week 10 les 3 presentatie uitleg en start

Presenteren.... kun je leren!
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Presenteren.... kun je leren!

Slide 1 - Tekstslide

Ik vind presenteren spannend.

waar = vinger omhoog

niet waar = geen vinger omhoog

Slide 2 - Tekstslide

Zoek de verschillen....
Je krijgt nu twee filmpjes te zien van personen die presenteren. Wat zijn verschillen tussen deze twee presentaties? 

Probeer drie verschillen te onthouden. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video


Welke verschillen kun je noemen?

Slide 6 - Tekstslide

Opening


Wacht totdat het stil is en begin je presentatie met een duidelijke opening. 



Slide 7 - Tekstslide

Kun je een creatieve opening bedenken? 

Slide 8 - Tekstslide

Creatieve opening

Citaat

Quiz

Raadsel

Humor

Anekdote

Bedankje

Een vraag aan je publiek

Enzovoorts...

Slide 9 - Tekstslide


Wat is belangrijk aan je houding?

Slide 10 - Tekstslide

Houding
- Sta met twee benen op de grond. 
- Je knieën een beetje gebogen en         niet op slot. 
- Je armen langs je lichaam. 
- Rug recht, schouders naar          
   achteren. 
- Ogen het publiek in. 

Slide 11 - Tekstslide

In een presentatie gebruik je verbale en 
non-verbale communicatie.

Slide 12 - Tekstslide

Wat is verbale communicatie?
A
Spreken
B
Spreken en luisteren
C
Met handen en voeten praten
D
Afbeeldingen gebruiken

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van non-verbale communicatie? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Tekens & Symbolen
B
Praten met handen en voeten
C
Lichaamshouding
D
Van je gezicht aflezen

Slide 14 - Quizvraag

Er mogen geen stiltes vallen tijdens mijn presentatie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Tips tijdens de presentatie
- Spreek rustig en duidelijk. 

- Kijk je publiek aan en kijk niet te vaak op je spiekbriefje. 

- Zorg voor een logische indeling (kop - romp - staart) 

 - Gebruik duidelijke  en korte zinnen 

Slide 16 - Tekstslide

Jouw presentatie!


Presenteren voor de klas
over een land.

Slide 17 - Tekstslide

Doel

Ik kan een korte presentatie voorbereiden en houden.
Ik kan een PowerPointpresentatie maken.

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht
Je woont in Nederland en waarschijnlijk ben je er ook geboren. Over Nederland kun je dus ook wel een aantal dingen vertellen, maar weet jij iets van al die andere landen op de wereldbol? Je gaat een presentatie van ongeveer tien minuten voorbereiden en houden over een land waar jij zou willen wonen of waar je in geïnteresseerd bent. Bij je presentatie gebruik je PowerPoint. 

Slide 19 - Tekstslide

Hoe bereid ik deze presentatie voor?

Stap 1:  Kies een land.

Slide 20 - Tekstslide

Stap 2 
 Kies drie deelonderwerpen uit:
- middelen van bestaan
- verschillende landschappen
- eetgewoontes
- bijzondere gebruiken - klimaat
- feesten
- geschiedenis
- regering

Slide 21 - Tekstslide

Stap 3


 Bedenk zelf het vierde en vijfde deelonderwerp.

Slide 22 - Tekstslide

Stap 4 

 Zoek bij de vijf deelonderwerpen informatie die je wilt gebruiken.

Slide 23 - Tekstslide

Stap 5 

Schrijf de informatie op in woorden die jij en je luisteraars begrijpen.

Slide 24 - Tekstslide

Stap 6 

Bedenk een inleiding van minimaal twee zinnen en bedenk ook een leuke slotzin. 

Slide 25 - Tekstslide

Stap 7 


Maak een hulpbriefje. 

Slide 26 - Tekstslide

Stap 8
Maak tien powerpointdia’s bij je presentatie. Doe dat zo:
- Op de eerste dia laat je zien wat het onderwerp van de presentatie is.
- Op de tweede dia staat de opbouw van je presentatie.
- Op de dia’s in het middenstuk staat een aantal steekwoorden.
- De laatste dia sluit de presentatie op een leuke manier af.

Slide 27 - Tekstslide

Stap 9


Voeg ook plaatjes, geluid of video toe aan je dia’s.

Slide 28 - Tekstslide

Stap 10

Oefen je presentatie.

Slide 29 - Tekstslide

Stap 11


 Lever je presentatie minimaal 1 dag van tevoren in.

Slide 30 - Tekstslide

Waar let ik op als ik mijn presentatie houd?

1. Zet alles klaar en lees je hulpbriefje nog een keer goed door.

 
2. Houd je presentatie van ongeveer tien minuten voor de klas. Gebruik je hulpbriefje.

Slide 31 - Tekstslide

Waar let ik op als ik mijn presentatie houd?
3. Let tijdens het spreken op de volgende punten:

- Praat rustig, duidelijk en niet steeds op één toon.
- Kijk de klas in en maak ‘oogcontact’ met het publiek.
- Lees niet de tekst van de powerpointdia’s voor, maar verwijs ik er wel naar.
- Zorg dat de powerpointdia’s helpen het verhaal beter te begrijpen.

Slide 32 - Tekstslide

Waar let ik op als ik mijn presentatie houd?


4. Je docent vult het beoordelingsformulier in en geeft een cijfer.

Slide 33 - Tekstslide

Tip!!!!!


Controleer van tevoren op school of je PowerPoint werkt en de steekwoorden op de dia’s voor iedereen goed leesbaar zijn.

Slide 34 - Tekstslide

Op welke punten word ik beoordeeld?
Inhoud:

Het onderwerp wordt in de inleiding genoemd.
 De opbouw van de presentatie wordt besproken.
 Er worden vijf deelonderwerpen besproken.
 De informatie is interessant.
 De presentatie heeft een duidelijke afsluiting.


Slide 35 - Tekstslide

Op welke punten word ik beoordeeld?
Vorm:

De lengte van de presentatie is ongeveer tien minuten.
 De leerling praat rustig, duidelijk en niet steeds op één toon.
 De leerling kijkt de klas in en maakt ‘oogcontact’ met het publiek.
 De leerling leest niet de tekst van de powerpointdia’s voor, maar verwijst er wel naar.


Slide 36 - Tekstslide

Op welke punten word ik beoordeeld?
PowerPoint:

 Op de eerste dia staat het onderwerp.
 De powerpointdia’s helpen het verhaal beter te begrijpen.
 De tekst op de dia’s is goed leesbaar voor iedereen.
 De powerpointdia’s passen bij de gegeven informatie.
 De presentatie bevat plaatjes geluid en/of video.
 Er zitten geen spelfouten in de tekst op de dia’s.





Slide 37 - Tekstslide

Beoordeling

Voor elk net genoemd onderdeel en voor je werkhouding krijg je een - , een +/- of een +.
Dit alles samen bepaald jouw cijfer.

Slide 38 - Tekstslide

Zijn er nog vragen? 

Slide 39 - Tekstslide

Aan de slag.
Je mag nu starten aan je presentatie. 
Je krijgt de opdracht van mij op papier.
Lever dit papier na de les weer bij mij in.

De volgende les ga je weer verder werken aan je presentatie. In SOM staat wanneer je hem hebt. 

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Video