EHBSO

EHBSO Introductie
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Lichamelijke opvoedingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

EHBSO Introductie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het eerste
dat in jou opkomt bij
het horen van EHBSO?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Lesinhoud
  • Waar bestaat VT42 uit?
  •  Voorkomen van sportblessures
  • EHBSO - hoe moet je handelen?
  • Voorbeeld: Hoe handel je bij een bloedneus?
  • Praktijk: Pleisterkaart.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar bestaat VT42 uit?
Handout!

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tips om hoger te scoren!
  1. Verwerk de tekst uit de reader in eigen woorden;
  2. Maak gebruik van steekwoorden;
  3. Presenteer zonder briefje;
  4. Maak wat anders dan een powerpoint;
  5. Gebruik ondersteunende    plaatjes;
  6. Wees creatief: korte quiz-vragen, geef een handout, praktijk voorbeelden etc.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Opbouwen!
  • Sportief spelen (Fair Play)
  • Sportuitrusting
  • Gezonde leefstijl
  • Veiligheid van de sportaccomodatie

Slide 6 - Tekstslide

Fair Play: Hanteren van afspraken en regels binnen de sport. Ook ongeschreven regels!

Sportuitrusting: Wat ook alweer aan met MM? 
- Vocht en/of temperatuur regulerende kleding
- Beschermende kleding
- Bewegingsvrijheid
- Sportspecifieke kleding

Gezonde leefstijl:
- zorg voor goede voeding (zitten brandstoffen in die nodig zijn om te sporten)
- Voorkom overgewicht
- Drink voldoende water
- Alcohol met mate
- Niet roken

Sportaccomodatie:
- Regelmatige controle
- zuinige omgang
- Zorgen voor netjes opgeruimd terein


Waar begint het opbouwen van sporten altijd mee?
A
Rekken en strekken
B
Dansen
C
Cooling-down
D
Warming-up

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Juist!

Een warming-up!

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke 3 onderdelen moeten in een warming-up zitten?

A
1. Algemene oefeningen 2. Dynamische rek- en spierversterkende oefeningen 3. Sportspecifieke oefeningen
B
1. Beginspel 2. Sportspecifieke oefeningen 3. Eindspel
C
1. Rekoefeningen 2. Kern 3. Slot
D
1. Algemene oefeningen 2. Loopwerk 3. Armenzwaaien

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het geleidelijk opbouwen van je training doe je als volgt:
  • Bouw de intensiteit en frequentie op
  •  Weet wat jouw belastbaarheid is
  • Besteed aandacht aan je techniek
  • Doe, naast een warming-up, ook een cooling-down

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar moet een warming-up aan voldoen?

Duur: 10 tot 15 minuten

Voordelen:
1. Minder kans op blessures
2. Betere prestaties

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meest voorkomende blessures EHBSO
  • Blaren                                                     - Ontwrichting
  • (schaaf)wonden                                - Ademhalingsproblemen
  • Splinters                                               - Tand eruit
  • Bloedneus & neusbreuk                - Kramp/Steken in de zij
  • Bewusteloosheid                              - Kneuzing of verstuiking
  • Hersenschudding                             - Botbreuk

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dilemma
Tijdens een rugby wedstrijd heeft een speler een elleboog tegen zijn neus gekregen, waarna die een flinke bloedneus heeft. 

Hoe handel je?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

0. Blijf kalm! Zelfverzekerd en kordaat handelen.
1. Eerst eigen veiligheid, maar ook veiligheid omstanders. Meer slachtoffers voorkomen.
2. Stille getuigen.
3. Voor betere behandeling.
4. Melden ongeval. Ernstig? Zelf of iemand anders 112 laten bellen en daarna hulpdiensten opvangen.
5. Niet onnodig verplaatsen bij groot letsel. 



Dilemma
Je bent een dagje in Amsterdam. Voor je zie je dat een fietser met zijn wiel in een tramspoor rijdt, waarna de fietser bewegingsloos blijft liggen. Je kijkt langs de fietser en ziet dat er een tram jullie kant op komt.

Hoe handel je?

Slide 16 - Tekstslide

1. Persoon benaderen via hoofd/zijkant.
2. Bewustzijn checken: geen bewustzijn? Door naar 3
3. Ademhaling checken: geen ademhaling? Door naar 4 + 112 bellen
4. Bloedsomloop checken: geen bloedsomloop? Reanimeren! Wel bloedsomloop? Door naar 5
5. Stabiele zijligging: knellende kleding los maken, slachtoffer in stabiele zijligging en om de minuut ademhaling checken.

Dilemma
Het is zomer en je bent in het Twiske en je bent een rondje aan het wandelen. Je loopt over een stijger en ziet in de verte iemand bewegingsloos in het water liggen.

Hoe handel je?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een kneuzing ontstaat door externe impact tussen je opperhuid en bot.
Een verstuiking is een intern geforceerde beweging.

Slide 20 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

🏑

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tot slot!

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ICE
  • Immobilisatie
  • Compressie
  • Elevatie

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tot slot
Aan het werk 🩹🩸🤕

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies