Ben niet zo’n held van mezelf, maar ik heb
een superwoman bij me.
En alle mannen staan versteld, wat doet ze
met die jongen, ’k zie ze kijken.
’k Weet ook niet wat het is, zo’n jongen,
zo’n lijf en zo’n gezicht.
Zo’n goede vriend omdat hij altijd bij me is,
het is goed want ik herken geluk met m’n
ogen dicht.
Ik zou wel blind en doof zijn, niet goed bij
m’n hoofd zijn.
Niet alles op een rijtje, als ik niet zag, wat ik
hier voor me had.