KT1: Kapitel 2: quiz alle stof

Kapitel 2
Alle stof
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Kapitel 2
Alle stof

Slide 1 - Tekstslide

Je kent:
- de woordjes en Plauderecke
- de getallen t/m 29
- de regels voor het schrijven van hoofdletters 
- der/die/das 

Slide 2 - Tekstslide

Wörter
Vertaal de volgende woorden naar het Duits

Slide 3 - Tekstslide

de thee

Slide 4 - Open vraag

liever

Slide 5 - Open vraag

de sla

Slide 6 - Open vraag

de aardappel

Slide 7 - Open vraag

de boter

Slide 8 - Open vraag

de vork

Slide 9 - Open vraag

Plauderecke
Geef in een volledige zin antwoord op de volgende vragen:

Slide 10 - Tekstslide

Was nimmst du?

Slide 11 - Open vraag

Was ist du am liebsten?

Slide 12 - Open vraag

Magst du Salat?

Slide 13 - Open vraag

Zahlen
bis 29

Schrijf de volgende getallen uit

Slide 14 - Tekstslide

24

Slide 15 - Open vraag

12

Slide 16 - Open vraag

19

Slide 17 - Open vraag

22

Slide 18 - Open vraag

hoofdletters
Moeten de volgende woorden met hoofdletter of niet?

Slide 19 - Tekstslide

Apfel of apfel
A
Apfel
B
apfel

Slide 20 - Quizvraag

Haus of haus
A
Haus
B
haus

Slide 21 - Quizvraag

Wann of wann?
A
Wann
B
wann

Slide 22 - Quizvraag

Lieblingsessen of lieblingsessen
A
Lieblingsessen
B
lieblingsessen

Slide 23 - Quizvraag

Wanneer schrijf je een hoofdletter in het Duits?

Slide 24 - Open vraag

der, die, das
Welk geslacht hebben de volgende woorden?

Slide 25 - Tekstslide

Wat is "der"?
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig

Slide 26 - Quizvraag

Wat is "die"?
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig

Slide 27 - Quizvraag

Wat is "das"?
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig

Slide 28 - Quizvraag

Vater
A
der
B
die
C
das

Slide 29 - Quizvraag

Kuh
A
der
B
die
C
das

Slide 30 - Quizvraag

Schwester
A
der
B
die
C
das

Slide 31 - Quizvraag

Kaffee
A
der
B
die
C
das

Slide 32 - Quizvraag

Kind
A
der
B
die
C
das

Slide 33 - Quizvraag