BTO Veldkei groep 3, 4, 5

Nodig
  • Gekleurd A4 papier
  • Vlechtstroken, verschillende breedte
  • Scharen
  • lijmstiften
  • stiften voor de patronen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstBasisschoolGroep 3-5

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nodig
  • Gekleurd A4 papier
  • Vlechtstroken, verschillende breedte
  • Scharen
  • lijmstiften
  • stiften voor de patronen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BTO Veldkei groep 3, 4, 5

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zien we hier

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

thuisnijverheid
kindertehuizen
opkomst van industrie

Slide 4 - Tekstslide

In de 19e eeuw verdween langzaamaan de textielindustrie uit Amersfoort, omdat er in andere steden betere en snellere fabrieken waren.
In Twente en Tilburg bijvoorbeeld waren enorme fabrieken met moderne, mechanische weefmachines.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kinderarbeid
Vroeger was het heel gewoon dat een kind van 7 of 8 jaar al aan het werk was. In Twente was dit in de Textielfabrieken of bij je ouders op de boerderij.
Leerplicht of recht op onderwijs bestond nog niet.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weven op verschillende 
plaatsen in de wereld

Slide 7 - Tekstslide

Over de hele wereld werd en wordt geweven: 
van linksboven met de klok mee:
Afrika, Marokko, Amerika (Indianen), Peru, Roemenië, India, Nepal, Turkije.
Weven
Weven is een van de oudste technieken die de mens heeft uitgevonden, ongeveer 10.000 jaar geleden. Uit de stengel van riet sneden mensen, overal op de wereld, dunne repen die tot manden, vuurwaaiers en andere gebruiksvoorwerpen werden geweven. Aan het begin van onze jaartelling gingen mensen weven met wol, katoen en zijde en ontstond textiel voor kleding. In de collectie van ons museum vind je verschillende geweven stoffen: oude en hedendaagse ontwerpen. 
Kente
Voor deze activiteit laten we ons inspireren door populaire stoffen uit Ghana, West-Afrika. De kleurige katoenen weefsels van de Asante in heten ‘kente’.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kente
Kente is een typische Ghanese stof.  Kenten betekent in de taal Fante mand of korf. 
Het dambordpatroon is kenmerkend voor deze weefsels.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Traditioneel en fashion
Kente stoffen worden op veel manieren gedragen, op een wat traditionelere manier (vaak tijdens bijzondere gelegenheden) of in hedendaagse mode.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 1
  • Zet met potlood een lijn
  • Zet boven de lijn je naam
  • Vouw je papier dubbel
  • Knip stroken van 2 cm. Knip tot de lijn.  

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 2
  • Vlecht een strook om en om, er overheen en er onder door.
  • De volgende strook begin je precies andersom, er onder door en dan er overheen.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 3
  • Knip de zijkanten van de stroken op maat.
  • Lijm de zijkant vast. Doe dit aan de voor en achterkant. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 4
  • Versier je weefpapier met patronen.
  • Kleur bijvoorbeeld op 1 strook allemaal rondjes en op de volgende strook streepjes. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 5
  • Je weefpapier is klaar.
  • Tijd over: je kunt er nog een maken, maar dan met verschillende patronen.
  • Tijd is op: spullen opruimen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Instructie
Dit heb je nodig.

Volg daarna de stappen:
Plak de zijkanten vast met lijmstift
Eerst je naam
Vouw en knip.

Slide 17 - Tekstslide

Deel het vel Weeflijnen uit.
De leerlingen: 
- vouwen het vel A4 dubbel,
- knippen de lijnen in,
- vouwen het papier weer open.
Deel per kind 10 stroken uit.
De leerlingen:
- pakken een strook papier en steken het onderlangs en bovenlangs door de stroken van het A4 vel,
- pakken een tweede strook en herhalen dit, maar nu begin je met bovenlangs en dan onderlangs,
- herhalen dit met ca 10 stroken.



Een ander patroon maken kan ook.
Zie jij hoe je dat doet?

Slide 18 - Tekstslide

Vraag aan de leerlingen: hoe is dit patroon gemaakt?
De eerste gekleurde strook gaat 2x onderdoor, 2 x bovenlangs enz.
Bij de tweede gekleurde strook ga je 1x onderdoor. Daarna 2x bovenlangs, 2x onderlangs enz.
De derde strook gaat 2x bovenlangs, 2x onderdoor, enz.
De leerlingen:
- doen dit ook met ongeveer 10 stroken.
Ga dan pas naar de volgende dia.
Verschillende patronen:
Kunnen jullie ontdekken hoe ze zijn gemaakt?

Slide 19 - Tekstslide

Bespreek met de leerlingen het eerste plaatje. (rood met blauw)
Wat is er gebeurt?
  • Eerst gaat de gekleurde strook 1x onderdoor, daarna 3x over de stroken heen, 3x onder, 3x over enz.
  • de volgende strook gaat 3x over, 3x onder, 3x over
  • Bespreek nog een voorbeeld met de leerlingen. 
Maar hoe ontwerp je een patroon?


Ga nu zelf aan de slag!

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Elke kleur heeft een betekenis
Bij Kente heeft iedere kleur een betekenis heeft. Blauw staat voor liefde, groen voor energie, rood voor woede, geel voor rijkdom en wit betekent goedheid. Je kunt met je weef werk dus eenboodschap vertellen!

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

weefinstructie

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies