signaalwoorden

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal het woord dat in hoofdletters staat:
Ils sont riches et POURTANT ils ne veulent pas payer.

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het woord in hoofdletters?
BREF, ce n'était pas une bonne idée.
A
kortom
B
dus
C
misschien
D
vooral

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

C'EST-À-DIRE betekent:
A
dat is te zeggen
B
zoals gezegd
C
dat wil zeggen

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

EN EFFET betekent
A
inderdaad
B
efficient
C
als effect

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

DÉSORMAIS betekent
A
jammer
B
voortaan
C
vroeger

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

welk woord heeft dezelfde betekenis als DIMINUER?
A
croitre
B
baisser
C
augmenter

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk signaalwoord past?
Je suis fatigué, ______ je dois travailler.
A
comme
B
donc
C
ensuite
D
mais

Slide 8 - Quizvraag

Vraag na elk antwoord waarom dat signaalwoord past.

Welk verband zie je tussen de zinnen?
Welk verband drukt het signaalwoord dus uit?
Welk signaalwoord past?
D'abord on a mangé, ______ on a fait du sport.
A
donc
B
par contre
C
puis
D
alors

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk signaalwoord past?
J'aime l'école, ______ j'espère qu'elle ouvrira bientôt ses portes.
A
donc
B
mais
C
ensuite
D
par contre

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tous les élèves doivent porter un masque. ..., il est possible de suivre des cours à l'école.
A
pourtant
B
ainsi
C
également
D
afin de

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je n'aime pas les films romantiques. ...., j'ai adoré 'Titanic'.
A
donc
B
parce que
C
pourtant
D
peut-être

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies het passende signaalwoord:
J'ai fait mes devoirs, .... je n'ai pas de bonnes notes
A
par exemple
B
cependant
C
bref
D
en plus

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies het passende signaalwoord:
D'abord j'ai embrassé ma mère, ..... mon père
A
ensuite
B
si
C
mais
D
donc

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Link

Deze slide heeft geen instructies