H8 draaisymmetrie en puntsymmetrie

13.2 Draaisymmetrie
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

13.2 Draaisymmetrie

Slide 1 - Tekstslide

Draaisymmetrie en puntsymmetrie
Wat gaan we deze les leren:
  • Wanneer en figuur draaisymmetrisch is
  • We leren de kleinste draaihoek van een draaisymmetrisch figuur berekenen.
  • We leren wat puntsymmetrie is en herkennen wanneer een figuur puntsymmetrisch is. 


Slide 2 - Tekstslide

Lijnsymmetrie

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een ander woord voor lijnsymmetrie?
A
draaisymmetrie
B
puntsymmetrie
C
spiegelsymmetrie
D
vouwsymmetrie

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Video

Hoe bepaal je nou de kleinste draaihoek?
Stap 1: Kijk hoe vaak je een figuur kan draaien zonder dat de figuur veranderd.
Stap 2: 360 : 3 =120 dus kleinste draaihoek = 120 graden!
         beginstand           1                            2                        3                   

Slide 6 - Tekstslide

Hoe bepaal je nou de kleinste draaihoek?
Stap 1: Kijk hoe vaak je een figuur kan draaien zonder dat de figuur veranderd.
Stap 2: 360 : 4 =90 dus kleinste draaihoek = 90 graden!
         beginstand        1                   2                   3                   4
.
.
.
.
.

Slide 7 - Tekstslide

Even oefenen .....
Je krijgt een aantal meerkeuzenvragen. Probeer steeds het juiste antwoord te geven.

Slide 8 - Tekstslide

Is deze afbeelding draaisymmetrisch?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de kleinste draaihoek?
A
45 graden
B
90 graden
C
180 graden
D
270 graden

Slide 10 - Quizvraag

Is deze afbeelding draaisymmetrisch?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

Hoeveel keer kan je deze figuur draaien?
A
0
B
1
C
2
D
4

Slide 12 - Quizvraag

Wat is dan de kleinst draaihoek?
A
45 graden
B
90 graden
C
180 graden
D
270 graden

Slide 13 - Quizvraag

Hoeveel keer kan je deze figuur draaien?
A
4x
B
6x
C
12x
D
8x

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de kleinste draaihoek van deze figuur?
A
60 graden
B
90 graden
C
45 graden
D
180 graden

Slide 15 - Quizvraag


PUNTSYMMETRIE  =  DRAAISYMMETRIE
over  . . .  graden
A
90°
B
120°
C
180°
D
360°

Slide 16 - Quizvraag


SYMMETRISCH?
A
Lijnsymmetrie
B
Draaisymmetrie
C
Puntsymmetrie
D
Asymmetrisch

Slide 17 - Quizvraag


Welke soorten van
symmetrie? 
2 antwoorden zijn goed
A
Lijnsymmetrie
B
Draaisymmetrie
C
Puntsymmetrie
D
Asymmetrie

Slide 18 - Quizvraag

Welk soort symmetrie?
A
lijnsymmetrie
B
draaisymmetrie
C
puntsymmetrie
D
Lijn, draai én puntsymmetrie.

Slide 19 - Quizvraag

Wat voor symmetrie heeft dit figuur?
A
Lijnsymmetrie
B
Draaisymmetrie
C
Punt symmetrie
D
Zowel lijn-, draai- als puntsymmetrie

Slide 20 - Quizvraag


Symmetrische eigenschappen
A
Lijnsymmetrie
B
Draaisymmetrie
C
Puntsymmetrie
D
Lijn-, draai- en puntsymmetrie

Slide 21 - Quizvraag


SYMMETRISCH?
A
Lijnsymmetrie
B
Draaisymmetrie
C
Puntsymmetrie
D
Asymmetrisch

Slide 22 - Quizvraag

Klaar?

BBL:

P. 8.2: opdracht 11,12,13,14,15,17,18
KBL en TL:
P. 8.2: opdracht 10,12,14,15,16,17,19,21,23,24,26




Slide 23 - Tekstslide