Hoofdstuk 4 paragraaf 1 t/m 3 leren

1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Startklaar 
Rustig lokaal binnen komen.
JAS uit, oortjes af.  
Telefoon in je zakkie en in je tas.
Boek, laptop, rekenmachine heb je altijd bij je.
Wc bezoek alleen tijdens leswissel.  

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen 4.1
Je weet wat produceren is.

Je kent de bedrijfskolom en kunt uitleggen wat toegevoegde waarde is.
Je weet wat productiekosten zijn.
Je weet welke drie soorten bedrijven er zijn.


Slide 4 - Tekstslide

produceren

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Tekstslide

Zet op juiste volgorde in de bedrijfskolom:

Slide 7 - Sleepvraag

Slide 8 - Tekstslide

Bedrijfskolom van een wollentrui
Schapenhouderij
Spinnerij
Breifabriek
Textielfabriek
Boetiek

Slide 9 - Sleepvraag

Bedrijfskolom
Maak de bedrijfskolom kloppend 
Chocoladefabriek
Supermarkt
Cacaoplantage
Groothandel

Slide 10 - Sleepvraag

Slide 11 - Tekstslide

produceren
bedrijfskolom
toegevoegde waarde

Slide 12 - Sleepvraag

Slide 13 - Tekstslide

Sleep de bedrijven naar de juiste productiesector
Primaire sector
Secundaire sector
Tertiaire sector
Quartaire sector
School
Landbouwbedrijf
Kledingfabriek
Bank

Slide 14 - Sleepvraag

Sleep de foto's naar de bijhorende productiesectoren
Agrarische sector
Indistruële sector
Dienstensector

Slide 15 - Sleepvraag

Arbeid en productie worden ingedeeld in vier productiesectoren
Primaire sector

Secundaire sector

Tertaire sector

Quartaire sector

Landbouw, visserij
Winkels, banken
Onderwijs, zorg, politie
Industrie, bouw

Slide 16 - Sleepvraag

Bij welke productiesectoren horen deze bedrijven en instellingen?
Primaire sector
Secundaire sector
Tertaire sector
Quataire sector
Autorijschool 
Bloemenkwekerij
Fietsenfabriek 
Middelbare school

Slide 17 - Sleepvraag

Slide 18 - Tekstslide

Startklaar 
Rustig lokaal binnen komen.
JAS uit, oortjes af.  
Telefoon in je zakkie en in je tas.
Boek, laptop, rekenmachine heb je altijd bij je.
Wc bezoek alleen tijdens leswissel.  

Slide 19 - Tekstslide

Leerdoelen 4.2
1. Je weet wat een ondernemer is.

2. Je kent de drie productiefactoren.
3. Je weet wat concurrenten zijn.

4. Je kunt winst berekenen.
5. Je weet wat verlies is.



Slide 20 - Tekstslide

Een ondernemer is een:
A
iemand die met een eigen bedrijf zijn inkomen verdient
B
iemand die in loondienst is.
C
iemand die in de landbouw werkt
D
Iemand die bij de overheid werkt

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Om te kunnen produceren heeft een bedrijf productie-factoren nodig.
Kapitaal
Arbeid
Natuur

Slide 23 - Sleepvraag

Wat heb je allemaal nodig om patat te maken? 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Wie is de concurrent van Mac Donalds? 

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Aan het werk
Je gaat nu de vragen uit het boek maken:
Blz. 144
Vraag 22, 24, 25, 26 en 29

Klaar? Dan maak je ook blz. 168 (herhaling) 

Slide 28 - Tekstslide

Winst berekenen
Je verkoopt .............
De kosten zijn ..........

Bereken de kosten. 

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Wat is het tegenovergestelde van winst?

Slide 31 - Open vraag

''Failliet'
Het bedrijf V&D is in 2015 failliet gegaan.
A
Als een bedrijf zijn schulden niet meer kan betalen.
B
Een bedrijf dat wordt opgestart.
C
Als een bedrijf gaat samenwerken met een ander bedrijf.
D
Een bedrijf dat meerdere winkels opent.

Slide 32 - Quizvraag

Slide 33 - Tekstslide

Startklaar 
Rustig lokaal binnen komen.
JAS uit, oortjes af.  
Telefoon in je zakkie en in je tas.
Boek, laptop, rekenmachine heb je altijd bij je.
Wc bezoek alleen tijdens leswissel.  

Slide 34 - Tekstslide

Leerdoelen 4.3
Je weet wat technologische ontwikkeling is.
Je kunt uitleggen wat automatisering is.
Je weet wat mechanisatie is.
Je weet wat arbeidsproductiviteit is.


Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

automatisering
Mechanisatie
mechanisatie en automatisering

Slide 39 - Sleepvraag

Mechanisatie
Automatisering
Als machines de spierkracht van mensen overnemen.
Als machines het denken van de mensen overneemt.

Slide 40 - Sleepvraag

Arbeidsproductiviteit is .....
A
het aantal producten dat de werknemers van een fabriek maken
B
het aantal producten dat een fabriek maakt
C
het aantal producten dat gemaakt wordt
D
het aantal producten dat een werknemer kan maken in een bepaalde tijd

Slide 41 - Quizvraag

Slide 42 - Tekstslide

PARAGRAAF 4.4 NIET leren voor je toets
WEL LEREN:

4.1
4.2
4.3

Slide 43 - Tekstslide