Les 2 Spelling en grammatica (13-10-2022)

Welkom
Telefoon op stil in de telefoontas.

Ga rustig ergens zitten, pak je leesboek en begin met lezen.
timer
10:00
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Telefoon op stil in de telefoontas.

Ga rustig ergens zitten, pak je leesboek en begin met lezen.
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
- Terugblik vorige les: wanneer gebruik je hoofdletters?
- Uitleg nieuwe lesstof.
- Werken in nieuwe paragraaf.


 

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer plaats je hoofdletters?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de juiste schrijfwijze als de voorletter of voornaam er niet bij staat?
A
Meneer de vries
B
Meneer De Vries
C
Meneer De vries
D
Meneer De vries

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de juiste schrijfwijze als de voorletter of voornaam er niet bij staat?
A
Mevrouw van der veen
B
Mevrouw Van Der Veen
C
Mevrouw Van der Veen
D
Mevrouw van Der veen

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Maken
Wat: Kader: les 6, GL: les 25
Hoe: In stilte en zo veel mogelijk zelfstandig. Als je er niet uitkomt, mag je zachtjes overleggen met je buurman of buurvrouw.
Hulp? Weet je een vraag niet en kom je er samen ook niet uit? Steek dan je vinger op.
Tijd? Tot 11.10.
Uitkomst: Je hebt in ieder geval de eerste twee vragen gemaakt. 
Klaar? Roep mij, dan krijg je een oefenblad voor extra verdieping.
timer
15:00

Slide 29 - Tekstslide

Huiswerk
Kader: Paragraaf 6 (Hoe schrijf je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd?)

GL: Paragraaf 25 (Werkwoordspelling)

Slide 30 - Tekstslide