1.4 Verschillen in de wereld

Startopdracht
Schrijf alles op wat je nog weet van de vorige les?


1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Startopdracht
Schrijf alles op wat je nog weet van de vorige les?


Slide 1 - Tekstslide

1.4 Verschillen in de wereld
deel 1

Slide 2 - Tekstslide

1. Startopdracht en huiswerk
2. Leervragen 1.4 (deel 1)
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning

Slide 3 - Tekstslide

Leervragen


uitleggen waarom landen ontwikkelingslanden genoemd worden.


Aan het eind van de les kan je...
voorbeelden geven van hoe die landen in ontwikkeling zijn.

uitleggen wat het verschil is tussen de koplopers, volgers en
achterblijvers

landen indelen in de categorieën koploper, volger en achterblijver. 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Drie groepen landen: koplopers - volgers - achterblijvers
Levensomstandigheden zijn altijd in ontwikkeling.

Slide 10 - Tekstslide

Afsluiting

Slide 11 - Tekstslide

Hoe noemen we landen die in ontwikkeling zijn van arm naar rijk?
A
Welvaartslanden
B
Welzijnslanden
C
Ontwikkelingslanden

Slide 12 - Quizvraag

Ontwikkelingslanden die op weg zijn om rijk te worden en waar steeds meer mensen werken in de industrie en diensten noemen we......
A
koplopers
B
volgers
C
achterblijvers

Slide 13 - Quizvraag

Sleep naar de juiste plek
In rijke landen hebben mensen meer dan genoeg geld voor hun basisbehoeften.

In rijke landen is veel rijkdom of

In arme landen is veel

Deze mensen hebben niet genoeg geld voor hun
welvaart
basisbehoeften
armoede

Slide 14 - Sleepvraag

Koplopers
Volgers
Achterblijvers
Nederland
Somalië
China
India
Australië
Ivoorkust
Deze landen zijn ontwikkeld en rijk.
Landen die rijk aan het worden zijn.
De armste landen.

Slide 15 - Sleepvraag

Sleep de woorden naar de juiste zin
Ontwikkelingslanden die op weg zijn om rijk te worden en waar steeds meer mensen in de industrie en de diensten werken zijn
Ontwikkelingslanden die nog arm zijn en waar veel mensen in de landbouw werken zijn
Volgers
Achterblijvers

Slide 16 - Sleepvraag

Zelf aan de slag
1. Lezen blz 36 & 38
2. Maak opdracht 1 t/m 4  
3. Klaar: lees leerstof blz 38 en maak opdracht 5
4. Klaar: Maak mind map van cursus 1.3
 

Slide 17 - Tekstslide

1.4 Verschillen in de wereld
deel 2

Slide 18 - Tekstslide

1. Herhaling
2. Leervragen 1.4 (deel 2)
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning

Slide 19 - Tekstslide

Herhaling vorige les

Slide 20 - Tekstslide

Hoe noemen we landen die in ontwikkeling zijn van arm naar rijk?
A
Welvaartslanden
B
Welzijnslanden
C
Ontwikkelingslanden

Slide 21 - Quizvraag

Ontwikkelingslanden die op weg zijn om rijk te worden en waar steeds meer mensen werken in de industrie en diensten noemen we......
A
koplopers
B
volgers
C
achterblijvers

Slide 22 - Quizvraag

Sleep naar de juiste plek
In rijke landen hebben mensen meer dan genoeg geld voor hun basisbehoeften.

In rijke landen is veel rijkdom of

In arme landen is veel

Deze mensen hebben niet genoeg geld voor hun
welvaart
basisbehoeften
armoede

Slide 23 - Sleepvraag

Koplopers
Volgers
Achterblijvers
Nederland
Somalië
China
India
Australië
Ivoorkust
Deze landen zijn ontwikkeld en rijk.
Landen die rijk aan het worden zijn.
De armste landen.

Slide 24 - Sleepvraag

Dat de welvaart groeit in een land kan je zien aan dat de vaccinatie bij eenjarigen groeit.
Kun jij een ander voorbeeld noemen?

Slide 25 - Open vraag

Leervragen

uitleggen wat met beroepsbevolking bedoeld wordt.

Aan het eind van de les kan je...
beroepen in drie beroepsbevolking groepen indelen.
uitleggen dat er grote verschillen zijn tussen rijke en arme ongelijkheid.

uitleggen wat het verschil is tussen sociale en regionale ongelijkheid.

Slide 26 - Tekstslide

Beroepsbevolking
In welke drie groepen landen kun je de beroepsbevolking verdelen? 
  • landbouw
  • industrie
  • diensten

1. Hoe rijker een land is, hoe meer mensen er in de diensten werken.

2. Hoe armer een land is, hoe meer mensen er in landbouw de werken.


Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Rijke en arme landen hebben elkaar nodig omdat:
  • Rijke landen hun spullen laten maken in arme landen. Omdat mensen hier weinig betaald krijgen blijven de prijzen in de winkels in rijke landen laag.

  • Arme landen afhankelijk zijn van de hulp van rijkere landen. bijvoorbeeld voor het bouwen van scholen of voedsel.

Slide 30 - Tekstslide

Welke soorten ongelijkheid zijn er?
In Brazilië wonen er rijke mensen en heel arme mensen.

Hoe noem je de verschillen in welvaart tussen mensen?
sociale ongelijkheid





Slide 31 - Tekstslide

Regionale ongelijkheid
Welke grote verschillen in inkomen zijn er tussen mensen in Zuid-Amerika, Azië en Afrika?

Er zijn verschillen tussen de mensen:
  • In de steden
  • Op het platteland

Hoe worden de verschillen in inkomen tussen rijke en arme gebieden in een land genoemd?
regionale ongelijkheid

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Afsluiting

Slide 34 - Tekstslide

Waarom vindt de productie vaak plaats in ontwikkelingslanden?
A
Door lage lonen is het goedkoop om daar te produceren.
B
Daar zijn meer grondstoffen te vinden.
C
Het klimaat is gunstiger.

Slide 35 - Quizvraag

Regionale ongelijkheid staat voor het verschil tussen arm en rijk binnen een...
A
Werelddeel
B
Provincie
C
Land
D
Gemeente

Slide 36 - Quizvraag

Sociale ongelijkheid = verschillen in welvaart tussen mensen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 37 - Quizvraag

Wat bedoelen wij met de beroepsbevolking?
A
Mensen die werken
B
Mensen die niet werken
C
Mensen die rijk zijn
D
Mensen die arm zijn

Slide 38 - Quizvraag

Landbouw
Industrie
Diensten
Kapper
Boer
Schoenenfabriek
Brandweerman
Advocaat
Kippenboer
Kassen
Docent

Slide 39 - Sleepvraag

Sociale ongelijkheid
Regionale ongelijkheid

Slide 40 - Sleepvraag

Zelf aan de slag
1. Lezen blz 38 & 40 
2. Maak opdracht 5 t/m 11 
3. Klaar: Maak herhalingsopdrachten blz 42
4. Klaar: alles nakijken,verbeteren & controleren
5:Maak mindmap cursus 1.4 
 

Slide 41 - Tekstslide