Di 20 september Gebiedende wijs

De gebiedende wijs
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

De gebiedende wijs

Slide 1 - Tekstslide

Gebiedende wijs

Slide 2 - Tekstslide

Gebiedende wijs
  • De gebiedende wijs wordt gebruikt om bevelen, aansporingen of verzoeken uit te drukken.
  • De gebiedende wijs bestaat uit de ik-vorm.

    Ga nu naar huis!
    Maak je huiswerk!


Slide 3 - Tekstslide

                  Gebiedende wijs
Welke vervoegingsvorm heeft de gebiedende wijs?
Ik-vorm

Slide 4 - Tekstslide

Gebiedende wijs
Gebiedende wijs= bevel​

> er staat dan geen onderwerp in de zin​

Slide 5 - Tekstslide

Gebiedende wijs
1. Wanneer gebruik je de gebiedende wijs?
2. Welke vorm gebruik je voor de gebiedende wijs? 

Slide 6 - Tekstslide

de gebiedende wijs spel je als
A
een werkwoord in de 1e persoon
B
een werkwoord in de 2e persoon
C
een werkwoord in de 3e persoon
D
een werkwoord in de meervoud

Slide 7 - Quizvraag

Gebiedende wijs
A
Bindt dit touw vast!
B
Bint dit touw vast!
C
Bind dit touw vast!

Slide 8 - Quizvraag

Gebiedende wijs

A
Wordt niet boos!
B
Wort niet boos!
C
Wor niet boos!
D
Word niet boos!

Slide 9 - Quizvraag

Welke is de gebiedende wijs?
A
Ga naar huis
B
Jij gaat nu leren

Slide 10 - Quizvraag

Welke is de gebiedende wijs?
A
iedereen moet aan het werk
B
eet smakelijk

Slide 11 - Quizvraag

Een gebiedende wijs is:
A
u-vorm
B
hele werkwoord
C
hij-vorm
D
gebod of bevel

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de gebiedende wijs?
A
Wees eens rustig.
B
Morgen kom je om 8 uur op school.

Slide 13 - Quizvraag

De gebiedende wijs heeft geen onderwerp.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

... je niet! (verroeren) gebiedende wijs.


A
Verroert
B
Verroer
C
Verroeren
D
Verroerde

Slide 15 - Quizvraag


Gebiedende wijs 
... daarmee op!


A
Hout
B
Houd
C
Hou
D
Houdt

Slide 16 - Quizvraag

Wat is GEEN kenmerk van een gebiedende wijs?
A
Persoonsvorm staat vooraan
B
Geen onderwerp
C
Altijd enkelvoud
D
Uitroepteken

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de gebiedende wijs van: worden
A
word
B
wordt

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de gebiedende wijs van: houden
A
houdt
B
houd

Slide 19 - Quizvraag

Gebiedende wijs
A
Bindt dit touw vast!
B
Bint dit touw vast!
C
Bintd dit touw vast!
D
Bind dit touw vast!

Slide 20 - Quizvraag

(Zijn, gebiedende wijs) stil!
A
Ben
B
Is
C
Was
D
Wees

Slide 21 - Quizvraag

Appeltaart maken

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide