H 3.4 Wat is verzekeren?

Wat is verzekeren?
Pagina 82


timer
1:00
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat is verzekeren?
Pagina 82


timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Na afloop van deze les ken/kan ik ...
  1. ....uitleggen wat een eigen risico is
  2. ... uitleggen wat een polis is
  3. ....uitleggen wat premie is
  4. ... uitleggen wat een schade uitkering is
  5. ... uitleggen wat een verzekeraar is
  6. ... uitleggen wat een verzekeren is
  7. ....uitleggen wat verzekerde is
  8. ....uitleggen wat WA-verzekering voor motorvoertuigen  is

Slide 2 - Tekstslide

Welke verzekeringen ken jij?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

In een schema......

Slide 5 - Tekstslide

Waarom sluit je een verzekering af?
  • Je wilt of kunt de schade in de toekomst niet in 1x betalen

  • Stel, jouw scooter is € 500 waard. Je betaalt per jaar € 400 premie om je scooter te verzekeren. Zou jij deze verzekering afsluiten?

Slide 6 - Tekstslide

Waar let ik op als ik een verzekering afsluit?
  • Premie
  • Hoe goed is de verzekeraar bereikbaar?
  • Verzekeringsvoorwaarden
  • andere dingen ????

Slide 7 - Tekstslide

Verzekering
Een verzekering sluit je af als je de kans hebt op schade en je wilt dat die schade vergoed wordt door de verzekering.

Slide 8 - Tekstslide

Polis
Een bewijs van verzekering

Slide 9 - Tekstslide

Premie
Het bedrag dat je betaalt voor een verzekering.

Slide 10 - Tekstslide

Eigen risico
Een deel van de schade die je zelf moet betalen, omdat die niet wordt vergoed door de verzekeraar.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Wat hebben we geleerd?

Slide 13 - Tekstslide

Ik verzeker mijn telefoon. Ik ben dan de.....
A
verzekeraar
B
verzekeringsmaatschappij
C
verzekerde

Slide 14 - Quizvraag

Ik wil mijn telefoon verzekeren en betaal ........ aan de .......
A
premie, verzekerde
B
premie, verzekerings-maatschappij
C
schadevergoeding, verzekerde
D
schadevergoeding, verzekeraar

Slide 15 - Quizvraag

Kies het beste antwoord:
In de polisvoorwaarden staan onder andere......
A
eigen risico, gegevens van de verzekeraar
B
premie, gegevens van jou en ingangsdatum verzekering
C
wat ik verzekerd heb
D
eigen risico, wat ik verzekerd heb

Slide 16 - Quizvraag

Huiswerk
Maak blz. 82 tm 85
Rekenen blz. 93 som 14 tm 18

Slide 17 - Tekstslide

Nakijken blz. 82
1 - verzekeren
- verzekeraar (verzekeringsmaatschappij)
- schade
- schade-uitkering
2 B
3 De verzekeraar betaalt de schade wel. De schade is wel de schuld van de bestuurder, maar hij vloog niet met opzet uit de bocht.




Slide 18 - Tekstslide

Nakijken blz. 83; 4 en 5
4 - polis - eigen risico- premie
5 a 12 × € 1,99 = € 23,88
b 23,88 ÷ 149 = 0,1602
0,1602 × 100 = 16,0%
c Eigen antwoord, bijvoorbeeld:
- Nee, want ik wil niet zo veel geld voor een verzekering betalen en ik ben heel voorzichtig met mijn telefoon.
- Ja, want de kans is best groot dat ik schade aan mijn telefoon krijg en ik heb niet genoeg geld achter de hand om dan een nieuwe te kopen.




Slide 19 - Tekstslide

Nakijken blz. 83; 6 en 7
6 - klein
- minder
- dekking
7 € 125 – € 20 = € 105





Slide 20 - Tekstslide

Nakijken blz. 84; 8 en 9
8 a Kijk bij: verzekerd bedrag t/m € 650; diefstal en beschadiging 3 jaar; regio 2 en je vindt € 189
b Kijk bij: verzekerd bedrag t/m € 750; diefstal 3 jaar; regio 1 en je vindt € 89
9 Jaarpremie: 12 × € 5,25 = € 63
Poliskosten € 10 +
 € 73
Assurantiebelasting € 15,33 + (21 ÷ 100 × € 73 € 15,33)
Verzekeringskosten € 88,33



Slide 21 - Tekstslide

Nakijken blz. 84; 10



10 a  verzekerd bedrag t/m € 700; diefstal 3 jaar; In regio 3 € 95
       b - In regio 3: € 95 + € 6 = € 101
      Assurantiebelasting 21 ÷ 100 × € 101 = € 21,21      
      Verzekeringskosten € 101 + € 21,21 =€ 122,21


Slide 22 - Tekstslide

Nakijken blz. 85
11 B

12 a Zwaardere auto’s kunnen bij een ongeluk meer schade veroorzaken bij anderen.
b Eigen antwoord, bijvoorbeeld: doktersbehandeling, schade aan kleding.
13 Scooters en brommers kunnen door hun snelheid meer schade veroorzaken dan fietsen.


Slide 23 - Tekstslide


Samenvatting

Bij een verzekering neemt de verzekeraar of verzekeringsmaatschappij de financiële gevolgen van de schade over van de verzekerde. De polis is het bewijs van je verzekering. Voor een verzekering betaal je premie. Soms heb je een eigen risico. Je moet dan een deel van de schade zelf moet betalen.
Bij het afsluiten van een verzekering betaal je bovenop de premie ook poliskosten en 21% assurantiebelasting. Een WA-verzekering voor motorvoertuigen dekt de schade die je met je voertuig aan een ander veroorzaakt.

Slide 24 - Tekstslide

Rekenen blz. 93: 14 tm 18
14 € 110 + € 9,50 (poliskosten) = € 119,50
Assurantiebelasting = 21 ÷ 100 × € 119,50 = € 25,10
Verzekeringskosten = € 119,50 + € 25,10 = € 144,60






Slide 25 - Tekstslide

Rekenen blz. 93: 14 tm 18
15 € 27,50 + € 7,50 (poliskosten) = € 35
Assurantiebelasting = 21 ÷ 100 × € 35 = € 7,35
Verzekeringskosten = € 35 + € 7,35 = € 42,35





Slide 26 - Tekstslide

Rekenen blz. 93: 14 tm 18
16 € 350 (€ 425 – € 75)
17 € 450 – € 275 = € 175
18 C € 1.200 ‒ 50% ‒ € 75 = € 525




Slide 27 - Tekstslide