2 Daarna begin je met het maken van aantekeningen.
3 Maak op basis van je aantekeningen een samenvatting.
4 Controleer je werk.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Schrijven H14 Reports and creative writing
14.1 Summarising information
Hoe maak je een samenvatting:
1 Lees eerst de hele tekst goed door.
2 Daarna begin je met het maken van aantekeningen.
3 Maak op basis van je aantekeningen een samenvatting.
4 Controleer je werk.
Slide 1 - Tekstslide
14.1 Summarising information
1 Lees eerst de hele tekst goed door.
Zorg dat je de hele tekst begrijpt: wat is het hoofdonderwerp?
Vraag jezelf af wat het doel is van de tekst.
Gebruik een woordenboek om onbekende woorden op te zoeken.
Onderstreep kernwoorden en belangrijke zinnen, als dat mogelijk is.
Slide 2 - Tekstslide
14.1 Summarising information
2 Daarna begin je met het maken van aantekeningen
Schrijf per alinea een paar steekwoorden op.
Verbind de belangrijkste punten met elkaar zonder verlies van de logica. Je kunt hiervoor pijlen gebruiken.
Wat is de conclusie van het stuk?
Slide 3 - Tekstslide
14.1 Summarising information
3 Maak op basis van je aantekeningen een samenvatting.
Gebruik je aantekeningen en maak hier korte zinnen van.
Zet de informatie in je samenvatting in dezelfde volgorde als in de tekst.
Slide 4 - Tekstslide
14.1 Summarising information
4 Controleer je werk.
Lees je samenvatting door. Voldoet de samenvatting aan de eisen, bijvoorbeeld het maximum aantal woorden?
Zorg ervoor dat je niet zomaar het origineel hebt gekopieerd. Heb je je eigen woorden gebruikt?
Bevat je samenvatting alleen de informatie die het belangrijkst is voor het hoofdonderwerp?
Controleer of het doel en de betekenis hetzelfde zijn als in het origineel.
Slide 5 - Tekstslide
Schrijven H14 Reports and creative writing
14.2 Creative writing
Bepaal je onderwerp.
Verzamel informatie.
Plan je verhaal: doel, volgorde.
Begin met schrijven volgens je plan. Gebruik daarbij signaalwoorden.
Lees je tekst helemaal door en bepaal of hij goed is.
Laat iemand anders je tekst controleren.
Verbeter (spel)fouten.
Slide 6 - Tekstslide
Schrijven H14 Reports and creative writing
14.3 Reporting
Waar moet je aan denken bij het schrijven van een verslag of rapport:
1. Doelgroep
2. Doel van het schrijven
3. Voorwaarden van de inhoud
4. Bijlagen
Slide 7 - Tekstslide
14.3 Reporting
1 De doelgroep: voor wie schrijf je het verslag? Is het een formele of informele tekst?
2 Het doelvan het schrijven: waarom schrijf je het en waar gaat het precies over?
Slide 8 - Tekstslide
14.3 Reporting
3 Voorwaarden voor de inhoud: houd deze opbouw aan
Een kaft of omslag, met daarop de titel en je naam.
Een inhoudsopgave zorgt ervoor dat de lezer overzicht krijgt.
Een voorwoord (optioneel): hier kun je vermelden wat de aanleiding voor een rapport is en wie je doelgroep is, of mensen bedanken die je hebben geholpen.
Een geschikte inleiding waarin je de lezer vertelt wat hij kan verwachten.
De kern of belangrijkste punten die behandeld moeten worden. Dit is het inhoudelijke deel van het verslag.
De conclusie: geef een samenvatting. Eventueel kun je je eigen mening vermelden of zeggen wat er nog moet gebeuren.
Slide 9 - Tekstslide
14.3 Reporting
4 In bijlagen kun je gedetailleerde informatie kwijt, zoals tabellen met onderzoeksgegevens of een vragenlijst die je hebt gebruikt.
Slide 10 - Tekstslide
Schrijven H14 Reports and creative writing
14.4 Proposals Voorstel schrijven
Argumenten > feiten + voorbeelden. Zorg voor overzicht en duidelijkheid.