Populatie = Alle individuen van een soort die in een bepaald gebied leven en onderling voortpanten
Genenpool is een verzameling van alle genen in een populatie
Allelfrequentie is hoe vaak een bepaald allel in een populatie voorkomt
Slide 3 - Tekstslide
Soort en Populatie
Organismen die veel op elkaar lijken, hoeven niet tot dezelfde soort te behoren.
Soort; organismen die samen vruchtbare nakomelingen krijgen
Populatie; een groep organismen van dezelfde soort in een gebied
Slide 4 - Tekstslide
Constante Allelfrequenties
geen selectiedruk,
allelen worden op een willekeurige manier doorgegeven
Hoe vaker een allel voorkomt in een populatie, hoe groter de kans is dat dit allel wordt doorgegeven
Veranderende Allelfrequenties
mutatie die voordelig is
wel selectiedruk
Seksuele selectie; bepaalde eigenschappen beïnvloeden de voortplantingskans.
Slide 5 - Tekstslide
Stel dat....
- Populaties volledig gescheiden zijn
- Ze groot genoeg zijn
- Er geen evolutie optreedt - Allelen hebben dus geen specifiek voordeel
Dan blijkt dat de allelfrequenties in populaties constant blijven
(voorbeeld bij mensen is oogkleur of bloedgroep)
Slide 6 - Tekstslide
Sommige allelfrequenties zijn stabiel (bloedgroepen bij mensen).
Veel allelfrequenties worden beïnvloedt door gebeurtenissen.
Specifieke richting -> Evolutie
Door toeval
4.4 Evolutie in populaties
Slide 7 - Tekstslide
Evolutie
Mutaties zorgen voor nieuwe varianten van genen (allelen), vooral als deze dominant zijn zal snel worden geselecteerd op het positieve/nadelige effect.
Waarom bij vooral bij dominante allelen?
Slide 8 - Tekstslide
Evolutie
Als een eigenschap voordeel oplevert voor overlevingskans, zorgt natuurlijke selectie voor survival of the fittest
In sommige gevallen levert een eigenschap alleen voordeel op voor de voortplantingskans* dan spreken we van seksuele selectie
Slide 9 - Tekstslide
Sommige allelfrequenties zijn stabiel (bloedgroepen bij mensen).
Veel allelfrequenties worden beïnvloedt door gebeurtenissen.
Specifieke richting -> Evolutie
Door toeval -> Genetic Drift
4.4 Evolutie in populaties deel 2
Slide 10 - Tekstslide
Evolutie
Micro- binnen soort (bijv. berkenspanner)
Macro-
onstaan nieuwe soorten
Co-
Als organismen met elkaar mee evolueren. Bijv. giftigheid bij planten en tolerantie bij rupsen.
(Hbn Hbs)
Slide 11 - Tekstslide
Maak opdracht 49 t/m 57
4.4 Evolutie in populaties
Slide 12 - Tekstslide
Genetic drift
- Puur toevalsproces:
Afzondering van een kleine sub-populatie die genetisch verschilt ten opzichte van de oorspronkelijke populatie (Founder-effect: vb. migratie ; Flessenhalseffect: rest van populatie sterft door bijv. natuurramp)