De Geo H2 par 4 bewoonbare aarde

Klimaat en landschapszones
Waar wonen mensen op aarde en waarom wonen ze daar?
Dat heeft te maken met het klimaat en het landschap dat daarbij hoort.
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Klimaat en landschapszones
Waar wonen mensen op aarde en waarom wonen ze daar?
Dat heeft te maken met het klimaat en het landschap dat daarbij hoort.

Slide 1 - Tekstslide

Doel van deze les:
  1. Je kunt de klimaten en het landschap dat daarbij hoort herkennen
2. Je kunt de 4 klimaten herkennen op een Klimaatdiagram 
3. Je kunt de klimaatzones op aarde aangeven
4. Je weet het verschil tussen weer en klimaat
5. Je weet dat de bevolkingsspreiding en bevolkingsconcentratie  veel met klimaat te maken heeft

Slide 2 - Tekstslide

Wat meet je als je "het weer" wilt bepalen?
A
Warmte en de kou
B
Warmte, regen en wind
C
Hoeveel graden het is over lange tijd
D
Warmte en de temperatuur

Slide 3 - Quizvraag

Hoe kun je het klimaat van een gebied bepalen?
A
Je meet de warmte, neerslag en de wind
B
Je meet hoe warm het is gedurende 1 jaar
C
Je meet het weer over lange tijd
D
Je kijkt naar de zomer- en wintertemperauur

Slide 4 - Quizvraag

Landschapszones
Temperatuur, neerslag en wind hebben veel invloed op de landschapszones. 
Je kunt dus zeggen dat het klimaat de plantengroei in een gebied bepaalt.

Slide 5 - Tekstslide

Noem de 4 Klimaten

Slide 6 - Woordweb

Slide 7 - Tekstslide

Hoe herken je klimaten?
- je kijkt naar de plantengroei
- het klimaat bepaalt grotendeels hoe het landschap eruit ziet
- je kijkt naar de klimaatgrafiek

Even oefenen: je ziet steeds een foto met van  een landschap. Jij moet het klimaat bepalen.

Slide 8 - Tekstslide


A
Droog klimaat
B
Poolklimaat
C
Gematigd klimaat
D
Tropisch klimaat

Slide 9 - Quizvraag


A
Poolklimaat
B
Tropisch klimaat
C
Droog klimaat
D
Gematigd klimaat

Slide 10 - Quizvraag


A
Droog klimaat
B
Tropisch klimaat
C
Poolklimaat
D
Gematigd klimaat

Slide 11 - Quizvraag


A
Droog klimaat
B
Tropisch klimaat
C
Poolklimaat
D
Gematigd klimaat

Slide 12 - Quizvraag


A
tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Pool klimaat
D
Gematigd klimaat

Slide 13 - Quizvraag

Welk klimaat heeft Nederland?

Slide 14 - Open vraag

Je weet nu de klimaten met hun landschap te combineren, knap!
Maar weet je nu ook welke klimaten je tegenkomt van de evenaar naar de noord/zuidpool?

Slide 15 - Tekstslide

Noem de klimaten die je tegenkomt van de evenaar tot de noord/zuidpool

Slide 16 - Open vraag

Klimaatdiagram
Dit is een grafiek waarin je kunt aflezen welk klimaat een plaats of gebied heeft.

Oefenen:

Slide 17 - Tekstslide


A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Gematigd klimaat
D
Poolklimaat

Slide 18 - Quizvraag


A
Tropisch klimaat
B
Poolklimaat
C
Gematigd klimaat
D
Droog klimaat

Slide 19 - Quizvraag


A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Gematigd klimaat
D
Poolklimaat

Slide 20 - Quizvraag


A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Gematigd klimaat
D
Pool klimaat

Slide 21 - Quizvraag

Verschillen in bevolkingsspreiding 
Dunbevolkt zijn de volgende gebieden:
- teveel hoogteverschil (reliëf)
- klimaat te warm
-Klimaat te koud
- klimaat te droog

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

In welke klimaatzone vind je de grootste bevolkingsconcentraties?
A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Gematigd klimaat
D
Pool klimaat

Slide 24 - Quizvraag

Op welk schaalniveau heb je de klimaten, landschap en bevolkingsspreiding nu bekeken in deze les?
A
Lokale schaal
B
Continentale schaal
C
Nationale schaal
D
Mondiale schaal

Slide 25 - Quizvraag

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 26 - Open vraag

Doel van deze les:
  1. Je kunt de klimaten en het landschap dat daarbij hoort herkennen
2. Je kunt de 4 klimaten herkennen op een Klimaatdiagram 
3. Je kunt de klimaatzones op aarde aangeven
4. Je weet het verschil tussen weer en klimaat
5. Je weet dat de bevolkingsspreiding en bevolkingsconcentratie  veel met klimaat te maken heeft

Slide 27 - Tekstslide