De conventies

Zakelijke brief
De conventies
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Zakelijke brief
De conventies

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

              11 vaste onderdelen
              <---------------------
                       Kijk 1 minuut naar                de onderdelen.
timer
1:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noteer de eerste 5 onderdelen

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De eerste 5 onderdelen zijn:

  1. Adres verzender

  2. Adres ontvanger

  3. Plaats, datum jaartal

  4. Betreft: onderwerp brief

  5. Aanhef

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betreft: reservering
Geachte heer Van der Zon,
Adres van verzender
Adres van ontvanger
Veendam, 10 oktober 2018

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

              11 vaste onderdelen
                              <---------------------
                              Kijk 1 minuut naar de             onderdelen.
timer
1:00

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fout
Goed
betreft: Klacht
Geachte heer/mevrouw,
Veendam, 10 oktober 2018
M.v.g.
Anne Veenstra

alvast bedankt voor uw medewerking.
Geachte mevrouw Van Zomeren,

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

             11 vaste onderdelen
                        <---------------------
                   Kijk 1 minuut naar de onderdelen.
timer
1:00

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een goede aanhef?
A
Hallo meneer Wouters,
B
Geachte heer Wouters,
C
geachte heer Wouters,
D
Geachte Heer Wouters,

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een correcte slotzin?
A
alvast bedankt voor uw reactie.
B
Alvast bedankt voor uw reactie
C
Alvast bedankt voor u reactie.
D
Alvast bedankt voor uw reactie.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een goede slotgroet?
A
M.v.g. Teun
B
met vriendelijke groet,
C
Met vriendelijke groet,
D
Met vriendelijke groet

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort waar?
Inleiding
Middenstuk
Slot
Mijn naam is Sasha van Buren en ik ben 14 jaar.
Afgelopen zomer was ik op uw camping.
Ik zou graag van u vernemen hoe u dit gaat oplossen.
Alvast bedankt voor uw reactie.
Ik zit op de Winkler Prins in Veendam.
Ik heb helaas een klacht over uw personeel.

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

             11 vaste onderdelen
                         <---------------------
                         Kijk  naar de onderdelen.
timer
1:00

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noteer de laatste 3 onderdelen

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer de eerste 5 onderdelen

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
Betreft:
Aanhef
Adres verzender
Plaats, datum jaar
Adres ontvanger
Naam
Inleiding
Slotgroet
Handtekening
Middenstuk
Slotzin (slot)

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijfopdracht
Zakelijke brief

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nederlands!
Quiz!

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Vraag 1: Wat voor een soort tekst is dit?

A
gedicht
B
gebruiksaanwijzing
C
krantenartikel
D
voorleesboek

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 2: Een uitdrukking

Zo gezond als een ...
A
vis
B
hond
C
kip
D
pauw

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 3: spelling

Welk woord is GOED geschreven?
A
interresant
B
portomonnee
C
encyclopedie
D
onmiddelijk

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 4: woordenschat
Hoe noem je een ander woord met (bijna) dezelfde betekenis?

A
gezegde
B
synoniem
C
alinea
D
afbeelding

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 5: lezen
Uit welke boekenserie komt deze illustratie?
A
Hugo
B
Het leven van een loser
C
Niek de Groot
D
Dagboek van een muts

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 6: uitdrukking Wat betekent:
Je ziet er
bedrukt uit?
A
dat je er verdrietig uitziet
B
dat je er moe uitziet
C
dat het lijkt of je onder het kopieerapparaat lag
D
dat je er goed uitziet

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 7: grammatica
In welke zin staan precies drie werkwoorden?
A
De vliegen vliegen achter vliegen aan.
B
De reiziger zal met de trein gaan reizen.
C
In de mediatheek staan veel computers.
D
Misschien moeten wij verhuizen.

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 8: gesprekken
Hoe noem je
wat iemand ergens van vindt?
A
interview
B
doorvragen
C
feit
D
mening

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 9: grammatica
Over welke woordsoorten
ging dit liedje?
A
zelfstandige naamwoorden en lidwoorden
B
werkwoorden
C
persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
D
voorzetsels

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 10 .Zet de zin in de verleden tijd:
"Ik haast me naar het werk."

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 11: Zet de zin in de verleden tijd:
Zij gaat naar Rotterdam.

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 12: een uitdrukking
Hoge bomen vangen veel .....
A
regen
B
vogels
C
water
D
wind

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 13: spelling
Welk woord is GOED geschreven?
A
aggresief
B
agressief
C
agresief
D
aggressief

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 14: grammatica
Hoe noem je het woord in hoofdletters?
Vind jij NEDERLANDS leuk?
A
lidwoord
B
heel werkwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
voltooid deelwoord

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 15: woordenschat
Wat is een ander woord voor "realistisch"?
A
vreemd
B
echt
C
sterk
D
anders

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 16: lezen
Wat is geen tekstdoel?
A
overhalen
B
informeren
C
amuseren
D
reageren

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 17: grammatica
Wat is geen werkwoord?
A
ben
B
haar
C
geweest
D
loop

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 18: spelling
Welk voltooid deelwoord is goed geschreven?
Ik heb de wijzigingen ......
A
verwerkt
B
verwerkd
C
gewerkt
D
verwerkdt

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 19: woordenschat
Wat is een ander woord voor "kosteloos"?
A
eenvoudig
B
gratis
C
snel
D
zonder

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 20: grammatica
Wat is dit voor een soort woord?
DE auto rijdt snel.
A
werkwoord
B
lidwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
geen van deze antwoorden

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

20 seconden kijken

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar zag je de caravan?
A
cijfer 3 en 7
B
cijfer 3 en 10
C
cijfer 2 en 11
D
cijfer 5 en 10

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar zag je de bananen?
A
cijfer 10 en 13
B
cijfer 11 en 15
C
cijfer 11 en 14
D
cijfer 4 en 18

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een dier verstopt in een zin.
1. De verdachte heeft niets aan een alibi zonder bewijs.
(bizon)
2. Het spant erom bij de laatste wedstrijd; wie wordt kampioen? (panter)
Nu jij..........................................

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

welk dier vind je in de volgende zin?
De nieuwe woonplaats bleek Hoorn te zijn.

Slide 48 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

welk dier vind je in de volgende zin?
Is in Europa uw hoofdkantoor gevestigd?

Slide 49 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

welk dier vind je in de volgende zin?
In de speeltuin gaan de kinderen graag op de schommel.

Slide 50 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 51 - Tekstslide

35 sec
Het woord dat in de rebus stond was:
A
vliegenmeppers
B
vliegreizen
C
vliegtuigstoel
D
vliegtuigstoelen

Slide 52 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

En de winnaar is:.................!

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies