Werkvorm: Wat zou jij doen?
Wat ga je doen?
1. Je krijgt een kaartje met een stand erop
2. KGT: Je leest bron 83 op pagina 81 BB: Je leest bron 88 op pagina 91
3. Schrijf op wat jij zou doen wanneer Lodewijk XVI besluit de belasting te verhogen.
Heb jij het kaartje met de burger? Wat zou jij als burger doen?
Heb jij het kaartje met de geestelijke? Wat zou jij als geestelijke doen?
Heb jij het kaartje met de van adel? Wat zou jij doen als je van adel was?