In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Bienvenue!
Prends ton livre, cahier et stylo.
Slide 1 - Tekstslide
le planning d'aujourd'hui
Voorbeeld van Madame Jardine
Au travail
Leren voor de schrijfopdracht
Slide 2 - Tekstslide
Exemple
Pendant les vacances d'automne, je suis allée en Allemagne.
Slide 3 - Tekstslide
Exemple
Je suis allée en voiture avec mes enfants.
J'ai visité un château.
Slide 4 - Tekstslide
Exemple
J'ai mangé au restaurant.
J'ai fait des randonnées en forêt.
Slide 5 - Tekstslide
Exemple
Et nous avons cherché des citrouilles.
Il a fait beau tout le temps.
C'était super!
Slide 6 - Tekstslide
Et maintenant à vous!
Bij de taaltaak ga je zelf een tekst/kaartje schrijven over jouw vakantie.
Zorg dat je correcte zinnen kan schrijven in de verleden tijd. Zoals in het voorbeeld (exercice 30).
Slide 7 - Tekstslide
Aanhef: hoe begin je een mail/brief/kaart?
Slide 8 - Woordweb
Aanhef
Salut
Cher / Chère
Slide 9 - Tekstslide
Hoe sluit je een brief/kaart/mail af?
A
Salut
B
À bientôt
C
Au revoir
D
Cordialement
Slide 10 - Quizvraag
Vertellen over afgelopen weekend...
ik heb een film gekeken
j'airegardé un film
Slide 11 - Tekstslide
Vertellen over afgelopen weekend...
ik heb een film gekeken
j'airegardé un film
Slide 12 - Tekstslide
Vertellen over afgelopen weekend...
ik heb een film gekeken
j'airegardé un film
hele werkwoord: regarder
passé composé: regardé
Slide 13 - Tekstslide
ik heb gegeten
A
j'ai manger
B
je mange
C
j'ai mangé
D
je mangé
Slide 14 - Quizvraag
jij hebt gegeten
A
j'ai mangé
B
tu as mangé
C
tu as manger
D
tu mangé
Slide 15 - Quizvraag
VERTAAL: wij hebben gegeten
Slide 16 - Open vraag
VERTAAL: ik ben gegaan
Slide 17 - Open vraag
Au travail
Begroet je vriend/vriendin
Vertel waar je op vakantie bent geweest
Vertel hoe je hebt gereisd
Vertel hoelang je bent gebleven
Vertel wat voor weer het daar was
Vertel wat je hebt gegeten
Vertel wat je hebt gedaan
Vertel of het leuk was?
Sluit je kaart af.
Gebruik Apprendre 8 et 9, pages 41 et 42.
Slide 18 - Tekstslide
Les devoirs
Maak:
Fais exercice 26, page 35.
Leer:
Apprendre 8 et 9, pages 41 et 42.
Le passé composé, pages 137 et 138.
Slide 19 - Tekstslide
écris à ton ami(e)
• Begroet je vriend/vriendin • Vertel waar je op vakantie bent geweest • Vertel hoe je hebt gereisd • Vertel hoelang je bent gebleven • Vertel wat voor weer het daar was • Vertel wat je hebt gegeten
- Vertel wat je hebt gedaan
- Vertel of het leuk was?
- Sluit je kaart af.
Voca Unité 1 Exercices 29 et 30
Slide 20 - Tekstslide
Un exemple
Chère Sophie,
Je suis allée en France pendant les vacances d'été. Je suis allée en voiture avec mes parents. On est resté deux semaines. Il a fait très chaud. Nous avons mangé beaucoup de pâtes et j'ai mangé des escargots! J'ai fait du camping et de l'escalade. C'était chouette!
À bientôt, Samira.
Slide 21 - Tekstslide
Les devoirs
Vendredi = toets (5%)
Schrijfopdracht in de les. Je schrijft op de S.O.
Leer/oefen:
Apprendre 8 et 9, pages 41 et 42. Exercices 24 t/m 30.