Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
wk 45: les 1 - 17 leesvaardigheid: functiewoorden
Dinsdag 8 november - 2GT1
10 minuten stillezen
Terugblik: fictie - ruimte (blz. 94)
Leesvaardigheid: functiewoorden (blz. 70)
Aan de slag!
--> Heeft iedereen titel + schrijver leesboek doorgegeven?
timer
10:00
1 / 24
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
24 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Dinsdag 8 november - 2GT1
10 minuten stillezen
Terugblik: fictie - ruimte (blz. 94)
Leesvaardigheid: functiewoorden (blz. 70)
Aan de slag!
--> Heeft iedereen titel + schrijver leesboek doorgegeven?
timer
10:00
Slide 1 - Tekstslide
Vorige les heb je geleerd...
...hoe een schrijver spanning kan creëren door het gebruik van
tijd
en
ruimte
.
Slide 2 - Tekstslide
Deze les ga je leren...
...wat
functiewoorden
zijn en hoe ze je helpen om de structuur van een tekst te herkennen.
Slide 3 - Tekstslide
Herhaling klas 1: tekstopbouw
Inleiding
Middenstuk/kern
Slot
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Herhaling klas 1: tekstopbouw
Inleiding -
anekdote, aanleiding, probleemstelling
Middenstuk/kern -
afweging, argument, gevolg, nuancering, verklaring, constatering
Slot -
oplossing, conclusie, advies
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Probleemstelling
Opsomming
Ontkenning
Slide 9 - Tekstslide
Aan de slag!
Lees blz. 70
Maak opdr. 1, 2, 3, 4, 5
Maak de vragen op de volgende slides
Slide 10 - Tekstslide
Verhaaltje dat de schrijver vertelt als illustratie bij het onderwerp van de tekst.
A
argument
B
constatering
C
conclusie
D
anekdote
Slide 11 - Quizvraag
Een goede raad
A
argument
B
afweging
C
aanbeveling
D
verklaring
Slide 12 - Quizvraag
De schrijver legt uit waarom iets is zoals het is.
A
argument
B
verklaring
C
conclusie
D
voorwaarde
Slide 13 - Quizvraag
Dat wat de schrijver tot het schrijven van de tekst aanzette.
A
anekdote
B
tegenwerping
C
conclusie
D
aanleiding
Slide 14 - Quizvraag
Vaststelling van een feit of verschijnsel
A
voorwaarde
B
relativering
C
constatering
D
conclusie
Slide 15 - Quizvraag
Nadenken over wat het beste is
A
afweging
B
relativering
C
constatering
D
conclusie
Slide 16 - Quizvraag
Waar komt een afweging vaak voor?
A
aan het begin van een tekst
B
in de bron van een tekst
C
in het middenstuk van een tekst
D
aan het eind van een tekst
Slide 17 - Quizvraag
Relativering
A
Resultaat van waarnemingen en overdenkingen van de schrijver.
B
De schrijver laat de betrekkelijkheid van iets zien, zwakt iets af.
C
Iets dat nodig is of eerst moet gebeuren voordat iets anders kan gebeuren
D
Verhaaltje dat de schrijver vertelt als illustratie bij het onderwerp van de tekst.
Slide 18 - Quizvraag
Definitie
A
Samenvattende omschrijving van de kenmerken van een begrip.
B
Iets dat nodig is of eerst moet gebeuren voordat iets anders kan gebeuren.
C
Nadenken over wat het beste is.
D
Voorwaarde of beperking bij een toezegging.
Slide 19 - Quizvraag
Conclusie
A
Jouw opvatting over iets stellen tegenover de mening van een ander.
B
Voorwaarde of beperking bij een toezegging.
C
Vaststelling van een feit of verschijnsel.
D
Resultaat van waarnemingen en overdenkingen van de schrijver.
Slide 20 - Quizvraag
Tegenwerping
A
Laten zien dat een argument niet juist is.
B
Jouw opvatting over iets stellen tegenover de mening van een ander.
C
Resultaat van waarnemingen en overdenkingen van de schrijver.
D
Voorwaarde of beperking bij een toezegging.
Slide 21 - Quizvraag
Weerlegging
A
Laten zien dat een argument/argumentatie niet juist is.
B
Extra, nauwkeuriger omschreven informatie bij een onderwerp
C
Het verduidelijken van iets door meer details te geven en/of de mening iets minder scherp te maken.
D
Formulering van een probleem met de bedoeling het te gaan oplossen
Slide 22 - Quizvraag
Uitwerking
A
Het verduidelijken van iets door meer details te geven en/of de mening iets minder scherp te maken.
B
De schrijver laat de betrekkelijkheid van iets zien, zwakt iets af.
C
Laten zien dat een argument/argumentatie niet juist is
D
Extra, nauwkeuriger omschreven informatie bij een onderwerp
Slide 23 - Quizvraag
Einde van deze les
Slide 24 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
wk 16: les 1 - 17 Functiewoorden
April 2024
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
wk 42: les 2 - 17 leesvaardigheid: functiewoorden
Oktober 2022
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
wk 45: les 2 - 18 leesvaardigheid: verbindingswoorden
November 2022
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
3H blok 4 functiewoorden II & tekststructuren II
Mei 2023
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3H blok 4 functiewoorden II & tekststructuren II
Mei 2022
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Les 55 - H6 Lezen: functiewoorden
Juni 2024
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Functiewoorden h3
Oktober 2021
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
klas 3 Functiewoorden roken h5 h6
Mei 2023
- Les met
34 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3