Les 4 (uitspraak)

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Bonjour! 

C'est où? 

Aujourd'hui:

• Contrôler le vocabulaire
•  Grammaire I: le verbe être
• Un peu de prononciation?

de stad

1. le quartier
2. la ville
3. le pays
4. l'habitant

leuk

1. chouette
2. nouvelle
3. là-bas
4. près

voorstellen

1. écouter
2. je m'appelle
3. présenter

Schrijf in het Nederlands: l'amie

Schrijf in het Nederlands: C'est l'heure.

Schrijf in het Frans: Nederlands
(typ: ' + e voor é)

Grammaire I: le verbe être

<-- Regardez au tableau -->

(page 39) 

Uitspraak! 

1. De eind -s, -t, -d, -x, -p etc. spreek je niet uit! 

des maisons 

trop

des livres

un placard

un lit 

Uitspraak! 

2. De e (uh), de é (ee) en de è 

demande  

Céline

prénom

présenter

très 

collège

Uitspraak! 

3. ai / ei spreek je uit als è / ee 

(e)au spreek je uit als oo 

français 

chaise 

maître

aussi

un bureau

au grenier

beige

 

treize

Uitspraak! 

4. oi spreek je uit als wa ; ou spreek je uit als oe; ui spreek je uit als u-i 

une voiture

le toit (het dak) 

voici 

bonjour

nous 

journal

nuit

je suis

Uitspraak! 

4. en --> an, in --> en, ien --> jen (allemaal door je neus!) 

on blijft on, un blijft un --> let op het verschil: un / une! 

un jardin

un chien

un enfant (een kind) 

bonbon

brun

un garçon, une fille

Uitspraak! 

5. Voor de uitspraak van de c en de g hangt het er van af welke letter erna komt. 

De c klinkt als /s/ voor de e of de i, anders als /k/

De g klinkt als /zj/ voor de e of de i, anders als /g/ in goal

du coca

ridicule

crêpe

claire 

ce soir

cigare

garage

gomme

guerre

gramme

gentil

gilet