Werkstoffen en Werkstofcomplexen in Schoonheidsverzorging

Werkstoffen en Werkstofcomplexen in Schoonheidsverzorging

Leerdoelen

Aan het einde van de les kan je het verschil benoemen tussen werkstoffen en werkstofcomplexen voor de schoonheidsverzorging

Begin de les met het benoemen van de leerdoelen, zodat de studenten weten wat ze aan het einde van de les zullen leren.

Wat weet je al over werkstoffen en werkstofcomplexen in schoonheidsverzorging?

Wat zijn werkstoffen?

Werkstoffen zijn stoffen die in cosmetica worden gebruikt om specifieke effecten te bereiken

Leg uit wat werkstoffen zijn en waarom ze belangrijk zijn in schoonheidsverzorging

Voorbeelden van Werkstoffen

Retinol, Hyaluronzuur, Vitamine C, Glycolzuur, etc.

Geef voorbeelden van werkstoffen die vaak in cosmetica worden gebruikt en hun eigenschappen.

Werkstofcomplexen

Werkstofcomplexen zijn combinaties van verschillende werkstoffen die synergetisch werken

Leg uit wat werkstofcomplexen zijn en waarom ze belangrijk zijn in schoonheidsverzorging

Waarom Werkstofcomplexen?

Ze kunnen de effectiviteit van de werkstoffen verhogen en de formule van het product optimaliseren

Leg uit waarom werkstofcomplexen belangrijk zijn in de cosmetica-industrie en wat de voordelen zijn.

Voorbeelden van Werkstofcomplexen

Hyaluronzuur + Vitamine C, Retinol + Peptiden, Salicylzuur + Niacinamide, etc.

Geef voorbeelden van werkstofcomplexen die vaak in cosmetica worden gebruikt en hun eigenschappen.

Werkstoffen vs Werkstofcomplexen

Werkstoffen hebben een enkelvoudige werking, terwijl werkstofcomplexen synergetisch werken en meerdere effecten hebben

Leg het verschil tussen werkstoffen en werkstofcomplexen uit en waarom het belangrijk is om ze te onderscheiden.

Wanneer kies je wat?

Het hangt af van het doel van het product en de behoeften van de huid

Leg uit hoe de keuze tussen werkstoffen en werkstofcomplexen afhangt van het doel van het product en de behoeften van de huid.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.