7.1+7.2 Van wereldoorlog naar Koude Oorlog

Leerdoelen paragraaf 7.1 en 7.2

Ik kan uitleggen hoe de tegenstellingen tussen het Westblok en het Oostblok tot steeds meer spanning leidde en waardoor deze spanning rond 1990 afnam.

Ik kan uitleggen waardoor aan het einde W.O.2 de VS en de SU tegenover elkaar kwamen te staan en welke gevolgen had dat voor Duitsland.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen paragraaf 7.1 en 7.2

Ik kan uitleggen hoe de tegenstellingen tussen het Westblok en het Oostblok tot steeds meer spanning leidde en waardoor deze spanning rond 1990 afnam.

Ik kan uitleggen waardoor aan het einde W.O.2 de VS en de SU tegenover elkaar kwamen te staan en welke gevolgen had dat voor Duitsland.

Slide 1 - Tekstslide

Tekst

Slide 2 - Tekstslide

Ga met je boek, filmpjes en infoblad de volgende vragen beantwoorden:
1. Leg uit wat de volgende begrippen met elkaar te maken hebben. Leg de begrippen ook uit. Invloedssferen, IJzeren Gordijn, blokvorming, Oostblok, Westblok.
2. Wat zijn de verschillen tussen de ideologieën van de VS en de SU.
3. Leg uit welke afspraken er bij de conferentie van Postdam werden gemaakt en welke werden uitgevoerd.
4. Leg uit wat we bedoelen met de Trumandoctrine, de containmentpolitiek.
5: Leg uit wat er met Duitsland en Berlijn gebeurde na WO2.
6. Leg uit wat we bedoelen met de Blokkade van Berlijn, waarom die ontstond en wat de gevolgen ervan waren.
7. Leg uit waarom de Navo en het Warschaupact werden opgericht en wat hun doelen waren.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

=> Kapitalisme
=> Democratie
=> Vrijheid
=> Grote verschillen arm/rijk
blank/gekleurd.
=> Planeconomie
=> Communisme
=> Individu ondergeschikt aan de staat
=> Dictatuur

Democratie                              vs               Communisme
Vrijemarkteconomie            vs               Planeconomie

Slide 6 - Tekstslide

Kenmerken van de Koude Oorlog tussen de Verenigde Staten en de Sovjetunie
  • Koude/kille relatie tussen beide landen.
  • Géén echte oorlog tussen beide landen.
  • Wél oorlogen door bondgenoten en in elkaars invloedssferen. 
  • Grote spanningen en angst in de wereld.
  • Beide landen hebben veel kernwapens=> wapenwedloop.
  • Beide landen geloven in hun eigen (economische) systeem.
  • Beide landen willen hun eigen systeem in de wereld verspreiden.

Slide 7 - Tekstslide

Het Oostblok en Westblok met elk hun eigen invloedssfeer
  • Na afloop van WOII wilde men herhaling wereldoorlogen voorkomen=> gevolg Oprichting Verenigde Naties (1945)
  • Het hebben van invloedssferen, die van jezelf beschermen werd belangrijker.
  • Westblok: VS de leider en West-Europa. 
  • Oostblok: SU de leider en Oost-Europa.
  • Gevolg blokvorming: wapenwedloop 
  • 1946 Churchill bedenkt term IJzeren Gordijn: dwars door Europa. Oostkant: SU deed wat ze wilde, geen invloed Westen. 

Slide 8 - Tekstslide




Franklin Delano Roosevelt
President van de Verenigde Staten
Jozef Stalin
Leider van de Sovjet-Unie
Winston Churchill
Minister-President van Groot-Brittannië

Slide 9 - Tekstslide

Tijdens de Conferentie van Potsdam werd er wél overeenstemming bereikt over de volgende punten:

1. De oorlogsmisdadigers zouden bestraft worden.
2. De grens tussen Duitsland en Polen zou verder naar het westen opgeschoven worden (voortaan zouden – voorlopig – de rivieren de Oder en de Neisse de grens vormen).
3. De Duitstalige minderheden uit Polen, Tsjechoslowakije en Hongarije zouden deze landen moeten verlaten.
4. Duitsland zou een economische eenheid blijven.
5. Er zou een vredesverdrag voor geheel Duitsland worden voorbereid.




Slide 10 - Tekstslide


  • Steeds meer landen dreigden in 1947 (Griekenland) communistisch te worden of werden communistisch (China)=> Gevolg: president VS Harry S. Truman kwam met de Trumandoctrine= het Westen zal ieder land financieel en eventueel militair steunen waar een communistische machtsovername dreigt.
  • Containmentpolitiek: landen die kapitalistisch waren moesten dat blijven.

Slide 11 - Tekstslide

Verdeling van Duitsland
  • Duitsland (tijdelijk) niet meer zelfstandig.
  • Vier bezettingszones onder leiding van: Frankrijk, Engeland, de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten. Ook Berlijn wordt in 4 zones verdeeld.
  • Reizen tussen bezettingszones is geen probleem tot 1961.


Berlijn is, net als Duitsland, verdeeld in 4 bezettingszones. Omdat Berlijn in de Sovjet-zone ligt, liggen de Berlijn-bezettingszones van Frankrijk, Engeland en de Verenigde Staten dus ook in de Sovjet-zone.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Blokkade van Berlijn 1948
  • 1948 de drie westerse zones voerden in  hun zones nieuw betaalmiddel in: de Deutsche Mark. 
  • Gevolg: SU blokkeerde de toegangswegen naar de westerse bezettingszones van Berlijn vanuit West-Duitsland.
  • Stalin wilde door West-Berlijn uit te hongeren afdwingen dat de VS, Eng. Fra. deden wat Stalin wilde. 
  • VS kwam met luchtbrug naar West-Berlijn. BRD in mei 1949 opgericht.

Slide 14 - Tekstslide

1949 Oost Duitsland: Duitse Democratische Republiek (DDR). 

  • Hiermee was de politieke tweedeling van Duitsland definitief en duurde tot 1990.
  • Militaire blokvorming:
  1. Westblok met de NAVO wilden Duitsland en Europa beschermen tegen agressie Sovjetunie. 
  2. Warschaupact landen gingen militair samenwerken tegen westerse agressie.


Slide 15 - Tekstslide

a: Leg uit welke gebeurtenis we zien in deze cartoon.
b: Leg uit of de cartoon betrouwbaar is of niet.
c: Leg uit wat de boodschap van de tekenaar is.


1948 Toelichting bron: Eerlijk verdelen. 
De figuren (van links naar rechts): 

Molotov ( SU), Stalin (SU) Marianne (Fra), John Bull (Eng), Uncle Sam (VS).

Slide 16 - Tekstslide

Te doen
Maken werkboek paragraaf 7.1: vraag 1 t/m 4
7.2: vraag 11,12, 14, 15, 18, 20,21, 23 t/m 27

Mag: maken succescriteria/ cornell schema/ flashcards/ afsluiting/ zelftoets/ mindmaps/ zelf toetsvragen maken.

Slide 17 - Tekstslide