PROEFTOETS ISLAM

PROEFTOETS ISLAM 
READER: Zuilen & Bedevaart (=par3) , par4 Leven Mohammed, par 5 Moskee, Par 6 Koran

Theorieboek: het leven van Mohammed (zie tijdbalk) + Stromingen Sjieten en Soennieten
(ook met deze lessonup kun je oefenen)

1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

PROEFTOETS ISLAM 
READER: Zuilen & Bedevaart (=par3) , par4 Leven Mohammed, par 5 Moskee, Par 6 Koran

Theorieboek: het leven van Mohammed (zie tijdbalk) + Stromingen Sjieten en Soennieten
(ook met deze lessonup kun je oefenen)

Slide 1 - Tekstslide

Wat betekent het woord "Islam" letterlijk?
A
God is groot
B
Overgave of onderwerping
C
Neerbuigen voor God
D
De heersende godsdienst

Slide 2 - Quizvraag

Een moslim onderwerpt zich aan de wil van God,
A
Omdat er maar één God is
B
Omdat God weet wat het beste is voor de mens
C
Omdat God almachtig is
D
Omdat God de schepper is van hemel en van aarde

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een minaret?
A
De karakteristieke koepelvormige dak van de moskee
B
Is de nis in de muur richting Mekka
C
Een gebedsruimte waar je kunt bidden
D
Toren vanwaar de oproep tot gebed is te horen.

Slide 4 - Quizvraag

Tijdens de ramadan mogen moslims.....eten
A
tussen zonsondergang en zonsopgang eten
B
tussen zonsopkomst en zonsondergang eten
C
alleen tijdens het weekend
D
alleen op vrijdag tijdens de bijeenkomst

Slide 5 - Quizvraag

De 2e zuil, de 'salaat'. Wat betekent het woord 'salaat' letterlijk in het arabisch?
A
Overgave
B
Bedevaart
C
Oproepen
D
Praten

Slide 6 - Quizvraag

Hoe wordt de bedevaart naar Mekka ook wel genoemd?
A
Sjahada
B
Zakaat
C
Saum
D
Hadj

Slide 7 - Quizvraag

Eerst was het geven van geld aan de armen vrijwillig. Leg uit waarom Mohammed er een verplichting van heeft gemaakt?
A
Omdat hij veel geld nodig had voor zijn heilige strijd tegen Mekka.
B
Hij was net een soort Robin Hood. 'Stelen" van de rijken en geven aan de armen.
C
Hij vond dat het geld eerlijk verdeeld moest worden onder de bevolking
D
Omdat hij veel geld nodig had voor het bouwen van ziekenhuizen om zo de mensen te helpen.

Slide 8 - Quizvraag

Het woord “Koran” betekent letterlijk?
A
Arabisch heilig geschrift/boek
B
Door de engel Gabriel gegeven
C
Is een ander woord voor Bijbel.
D
Dat wat voorgelezen moet worden

Slide 9 - Quizvraag

Waarop had Mohammed in zijn toespraken vooral kritiek?
A
Op egoïsme van de rijke handelaren en het polytheïsme
B
Op het egoïsme van de rijke handelaren en het monotheïsme
C
Op het monotheïsme en de polygamie
D
Op de polygamie en het egoïsme van de rijke handelaren

Slide 10 - Quizvraag

De grote betekenis van de vrijdag voor Moslims is:
A
Dan is het bijna weekend
B
Het gemeenschappelijk gebed in de moskee
C
Het geven van aalmoezen aan de armen
D
Het besnijden van de jongens die in de afgelopen week zijn geboren

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een soera?
A
Een uitspraak van Mohammed
B
Een verhaal over Mohammed
C
Een hoofdstuk uit de koran
D
Een vers uit de koran

Slide 12 - Quizvraag

De voorganger van de moskee is
A
De imam
B
De kalief
C
De minbar
D
De mihrab

Slide 13 - Quizvraag

Welke uitspraak is niet waar?
A
De Hadj is de bedevaart naar Mekka
B
Door Zakat wordt de moslim 5 x per dag aan God herinnerd.
C
Islam betekent overgave
D
Door de Saum weet de Moslim zich verbonden met de armen van de wereld.

Slide 14 - Quizvraag

Welke stroming in de Islam is de grootste. Heeft de meeste volgers.
A
Soennieten
B
Sjieten
C
Alevieten
D
Salafisten

Slide 15 - Quizvraag

Leg uit waarom de moslims de God van de christenen als polytheïsme ervaren?

Slide 16 - Open vraag

Hoe luidt de geloofsbelijdenis die bij de geboorte wordt uitgesproken.

Slide 17 - Open vraag

Tijden het jaarlijkse vasten zijn er groepen mensen vrijgesteld. Noem er drie.

Slide 18 - Open vraag

Op welke manier is de inhoud van de koran onderverdeeld?

Slide 19 - Open vraag

Noem een zuil uit de islam, waarvan een moslim in Nederland het moeilijk vindt zich er precies aan te houden en waarom is dit moeilijk?

Slide 20 - Open vraag

Er zijn 2 vormen van Jihad: Grote Jihad en kleine Jihad.

Wat is het verschil tussen deze 2 en geef een voorbeeld.

Slide 21 - Open vraag

Had de oprichter van de Islam mohammed kennis van het Jodendom en het Christendom? Leg uit.

Slide 22 - Open vraag

Jihad betekent letterlijk: "In naam van Allah mensen bekeren tot de Islam".
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Sjiieten vormen binnen de islam een minderheid.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quizvraag

De moskee is zowel plaats voor gebed als ontmoetingsplek voor moslims.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Koppel de naam van de zuil met de juiste afbeelding
Salaat
Saum
Zakaat
Hadj
Shahada

Slide 26 - Sleepvraag

Koppel het jaartal met de gebeurtenis.
570
595
610
622
630
632
Geboorte Mohammed in Mekka
Mohammed gaat werken bij Chadiedja
Mohammed ontmoet de engel Gabriel die hem vertelt over Allah.
Mohammed verhuisd naar Medina. Begin Islamitische jaartelling
Mohammed verovert Mekka
Mohammed sterft en wordt begraven in Medina

Slide 27 - Sleepvraag

Jo kijkt om zich heen. In de verte staat een moskee. Dit gebouw is herkenbaar aan de boven de rest uit torende ……… (meervoud).

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Tekstslide

De zuil, die te maken heeft met de Kaäba, heet ...

Slide 30 - Open vraag

Slide 31 - Tekstslide

De Arabische naam voor de zuil, die te maken heeft met geld en meer is...

Slide 32 - Open vraag

Slide 33 - Tekstslide

De hier als laatst uitgebeelde zuil heet ...

Slide 34 - Open vraag

Over de opvolging van Mohammed werd verschillend gedacht. Welke groep wil een opvolger uit de familie van Mohammed?
A
Sjiieten
B
Soennieten
C
Alevieten
D
Cherazieten

Slide 35 - Quizvraag

Slide 36 - Tekstslide

Dit voorbeeld hoort bij
A
de grote jihad
B
de kleine jihad

Slide 37 - Quizvraag


Waar is de Islam ontstaan?
A
Arabië
B
China
C
Spanje
D
Turkije

Slide 38 - Quizvraag


Welke uitspraak over de islam is juist?
A
De islam is gesticht door de Iranees Mohammed
B
Aanhangers van de islam noem je alafieten
C
Het gebedshuis van de islam noem je een moskee.
D
De verspreiding van de islam begon in de tweede eeuw na Christus.

Slide 39 - Quizvraag


Wat is niet een van de vijf zuilen 
van de islam?
A
Eén keer in je leven naar Mekka gaan
B
Vrijdag naar de moskee gaan
C
Geld geven aan arme mensen
D
Vijf keer per dag bidden

Slide 40 - Quizvraag

Welke uitspraak is niet waar?
A
De Hadj is de bedevaart naar Mekka
B
Door Zakat wordt de moslim 5 x per dag aan God herinnerd.
C
Islam betekent overgave
D
Door de Saum weet de Moslim zich verbonden met de armen van de wereld.

Slide 41 - Quizvraag

Welke uitspraak is niet waar?
A
De Hadj is de bedevaart naar Mekka
B
Door Zakat wordt de moslim 5 x per dag aan God herinnerd.
C
Islam betekent overgave
D
Door de Saum weet de Moslim zich verbonden met de armen van de wereld.

Slide 42 - Quizvraag

wat is een ander woord voor geloofsbelijdenis?
A
salat
B
shahada
C
ramadan
D
zakaat

Slide 43 - Quizvraag

Wat betekent het woord "islam" letterlijk?
A
God is groot
B
Overgave of onderwerping
C
Neerbuigen voor God
D
De heersende godsdienst

Slide 44 - Quizvraag

Koppel de juiste begrippen aan de juiste betekenis
het huis van de islam
Een straf of een maatregel die wordt uitgelegd
Islamitische wetgeving
Geen discussie over regels
Traditie
geestelijke strijd tegen fouten
Sjaria
Soenna
Oemma
Hadith
Kleine jihad
fundamentalisme

Slide 45 - Sleepvraag

Stromingen
Soennieten 
Soennieten
Na de dood van Mohammed vond een deel van zijn aanhangers dat zijn goede vriend Aboe Bakr hem moest opvolgen. De soennieten vormen negentig procent van alle moslims. De naam soennietten wijst erop dat men zich wil houden aan het voorbeeld (soenna) van Mohammed. Ze kennen geen vaststaande gezagsstructuur en sterke godsdienstige leiders. Ook hebben ze een beperkt aantal religieuze feestdagen. Onder de soennieten zijn er enkele radicale stromingen, zoals het wahabisme in Saoedi-Arabië dat zich streng houdt aan de letter van de Koran. Zo staat men vrouwen alleen toe naar school te gaan en te werken temidden van vrouwen. In Saoedi-Arabië is sharia (de islamitische wetgeving) officieel de grondwet. 
Sji'ieten
Minderheden binnen de islam: 
alevieten en soefi's
Sji'ieten
Na de dood van Mohammed had een andere groep mensen de overtuiging dat Ali (de schoonzoon van Mohammed) hem moest opvolgen. De reden: men geloofde dat Ali geestelijke verwantschap had met Mohammed. De sji'ieten zijn altijd een minderheid geweest, behalve in Iran. Sji'ieten hebben een krachtige organisatie. In Iran kent men ayatollahs: sji'ietische leiders die aangeven hoe Mohammed in een bepaalde situatie zou hebben gehandeld. 
Islamfundamentalisme
Een richting binnen de islam die sterk hecht aan een letterlijke naleving van datgene wat in de Koran staat en wat de eeuwenoude islamitische traditie heeft voortgebracht. 

Slide 46 - Tekstslide

570
576
595
610
622
630
632
Geboorte Mohammed in Mekka
De ouders van Mohammed stierven
Mohammed gaat werken bij Chadiedja
Mohammed ontmoet de engel Gabriel die hem vertelt over Allah.
Begin Islamitische jaartelling
Mohammed verhuist naar Medina
Mohammed verovert Mekka
Mohammed sterft en wordt begraven in Medina

Slide 47 - Sleepvraag

Salat
Rama-dan
Zakat
Hadj
Shahada

Slide 48 - Sleepvraag

Slide 49 - Tekstslide