4.6 Speaking en 4.7 Use of English

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k, g
• Leerjaar 2

Mare	Hidde
Klaske	Femke Dijkstra
Fleur	Ylza
Jordi	Lourens
Liset	Hiske

Ytsen	JItze
Tim Hoekstra	Jens
Marit	Marie Sjoukje
Denise	Marije
Tim Hofstra	Lenthe

Jelmer	Niels
Femke Fopma	Fayona
Yfke	Jeanine
Fenna	Kyano
Iris	Minke

English Class

4.6 Speaking en 4.7 Use of English

BRUP

Rules 

• Klassenopstelling voor de komende 4 weken.
• Als we in groepen zitten blijft de opstelling het zelfde.
• Telefoons in de telefoontas.
• Tijdens de uitleg ben je stil en schrijf je mee. 
  
•  Tijdens het zelfstandig werken volg je de instructies op het bord. 

(again)

Today

• Lesson goals
• Uitleg (Maximaal 15 minuten)
• 4.6 Speaking en 4.7 Use of English
• Huiswerkcontrole

Lesson goals

At the end of this class, you

... can put events in order when talking about the past.

... can be specific about people, things and places.

Putting events in order

P

V

T

Woordvolgorde

Putting events in order

Plaats

Voor

Tijd

Woordvolgorde

Patat

Voor

Toetje

I went to the shop today.

I went to London in 2020.

We will be home in 10 minutes.

Putting events in order

Chunks to use:

• At first/First/First of all
• Then/Next/After that/Suddenly
• An hour/A few days/Two weeks later
• Finally/In the end

Woordvolgorde

Putting events in order

Exercise 4: (Student's Book, blz. 52)

Use the Speaking Box to complete the story of Lee's dream. Listen and check. 

Woordvolgorde

Putting events in order

Exercise 4 answers: (Student's Book, blz. 52)

2. Suddenly

3. Later

4. After

5. End

Woordvolgorde

Snappen we het allemaal nog?

Yes!

Uhm, een beetje.

No :(

Relative clauses

Relative clauses

We gebruiken relative clauses om aan te geven over wie, wat of waar we praten. 

Betrekkelijke bijzinnen

Relative clauses

1. We gebruiken who of that voor personen (wie).

An inventor is a person who/that invent things.

Betrekkelijke bijzinnen

Relative clauses

2. We gebruiken which of that om te praten over dingen (wat).

This is the machine which/that Leonard invented. 

Betrekkelijke bijzinnen

Relative clauses

3. We gebruiken where voor locaties of plaatsen (waar).

This is the university where Leonard works.

Betrekkelijke bijzinnen

To work!

Wat	Maak opdracht 3, 4 en 5 op bladzijde 53 van het Student's book.
Hoe	Zelfstandig of met je buurman/buurvrouw . De eerste 5 minuten werk je in stilte .
Hulp	Probeer zelf -> vraag buurman/vrouw -> docent
Tijd	Probeer deze opdrachten in 10 minuten af te hebben.
Uitkomst	Geoefend met de relative clauses .
Klaar?	Huiswerk: Workbook (blz. 48): Opdr. 1, 2, 3, 4 Workbook (blz. 49): Opdr. 1, 2