Vandaag een herhaling over geluid, het tweede uur krijgen jullie een formatieve toets.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Geluid herhaling
Vandaag een herhaling over geluid, het tweede uur krijgen jullie een formatieve toets.
Slide 1 - Tekstslide
Geluid
Slide 2 - Woordweb
Geluid is ...
A
Een beweging
B
Een elektrisch signaal
C
Een trilling
D
Een kracht
Slide 3 - Quizvraag
Je hoort het geluid van een viool. Welke geluidsbron maakt dit geluid?
A
Een kunstmatige geluidsbron
B
Een natuurlijke geluidsbron
Slide 4 - Quizvraag
Geluidsbronnen maken geluid door te trillen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Een ultrasoon geluid is een geluid..
A
hoger dan 20.000 Hz
B
Hoger dan 2.000 Hz
C
Lager dan 20.000 Hz
D
Lager dan 2.000 Hz
Slide 6 - Quizvraag
Een vleermuis maakt geluid met een heel korte trillingstijd. Je kunt dat geluid niet horen. Het geluid heeft een geluidsniveau van wel 110 dB. Waarom kun je dat geluid niet horen?
A
De frequentie is te hoog
B
De frequentie is te laag
C
Het geluid is te hard
D
Het geluid is te zacht
Slide 7 - Quizvraag
Welk geluid trilt vaker per seconde: een hoog geluid of een laag geluid?
A
Hoog geluid.
B
Laag geluid.
Slide 8 - Quizvraag
Als een geluid erg hard klinkt heeft de trilling van dat geluid een grote ...
A
Frequentie
B
Golflengte
C
Amplitude
D
Snelheid
Slide 9 - Quizvraag
Wat is de definitie van amplitude in geluid?
A
De frequentie van een geluidsgolf.
B
De snelheid van een geluidsgolf.
C
De maximale uitwijkingvan een geluidsgolf.
D
De golflengte van een geluidsgolf.
Slide 10 - Quizvraag
Wat is het verband tussen amplitude en de geluidssterkte?
A
Hoe groter de amplitude, hoe sterker het geluid.
B
Amplitude heeft geen invloed op het volume.
C
De frequentie bepaalt het volume.
D
Hoe kleiner de amplitude, hoe luider het geluid.
Slide 11 - Quizvraag
Waarin meten we de geluidssterkte gemeten?
A
In decibel (dB).
B
In seconden (s).
C
In meters per seconde (m/s).
D
In Hertz (Hz).
Slide 12 - Quizvraag
Vraag 4 zin 2 Een geluid van 94 dB wordt gemaakt door 8 toeters, hoeveel toeters maken geluid als de geluidssterkte 88 dB is?
Slide 13 - Open vraag
Een geluidsbron produceert een geluid, na 12 seconde ontvangt de ontvanger het geluid. het geluid reist 3100 m. Wat was de snelheid van het geluid?
Slide 14 - Open vraag
Een bij slaat in 1 seconde 260 keer met zijn vleugels op en neer. Je hoort dan een zoemend geluid. Hoe groot is de frequentie van dit geluid?
Slide 15 - Open vraag
Geluid meet je met een ...
Slide 16 - Open vraag
Geluiden onder
de 20 Hz noem je ...
Geluiden boven de 20 kHz noem je ...
...
Infrasoon
Ultrasoon
Slide 17 - Sleepvraag
Hard hoog geluid
Hard laag geluid
Zacht laag geluid
Zacht hoog geluid
Slide 18 - Sleepvraag
Zet de onderdelen in de juiste volgorde van welke weg geluid aflegt.