H33 - Werkwoorden herkennen - mavo 2

Welkom bij Nederlands :)
Binnen = beginnen!
  • Tas op de grond
  • Schrift open bij opdracht 10
  • Zelfstandig en in stilte lezen in je leesboek
timer
10:00
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 55 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands :)
Binnen = beginnen!
  • Tas op de grond
  • Schrift open bij opdracht 10
  • Zelfstandig en in stilte lezen in je leesboek
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Nakijken huiswerk
  • Uitleg H33: Werkwoorden herkennen
  • Aan de slag!

Aan het einde van deze les...
... kan ik werkwoorden herkennen. 

Slide 2 - Tekstslide

H19: Nakijken opdracht 10 (p.43)

Slide 3 - Tekstslide

H33: Werkwoorden herkennen
  • Een werkwoord geeft aan wat iemand doet


  • Eén belangrijkste werkwoord:
       >   zelfstandig werkwoord
       >   koppelwerkwoord
  • Hulpwerkwoord(en)

Slide 4 - Tekstslide

Belangrijkste werkwoord
  • Eén werkwoord per zin.
  • Meestal laatste werkwoord in de zin.
  • Geeft de betekenis aan de zin.
Zelfstandig werkwoord
  • Zegt wat iemand of iets doet.

Die jongen heeft gesport.
Zij lachte hard.
Hij zal een marathon rennen.


Koppelwerkwoord
  • Zegt wat iemand of iets is.

Die jongen is sportief.
Zij lijkt blij.
Hij wordt kampioen.

Slide 5 - Tekstslide

Koppelwerkwoorden
ZWaBBeLS + HDV
zijn - worden - blijven 
 blijken - lijken - schijnen
heten - dunken - voorkomen

Slide 6 - Tekstslide

Hulpwerkwoord
  • Staan altijd samen met een of meer andere werkwoorden in een zin en helpen de zin in een bepaalde tijd te zetten. 
  • Er kunnen meerdere hulpwerkwoorden in een zin staan. 

Floris heeft een scooter gekocht. 
Ik ben met de trein gekomen.
Sanne zou een marathon willen lopen. 
Mia is door Tom gebeld.

Slide 7 - Tekstslide

Vijf stappen
  1.   Zoek het belangrijkste werkwoord in de zin.
  2.   Kan dit een koppelwerkwoord zijn? (ZWoBBeLS + HDV)

  3.   Koppelt het werkwoord een eigenschap/kenmerk aan het
      onderwerp?
  4.   Ja? = Koppelwerkwoord. Nee? = Zelfstandig werkwoord
  5.   Alle overige werkwoorden zijn hulpwerkwoorden!

Slide 8 - Tekstslide

Aan de slag!
Klaar? Nakijken > Oefenblad H33 of lezen in je boek.
Je werkt in stilte, 
je kunt geen vragen stellen. 
Je werkt in stilte, 
je kunt vragen stellen. 
Je mag overleggen met jouw buur.
Lees de theorie over H33 (Werkwoorden herkennen) op p.70
Maak opdracht 3 en 4 (p.70-71) in je schrift
Steek je hand op, ik kom bij je langs.

Slide 9 - Tekstslide

Afsluiting
  • Nakijken huiswerk
  • Uitleg H33: Werkwoorden herkennen
  • Aan de slag!

Aan het einde van deze les...
... kan ik werkwoorden herkennen. 

Slide 10 - Tekstslide