Día de la mujer

Nodig voor de les: Laptop (dicht).
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Nodig voor de les: Laptop (dicht).

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 DÍA INTERNACIONAL DE LA MUJER  8-3

El Día Internacional de la Mujer se celebró por primera vez el 19 de marzo de 1911 en Alemania, Austria, Dinamarca y Suiza, con mítines a los que asistieron más de un millón de personas, que exigieron para las mujeres el derecho de voto, el derecho al trabajo, a la formación profesional y a la no discriminación laboral.
En 1975 fue declardo por las Naciones Unidas como  Día Internacional de la Mujer 

Slide 5 - Tekstslide

Internationale Vrouwendag werd voor het eerst gevierd op 19 maart 1911 in Duitsland, Oostenrijk, Denemarken en Zwitserland, met bijeenkomsten die werden bijgewoond door meer dan een miljoen mensen, waarin werd geëist dat vrouwen het recht hebben om te stemmen en om een ​​openbaar ambt te bekleden. , het recht op werk, beroepsopleiding en non-discriminatie op het werk

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Qué día se celebra el día internacional de la mujer?
A
9 de abril
B
8 de junio
C
8 de marzo
D
1 de julio

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De qué color es el símbolo que se utiliza?
A
rojo
B
verde
C
rosa
D
morado

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Igualdad significa que...
A
todos somos mujeres
B
todos tenemos los mismos derechos
C
todos somos hombres
D
todo es de todos

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cuál era la profesión de Coco Chanel?
A
profesora
B
doctora
C
diseñadora de moda
D
peluquera

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cuál era la profesión de Marie Curie?
A
dentista
B
policia
C
camarera
D
científica

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cuál era la profesión de Valentina Tereshkova?
A
bombera
B
enfermera
C
astronauta
D
cartera

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cuál era la profesión de Margaret Tatcher?
A
política
B
cantante
C
atleta
D
veterinaria

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cuál era la profesión de Frida Kahlo?
A
periodista
B
psicóloga
C
pintora
D
cantante

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Qué profesiones has oido en el video?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:50
Mujeres famosas...

Slide 26 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies