Thema 2: Basisstof 2; Voortplantingsstelsel van de vrouw.

BS 2 Voortplantingsstelsel vrouw
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

BS 2 Voortplantingsstelsel vrouw

Slide 1 - Tekstslide

Voortplantingsstelsel vrouw

Slide 2 - Tekstslide

In figuur 4 zie je een schematische tekening van het voortplantingsstelsel van de vrouw. Welke geslachtsorganen worden er bedoeld met de onderstaande beschrijvingen? Sleep beschrijving naar de juiste nummers.

Vagina
Blaas
Urineleider
Eileider
Baarmoeder
Eierstok

Slide 3 - Sleepvraag

In dit deel van het voortplantingsstelsel van de vrouw zitten de onrijpe eicellen
A
Eileider
B
Eierstokken
C
Baarmoeder
D
Vagina

Slide 4 - Quizvraag

Welk deel van het voortplantingsstelsel van een vrouw is het meest gevoelig voor seksuele prikkels?
A
clitoris
B
vagina
C
kleine schaamlippen
D
grote schaamlippen

Slide 5 - Quizvraag

In de afbeelding is het voortplantingsstelsel van een vrouw schematisch getekend.

Wat is de functie van deel P?
A
Dit deel vangt prikkels op die leiden tot een orgasme.
B
Dit deel vangt spermacellen op.
C
Dit deel zorgt voor de menstuatie.
D
In dit deel vindt de ontwikkeling van eicellen plaats.

Slide 6 - Quizvraag

In dit deel van het voortplantingsstelsel van de vrouw liggen eicellen
A
Eileider
B
Eierstokken
C
Baarmoeder
D
Vagina

Slide 7 - Quizvraag

4. Waar in het voortplantingsstelsel van een vrouw vindt bevruchting plaats?
A
a
B
b
C
c
D
d

Slide 8 - Quizvraag

In de afbeelding is het voortplantingsstelsel van een vrouw schematisch getekend.

Wat is de functie van deel Q?
A
In dit deel vindt de ontwikkeling van eicellen plaats
B
Dit deel vangt prikkels op die leiden tot orgasme
C
In dit deel vindt bevruchting plaats
D
Dit deel produceert slijm waardoor de toegang van de vagina glad wordt

Slide 9 - Quizvraag

Welk onderdeel van het voortplantingsstelsel van de vrouw maakt geslachtshormonen?
A
Baarmoeder
B
Eileider
C
Eierstok
D
Clitoris

Slide 10 - Quizvraag

In de afbeelding is het voortplantingsstelsel van een vrouw schematisch getekend. Enkele delen zijn genummerd.

In welk van de genummerde delen groeit een baby als de vrouw zwanger is?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 11 - Quizvraag

In welk deel van het voortplantingsstelsel van een vrouw komt het maagdenvlies voor?
A
In de baarmoeder
B
In de grote schaamlippen
C
In de vagina
D
In de kleine schaamlippen

Slide 12 - Quizvraag

Eierstokken
Om bevruchting mogelijk te maken moet er een rijpe eicel aanwezig zijn. De ontwikkeling van eicellen vindt plaats in de eierstokken.

Iedere 4 weken rijpt er maar 1 eicel. Het vrijkomen van deze eicel (in de eileider) noem je de eisprong of ovulatie.

Slide 13 - Tekstslide

Een eicel rijpt in de eierstok
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Hoeveel eierstokken heeft een vrouw?
A
1
B
2
C
3
D
Geen.

Slide 15 - Quizvraag

De eierstokken en teelballen zijn ook hormoonklieren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

de eierstokken maken het hormoon:
A
testosteron
B
oestrogeen
C
insuline
D
adrenaline

Slide 17 - Quizvraag

Wat zit er om de eicel in de eierstok
A
Ondoordringbare laag
B
Beschermlaag
C
Follikel

Slide 18 - Quizvraag

Wat doen de eierstokken
A
Die maken eicellen en laten deze los bij de ovulatie
B
Die bewaren eicellen en laten deze los bij de ovulatie
C
Die breken eicellen af
D
Daar moeten de zaadcellen naartoe

Slide 19 - Quizvraag

De eierstok is een uitwendig geslachtsorgaan.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

In de eierstokken worden vanaf
de puberteit eicellen rijp.
Welk onderdeel zijn de
eierstokken?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 21 - Quizvraag


eierstok is?
A
nummer 1
B
nummer 3
C
nummer 8
D
nummer 10

Slide 22 - Quizvraag

Ovulatie
Elke 4 weken rijpt er in 1 van de eierstokken een follikel
Deze vult zich met vocht en knapt uiteindelijk open. 
De eicel komt hierbij vrij en komt in de eileider terecht. 
We noemen dit de eisprong of ovulatie.

Slide 23 - Tekstslide

Ovulatie is …
A
… het binnenkomen van een eicel in de baarmoeder
B
… de celdeling die aan de vorming van de eicel vooraf gaat
C
… de ontwikkeling van een onrijpe tot een rijpe eicel
D
… het vrijkomen van een rijpe eicel uit de eierstok

Slide 24 - Quizvraag

Sleep de afbeeldingen naar het juiste begrip
Bevruchting
Ovulatie

Slide 25 - Sleepvraag

Wat gebeurt er bij de ovulatie?
A
De eisprong
B
De vrouw is in de overgang
C
De vrouw komt klaar
D
Er komt witte vloeistof uit de vagina.

Slide 26 - Quizvraag

Ovulatie
Bevruchting
Celdeling
Innesteling

Slide 27 - Sleepvraag

Innesteling
Ovulatie
Menstruatie

Slide 28 - Sleepvraag

Rijping follikel en ovulatie

Slide 29 - Tekstslide

Wat is een follikel
A
Een puistje
B
Een restant van een mee-eter
C
Een litteken in een eierstok
D
Een hormoonklier

Slide 30 - Quizvraag

Een follikel is een opengebarsten eicel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quizvraag

Welk nummer is een rijpende follikel?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 32 - Quizvraag

geel lichaam
ovulatie
jong follikel

Slide 33 - Sleepvraag

Om de hoeveel weken komt er gewoonlijk 1 follikel tot volledige rijping?
A
1 week
B
2 weken
C
3 weken
D
4 weken

Slide 34 - Quizvraag

Een follikel is een opengebarsten eicel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quizvraag

Hoe noem je een lege follikel?
A
lege follikel
B
geel lichaam
C
Eicel

Slide 36 - Quizvraag

uitwendige geslachtsorganen
  • vagina: erg rekbaar, niet zo gevoelig 
  • clitoris: erg gevoelig voor aanraking 
  • kleine schaamlippen: produceren slijm 
  • grote schaamlippen: vaak groter dan kleine schaamlippen
  • urinebuis: mondt niet uit in de vagina!
  • Zwellichamen zwellen op bij opwinding

Slide 37 - Tekstslide

uitwendige geslachtsorganen

Slide 38 - Tekstslide

Baarmoeder
Eierstok
Vaginast
Eileider

Slide 39 - Sleepvraag

De eierstok is een uitwendig geslachtsorgaan.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 40 - Quizvraag

vagina
anus
kleine schaamlip
grote schaamlip
plasbuis
clitoris

Slide 41 - Sleepvraag

Maagdenvlies

Slide 42 - Tekstslide

Maagdenvlies
Vooraan in de vagina ligt het maagdenvlies (zie afbeelding vorige slide). Het maagdenvlies is een randje weefsel aan het begin van de vagina. Sommige meisjes worden zonder maagdenvlies geboren. Het maagdenvlies is geen dicht vlies. Het hoeft dus niet doorboord te worden bij de eerste keer dat een vrouw geslachtsgemeenschap heeft. De meeste meisjes en vrouwen bloeden dan ook niet tijdens ‘de eerste keer’.


Slide 43 - Tekstslide

Wat is het maagdenvlies?
A
Een soepel randje aan het begin van de vagina
B
Een vlies dat de vagina afsluit

Slide 44 - Quizvraag

het maagdenvlies kan het menstruatiebloed tegenhouden
A
juist
B
onjuist

Slide 45 - Quizvraag

eierstokken
De eileider
de baarmoeder
maagdenvlies
clitoris
Hier worden de eicellen gemaakt
Vervoert rijpe eicel richting baarmoeder
Hierin groeit het ongeboren kindje
randje slijmvlies aan begin van vagina
Gevoelig voor seksuele prikkels

Slide 46 - Sleepvraag

Dit is waar over het maagdenvlies
A
Als je dit niet hebt heb je al eens seks gehad
B
Dit is een vlies over de vagina
C
Dit is een soort randje en geen vlies
D
Dit heeft elke vrouw

Slide 47 - Quizvraag

Waar bevindt zich het
maagdenvlies?
A
Bij A
B
Bij B
C
Bij C
D
Bij D

Slide 48 - Quizvraag

Slide 49 - Video

Clitoris
Maagdenvlies
Plasgaatje
Binnenste schaamlippen
Buitenste schaamlippen 

Slide 50 - Sleepvraag

Succes!

Slide 51 - Tekstslide