1KGT - Theme 4 - stone 9/10/11 - gram 10-11-12

 THEME 4 
Jullie moeten kennen en kunnen:
1) vragen en ontkennen met "to do"
2) this that these those
3) Stone 9 en 10: vragen en vertellen over dieren
4) Omgeving beschrijven
5) trappen van vergelijking

1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
engMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

 THEME 4 
Jullie moeten kennen en kunnen:
1) vragen en ontkennen met "to do"
2) this that these those
3) Stone 9 en 10: vragen en vertellen over dieren
4) Omgeving beschrijven
5) trappen van vergelijking

Slide 1 - Tekstslide

1) Vragen en ontkennen met "to do"

Slide 2 - Tekstslide

Welke regels hebben jullie geleerd over vragen en ontkennen met "to do"?

Slide 3 - Woordweb

Do of does?
....... you want to send an email?
A
do
B
does

Slide 4 - Quizvraag

... John ... to Spain every year?
A
Do ... go
B
Do ... goes
C
Does ... go
D
Does ... goes

Slide 5 - Quizvraag

... you come to school by bus?
A
Do
B
Does

Slide 6 - Quizvraag

Maak een ontkennende zin. We like to talk.
A
Do we like to talk?
B
We doesn't like to talk.
C
We don't like to talk.

Slide 7 - Quizvraag

Welke kloppen?
A
Have we to go to bed early?
B
Do we have to go to bed early?
C
Does we have to go to bed early?
D
We don't have to go to bed early.

Slide 8 - Quizvraag

Ik ken vragen en ontkennen met "to do" goed.
A
Ja, ik had geen fouten.
B
Nee, ik moet nog meer oefenen.
C
Ik snap het nog niet.

Slide 9 - Quizvraag

this that these those

Slide 10 - Tekstslide

voorbeeld
Look at ...... newspaper here.
A
This
B
That
C
These
D
Those

Slide 11 - Quizvraag

Look at .... cars over there
A
This
B
That
C
These
D
Those

Slide 12 - Quizvraag

... colours look beautiful on you!
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 13 - Quizvraag

Look at ... book over there.
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 14 - Quizvraag

Kies uit:

................. jackets
A
This
B
That
C
These
D
Those

Slide 15 - Quizvraag

Kies uit:

............. jacket
A
This
B
That
C
These
D
Those

Slide 16 - Quizvraag

... mobile I have in my hand is my mobile.
A
This
B
That
C
These
D
Those

Slide 17 - Quizvraag

De boeken liggen daar in de kast
A
that books
B
those books
C
this books
D
these books

Slide 18 - Quizvraag

wat is iets wat dichtbij staat
A
this
B
these
C
that
D
those

Slide 19 - Quizvraag

Ik ken "this that these those" goed.
A
Ja, ik had geen fouten.
B
Nee, ik moet nog meer oefenen.
C
Ik snap het nog niet.

Slide 20 - Quizvraag

Stone 9 en 10: vragen en vertellen over dieren

Slide 21 - Tekstslide

Does this animal have wings?
A
yes
B
no

Slide 22 - Quizvraag

Hoe vraag je of iemands huisdier tam of gevaarlijk is?
A
Is your pet obedient or naughty?
B
Is your pet tame or dangerous?
C
Does your pet obedient or dangerous?

Slide 23 - Quizvraag

Hoe zeg je "Deze dieren hebben geen bruine vlekken" ?
A
Those animals does not have brown spots.
B
These animals don't have brown spots.
C
This animal does not have brown spots.
D
That animals doesn't has brown spots.

Slide 24 - Quizvraag

Does it have whiskers?
A
Yes, it does.
B
No, it doesn't.
C
What are whiskers?

Slide 25 - Quizvraag

Do these animals eat meat?
A
yes, they eat meat.
B
no, they do not eat meat.

Slide 26 - Quizvraag

Vertaal: "Deze dieren hebben scherpe tanden."
Vergeet hoofdletter en punt niet.
timer
0:30

Slide 27 - Open vraag

Vertaal: "Deze vogels leven niet in de bergen."
Vergeet hoofdletter en punt niet.
timer
0:30

Slide 28 - Open vraag

Ik ken "stone 9 en 10" goed.
A
Ja, ik had geen fouten.
B
Nee, ik moet nog meer oefenen.

Slide 29 - Quizvraag

stone 11
de omgeving beschrijven

Slide 30 - Tekstslide

describe this landscape:
A
This area is flat.
B
These area is pretty flat.
C
This area is hilly.
D
Those country is hilly.

Slide 31 - Quizvraag

which sentence is correct?
A
The most famous landmark in the country is Stonehenge.
B
It's a small village in the countryside.
C
The highest mountain in the area is Ben Nevis.
D
My country is pretty flat.

Slide 32 - Quizvraag

which one is correct?
A
These island got beautiful beach.
B
This island has got beautiful sandy beaches.
C
Our country has beautifull beach.

Slide 33 - Quizvraag

COMPARATIVES & SUPERLATIVES

Slide 34 - Tekstslide

The girl is young, the boy is...
A
younger
B
youngest

Slide 35 - Quizvraag

Which is correct?
A
Boring - More boring - Most boring
B
Dry - Drier - Driest
C
Happy - Happier - Happiest
D
Bored - More bored - Most bored

Slide 36 - Quizvraag

I am bigger ... you.
A
then
B
than

Slide 37 - Quizvraag

She's beautiful I agree, but her mother is ............... .
A
beautifuller
B
more beautiful
C
most beautiful

Slide 38 - Quizvraag

I am not coming to work today. I feel even _____ than yesterday.
A
worse
B
worst

Slide 39 - Quizvraag

Wat ga je nu doen?
A
Grammar "to do" extra oefenen
B
Grammar "this that these those" extra oefenen
C
Stone 9 en 10 of 11 extra oefenen
D
trappen van vergelijking oefenen

Slide 40 - Quizvraag

Reminder: als je wilt, kun je vanmiddag naar 123 komen om te leren/oefenen voor de toets met mij.

Slide 41 - Tekstslide