25 - Tekstslide

incontinentie
Heel vervelend voor de cliënt
Schaamte ongemak!
Houdt hier rekening mee!

Slide 26 - Tekstslide

Oorzaken incontinentie
operatie
verzwakte bekkenbodemspieren
niet (meer) voelen van de prikkel
niet (meer) begrijpen 

Slide 27 - Tekstslide

Incontinentiemateraal
Geen luiers!
Regelmatig verschonen
Incontinentiemateriaal gebruiken dat is geadviseerd
Wel naar toilet laten gaan

Slide 28 - Tekstslide

Urine incontinentie
* stress incontinentie
*urge incontinentie
* gemengde incontinentie
*functionele incontinentie
* overloopincontinentie
* reflex incontinentie

Slide 29 - Tekstslide

 Incontinentie
  • Incontinentie betekent onvrijwillig verlies van urine
  • Incontinentie is geen ziekte maar een gevolg van een lichamelijke of psychische aandoening
  • Als gevolg hiervan raakt de cliënt ongewild, op het verkeerde moment en op de verkeerde plaats urine/ontlasting kwijt
  • Incontinentie komt op alle leeftijden voor zowel bij mannen als bij vrouwen

Slide 30 - Tekstslide

welke stelling over incontinentie is NIET WAAR
A
Goede huidverzorging is belangrijk
B
Incontinentiemateriaal verschoon je op vaste momenten
C
het bed bescherm je met een matje
D
Goede hygiëne is belangrijk

Slide 31 - Quizvraag

het bed bescherm je met een matje
meestal wel waar maar:
dit mag alleen niet wanneer de zorgvrager last heeft van doorligplekken...

Slide 32 - Tekstslide

Goede huidverzorging is belangrijk
Urine en ontlasting kunnen de huid irriteren waardoor deze kapot gaat

Slide 33 - Tekstslide

Goede hygiëne is belangrijk
Tegengaan nare geurtjes
Huid wassen en daarna insmeren met huid beschermende crème 

Slide 34 - Tekstslide

Ontlasting





ook wel faeces of poep 

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Defecatie
Ontlasting ( defecatie )

Endeldarm --> Rectum --> Anus --> Sluitspier
 Rekking wand endeldarm --> defecatiereflex

Observatiepunten?

Slide 37 - Tekstslide

Je moet minimaal 1 x per dag ontlasting hebben
A
Ja
B
Nee

Slide 38 - Quizvraag

defeceren

de frequentie is persoonlijk
2x per dag of 1x per week

Ga uit van wat normaal is voor die persoon.

Slide 39 - Tekstslide

Wat kun je observeren aan ontlasting?
timer
1:00

Slide 40 - Open vraag

je let op:
frequentie
hoeveelheid
kleur
vastheid
geur
samenstelling

Slide 41 - Tekstslide

hoeveelheid
hangt af van wat iemand eet 

normaal tussen de 100 en 200 gram per dag

Slide 42 - Tekstslide

vastheid
zacht of hard 
harde ontlasting bij verstopping/ obtipatie

vloeibaar bij diarree

Slide 43 - Tekstslide

geur
ruikt niet fris

maar als het heel sterk ruikt kan het wijzen op infecties in de darmen of bloed in de ontlasting

Slide 44 - Tekstslide

kleur
normaal donkerbruin
door eten of medicatie kan de kleur veranderen (bietjes)

grijs-wit;aandoening gal of lever
zwart; bloed in ontlasting of ferro ; med voor bloedarmoede
helderrood; bloeding in laatste deel van de darmen

Slide 45 - Tekstslide

samenstelling
afvalproducten van voedsel
soms ingeslikte voorwerpen

belangrijk dat je afwijkingen ziet en rapporteert
je hoeft ze niet te verklaren

bestaat voor 25% uit vaste stoffen en voor 75% uit water

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

Obstipatie
  • Harde en droge ontlasting
  • Hard persen om er wat uit te krijgen
  • Buikpijn
  • Buikkramp
  • Pijn bij het poepen

Verstopping: 
is meestal het gevolg van te weinig vezelrijk voedsel, te weinig lichaamsbeweging, te weinig gebruik van vocht of de ontlasting ophouden ondanks aandrang. Stress kan ook een oorzaak van verstopping zijn

Slide 48 - Tekstslide

Diarree
vaker ontlasting dan normaal
dun en waterig

uitdroging!
koorts!

Slide 49 - Tekstslide

Welke hulpmiddelen voor toiletgang ken je?
timer
1:00

Slide 50 - Open vraag

Slide 51 - Tekstslide