vwo 2 h1 oefenen met woorden en grammatica

Welke woorden uit hoofdstuk 1 kun je gebruiken bij zich voorstellen?
1 / 10
volgende
Slide 1: Woordweb
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welke woorden uit hoofdstuk 1 kun je gebruiken bij zich voorstellen?

Slide 1 - Woordweb

Welke woorden gebruik je als je wil zeggen dat iets leuk is?

Slide 2 - Woordweb

Bei reisen: welke woorden gebruik je?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Link

kommen
a) Maria komm___ aus Rom.
b) Carlos komm___ aus Madrid.

Slide 5 - Open vraag

wohnen
a)Ich wohn___ in Passau.
b) Wir wohn___ in Passau.
c) Ihr wohn__ auch in Passau

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Haben oder sein
1. Ich . . . . . . . . . . . . . . Kopfschmerzen.
2. Du . . . . . . . . . . . . . . ein neues Auto.
3. Er . . . . . . . . . . . . . . groß.

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide