Test jezelf h10

Hoofdstuk 10: Verbanden
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 10: Verbanden

Slide 1 - Tekstslide

Welkom!
Test jezelf

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan wij doen vandaag?
Herhaling
Samen oefenen

Aan het werk! 

Slide 3 - Tekstslide

Doelen hoofdstuk 10
10.1 Je leert een lineair verband herkennen (herhaling)
10.2 Je leert een kwadratisch verband herkennen en ermee werken
10.3 Je leert een wortelformule herkennen en ermee werken
10.4 Je leert formules, verbanden en grafieken herkennen en benoemen

Gemengde opgaven
Oefentoets

Slide 4 - Tekstslide


y=(x+4)
A
Lineaire formule
B
Kwadratische formule
C
Wortelverband
D
Periodiek verband

Slide 5 - Quizvraag


y=x4
A
Lineaire formule
B
Kwadratische formule
C
Wortelverband
D
Periodiek verband

Slide 6 - Quizvraag


y=x24
A
Lineaire formule
B
Kwadratische formule
C
Wortelverband
D
Periodiek verband

Slide 7 - Quizvraag

Hoort bij deze tabel een lineair verband?

Slide 8 - Woordweb

Welke tabel hoort bij een lineair verband ?Leg je antwoord uit.

Slide 9 - Open vraag

Wat is het hellingsgetal bij deze formule?
y = 100 - 25t

Slide 10 - Woordweb

Wat is het startgetal bij deze formule?
y = 100 - 25t

Slide 11 - Woordweb

t=p25
timer
1:00

Reken t uit als p = 10

Slide 12 - Woordweb

t=p25
timer
1:00

Reken t uit als p = -4

Slide 13 - Woordweb

Waarom is deze formule een
kwadratische verband?

h=2,5x21,5
A
Er zit een 1,5 in
B
Je doet keer 2,5.
C
Er zit een min in
D
Er zit een kwadraat in

Slide 14 - Quizvraag

Hoe heet de grafiek
van een kwadratische verband?

Slide 15 - Woordweb

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Maak b, c, d en lever in
timer
5:00

Slide 20 - Open vraag

Kijk goed na!

Slide 21 - Tekstslide


Slide 22 - Open vraag

Kan dit?

Slide 23 - Tekstslide

Schrijf van a, b en c het verband op.
timer
1:00

Slide 24 - Open vraag

Maak E8, vraag b.
timer
1:00

Slide 25 - Open vraag

y=25+50p+10
Waarom is dit een wortelverband?

Slide 26 - Woordweb

Wat gaat voor in deze berekening?

y=25+50p+10
A
eerst 25 + 50, dan keer p dan de wortel dan +10
B
eerst 50 keer p dan +25 dan de wortel, daarna +10
C
eerst de wortel dan keer p daarna +10
D
eerst 50 keer p dan +10 dan de wortel, daarna +10

Slide 27 - Quizvraag

y=25+50p+10
Reken y uit p = 10.
Rond af op 1 decimaal.

Slide 28 - Woordweb

Welke van de grafieken hiernaast hoort bij een lineair verband?

Slide 29 - Open vraag

Welke van de grafieken hiernaast hoort bij een kwadratisch verband?

Slide 30 - Open vraag

Hoe lang duurt 1 periode?
A
10 minuten
B
12 minuten
C
5 minuten
D
6 minuten

Slide 31 - Quizvraag

Wat is de periode van de rode grafiek?
Wat is het minimum en maximum van de rode grafiek?
A
periode: 3 seconden minimum: 3 maximum: 4
B
periode: 8 seconden minimum: 3 maximum: 5
C
periode: 8 seconden minimum: 3 maximum: 4
D
periode: 3 seconden minimum: 3 maximum: 5

Slide 32 - Quizvraag

Hoe zien verbanden er uit in een grafiek?
Een lineair verband is altijd een rechte lijn.
Een kwadratisch verband heeft altijd de vorm van een parabool.
Een wortelverband stijgt eerst snel en daarna minder snel.
Een periodiek verband heeft delen die zich steeds herhalen.

Slide 33 - Tekstslide

Welke uitspraken zijn waar?
A
1 is een kwadratische verband 2 is een lineaire verband 3 is een wortelverband
B
1 is een periodieke verband 2 is een lineaire verband 3 is een kwadratische verband
C
1 is een wortelverband 2 is een lineaire verband 3 is een kwadratische verband
D
1 is een wortelverband 2 is een lineaire verband 3 is een periodieke verband

Slide 34 - Quizvraag

Hoe zien verbanden er uit in een formule?
Een lineair verband heeft altijd een hellingsgetal en startgetal.
Een kwadratisch verband heeft altijd een kwadraat.
Een wortelverband heeft een wortelteken.

Slide 35 - Tekstslide

                              Samen (toetsvr.)

Slide 36 - Tekstslide

Aan de slag !
Test jezelf hoofdstuk 10
Klaar? Nakijken en de oefentoets in je werkboek maken. Of de extra opgaven.

Slide 37 - Tekstslide