4.1 Leenheren en leenmannen (Deel 2)

Monniken en ridders



500 - 1000

4.1 Leenheren en Leenmannen 
(Deel 2)
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Monniken en ridders



500 - 1000

4.1 Leenheren en Leenmannen 
(Deel 2)

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
In deze paragraaf leer je: 
- Hoe Karel de Grote een machtig koning en keizer werd over een groot rijk.
- Op welke manier Karel zijn rijk bestuurde.
- Hoe politieke verdeeldheid en onveiligheid ontstonden na Karels dood
 - Welke plaats ridders hadden in de samenleving.

Slide 2 - Tekstslide

Tijdvak 3: Tijd van Monniken en ridders. 

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je eigenlijk
van de Karel de Grote?

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Tekstslide

Na de val van het Romeinse rijk...
  • ontstonden in Europa veel kleine koninkrijken
  •  leefden de meeste mensen op het platteland
  • was gevaarlijk 
  • werd het Christendom verspreid

Slide 6 - Tekstslide

Even herhalen...
-Het West Romeinse Rijk was uiteen gevallen
-Er ontstonden verschillende rijkjes in de plaats
-Een onveilige wereld waar er regelmatig oorlog wordt gevoerd om gebied
-Wegen waren niet meer veilig, handel viel weg



Slide 7 - Tekstslide

Karel de Grote
-Veroverde een groot en machtig rijk

-Machtige christelijke koning.

Slide 8 - Tekstslide

Frankische rijk

Slide 9 - Tekstslide

Adel

Slide 10 - Tekstslide

Adel:
De adel moest de geestelijke en de boeren beschermen;
Je kon alleen adel zijn als:
  • Je vader van adel was;
  • Als de koning je adel maakte.


Slide 11 - Tekstslide

graafschappen en hertogdommen. 
Keizer 
Hertog 
Graaf
Adel 

Slide 12 - Tekstslide

Het leenstelsel
  • Karel de Grote kon zijn land niet alleen besturen (waarom niet?)
  • Daarom kreeg hij hulp van leenmannen: mannen die met hem meevochten.
  • Zijn trouwste leenmannen kregen als beloning ieder een gebied in leen. 
  • Zij mochten dit namens hem de leenheer besturen: zij werden zijn leenmannen.
  • Dit noemen wij het leenstelsel.

Slide 13 - Tekstslide

Is dit van mij?
-De leenmannen lenen dit stuk grond. Dit moeten ze na hun dood in principe terug geven aan de leenheer.

-Ook dit is in praktijk niet altijd mogelijk.

Slide 14 - Tekstslide

Is dit van mij?
-Het was niet altijd mogelijk om het land terug te geven.

Dan ging het leenmanschap naar de oudste zoon van de leenman. Het was dus erfelijk.
(Ouder naar kind)

Slide 15 - Tekstslide

Het leenstelsel

Slide 16 - Tekstslide

Rechten en plichten
Rechten: De adel/leenmannen kregen een gebied om namens   Karel de Grote zelfstandig te besturen.

Plichten
:
-Eed van trouw afleggen
-Ridders en soldaten sturen 
-Belastingen innen voor de koning/keizer

Slide 17 - Tekstslide

Waarom dit leenstelsel??
Wat voor voordeel had dit voor de koning?
Welke voordelen had dit voor de adel?

Slide 18 - Tekstslide

Begrippen uit deze les
  • Adel
  • Erfelijk
  • Graaf
  • Hertog
  • Leenheer
  • Leenman
  • Leenstelsel

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk
Maken 4.1 Leenheren en leenmannen
Opdrachten 1 en 3

 

Slide 20 - Tekstslide