Les 1 Een stroomkring maken

4.1 Een stroomkring maken
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
ExactMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

4.1 Een stroomkring maken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
Nieuw hoofdstuk
Voorkennis: wat weet je al?
Uitleg 4.1
Aan de slag: opg 1 t/m 16

Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen check 4.1
  1.  Je kunt uitleggen hoe je een gesloten stroomkring maakt.
  2.  Je kunt het verschil tussen geleiders en isolatoren beschrijven.
  3.  Je kunt een aantal geleiders en isolatoren noemen.
  4. Je kunt uitleggen op welke manier je de stroomsterkte meet.
  5. Je kunt beschrijven wat een elektrische stroom is.
  6. Je kunt uitleggen wat een led is en hoe een led werkt.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Om een lampje te laten branden, moet je er een elektrische stroom doorheen laten lopen. Dat lukt alleen als je een gesloten stroomkring maakt.
4.1 Een stroomkring maken

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Om een lampje te laten branden, moet je er een elektrische stroom doorheen laten lopen. Dat lukt alleen als je een gesloten stroomkring maakt.
De woorden ‘stroom’ en ‘stroomkring’ maken duidelijk dat er ‘iets’ door de snoeren en het lampje heen beweegt. Natuurkundigen hebben dat ‘iets’ de naam lading gegeven. 
4.1 Een stroomkring maken

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schakelaar

Slide 6 - Tekstslide

Openen en sluiten van een stroomkring
4.1 Een stroomkring maken
Stoffen kun je indelen in twee groepen:
  1. geleiders: deze stoffen laten de stroom goed door.
  2. isolatoren: deze stoffen laten niet of nauwelijks stroom door.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.1 Een stroomkring maken
Stoffen kun je indelen in twee groepen:
  1. geleiders: deze stoffen laten de stroom goed door.
  2. isolatoren: deze stoffen laten niet of nauwelijk stroom door.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.1 Een stroomkring maken
Geleiders: stoffen die de stroom doorlaten
  • alle metalen zijn geleiders 
  • vb: goud, zilver, koper, zink, platina, ijzer, nikkel, kwik
  • een stof die de stroom goed geleid maar geen metaal is heet koolstof.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.1 Een stroomkring maken
Geleiders: stoffen die de stroom doorlaten
  • alle metalen zijn geleiders 
  • vb: goud, zilver, koper, zink, platina, ijzer, nikkel, kwik
  • een stof die de stroom goed geleid maar geen metaal is heet koolstof.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.1 Een stroomkring maken
Geleiders: stoffen die de stroom doorlaten
  • alle metalen zijn geleiders 
  • vb: goud, zilver, koper, zink, platina, ijzer, nikkel, kwik
  • een stof die de stroom goed geleid maar geen metaal is heet koolstof.
  • Vloeistoffen: zuren en zout water (zout-oplossing)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.1 Een stroomkring maken
Isolatoren: stoffen die de stroom niet doorlaten
  • vb: rubber, glas, hout, plastic.
  • lucht

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


geleiden de stroom goed

alle metalen zijn geleiders

koolstof

Vloeistoffen: zuren en
zout water (zout-oplossing)

geleiden de stroom niet goed

rubber, glas, hout, plastic.

lucht


Geleiders
Isolatoren

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

4.1 Een stroomkring maken
  • Met een stroommeter (ampèremeter) kun je meten hoe sterk de elektrische stroom is.
  • We noemen dit de stroomsterkte.
  • De stroomsterkte meet je in de eenheden ampère (A) of milli-ampère (mA)
  • 1 A = 1000 mA

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De stroomsterkte meten

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.1 Een stroomkring maken

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.1 Een stroomkring maken
0,3 A = 300 mA

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.1 Een stroomkring maken
  • Met een stroommeter (amperemeter) kun je meten hoe sterk de elektrische stroom (lading) is.
  • We noemen dit de stroomsterkte.
  • De stroomsterkte meet je in de eenheden ampere (A) of milli-ampere (mA)
  • 1 A = 1000 mA

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.1 Een stroomkring maken

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.1 Een stroomkring maken

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.1 Een stroomkring maken

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reedcontact
Zonder magneet = geen stroom

Permanente magneet = wel stroom

  • Inbraakalarm
  • Fietscomputers
  • Liften (tellen van verdiepingen)

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.1 Een stroomkring maken
Een LED is een lampje dat in allerlei soorten verlichting gebruikt wordt.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.1 Een stroomkring maken
Een LED is een lampje dat in allerlei soorten verlichting gebruikt wordt.
  • LED betekend light emitting diode
  • Een diode laat de stroom maar in 1 richting door.
  • Een LED lamp verbruikt tot 90% minder energie dan een gloeilamp en gaan niet snel stuk

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen check 4.1
  1.  Je kunt uitleggen hoe je een gesloten stroomkring maakt.
  2.  Je kunt het verschil tussen geleiders en isolatoren beschrijven.
  3.  Je kunt een aantal geleiders en isolatoren noemen.
  4. Je kunt uitleggen op welke manier je de stroomsterkte meet.
  5. Je kunt beschrijven wat een elektrische stroom is.
  6. Je kunt uitleggen wat een led is en hoe een led werkt.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies