Situatie 3 + 5: Bij de bakker en ontmoeting met een reiziger (27 février)

Villangues 
Bonjour !! 
Aujourd'hui c'est 27 février.

1. Ga zitten volgens de gemaakte groepen 
(met deze groep ga jij ook lopen in Namen).
2. Log in bij lesson up en vul de code in.
3. We gaan samen deze lesson up maken
4. De laatste 15 minuten gaan we rollenspellen doen.


1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Villangues 
Bonjour !! 
Aujourd'hui c'est 27 février.

1. Ga zitten volgens de gemaakte groepen 
(met deze groep ga jij ook lopen in Namen).
2. Log in bij lesson up en vul de code in.
3. We gaan samen deze lesson up maken
4. De laatste 15 minuten gaan we rollenspellen doen.


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Situatie 5
Je koopt iets lekkers bij de bakker.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vraag je in het Frans hoeveel iets kost? 2 goede antwoorden
A
Quel est le prix?
B
Comment tu t'appelles?
C
Ça coûte combien?
D
Quel est le nom?

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zeg je dat graag een croissant wilt? 2 goede antwoorden
A
Je travaille un croissant
B
Je voudrais un croissant
C
Un croissant s'il vous plaît

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

une baguette/ un pain au chocolat
un croissant
Je peux t'aider?
Oui, je ..............

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Situatie 3
Je ontmoet een reiziger.
Je praat me diegene over waar jullie vandaan komen, wat je gaat doen vandaag in Namen en hoe je het vindt. Ook hebben jullie het over de verschillen tussen NL en BE (opdracht D!)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Groet de reiziger

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe is het om in België te wonen?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar komt u vandaan?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar gaat u naar toe?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De trein uit Luik (Liège) komt om 14:25 aan op spoor 14.

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De trein naar Brussel vertrekt om 13:41 vanaf spoor 9

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertel iets over je vakantie (naar wel dorp/stad en welk land)

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertel hoe je reist als je op vakantie gaat.

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertel met wie je reist op je vakantie.

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertel wat je doet op vakantie?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik kom uit Nederland

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik ben vandaag met de bus gekomen.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik woon in een huis, flat....

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik ga met de fiets naar school.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertel wat je al van Namen hebt gezien.

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertel wat je nog gaat doen in Namen.

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertel wat je tot nu toe vindt van de stad.

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zinnen maken + interview vragen
                    
Rollenspellen 




 


 
timer
3:00

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Devoirs
1. Faire:
Opdracht E van je werkboekje
Dan is alles af!
2. Apprendre:
Leer de situaties (kleine boekje) en je interview uit je hoofd.




Slide 26 - Tekstslide

https://create.kahoot.it/share/duplicate-of-les-trois-rois-6-janvier/0735b0a8-2cce-4035-8102-ac3711f390e3

00:28
Comment est-ce que Noëlle va à l'école?
A
Zij gaat met de metro naar school
B
Zij gaat met de trein naar school
C
Zij gaat met de fiets naar school

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

00:49
Quel moyen de transport a Noëlle utilisé pour aller à Namur?
Zij is naar Namen gekomen .....
A
par avion
B
en voiture
C
en bus

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

01:08
Qu'est-ce que Noëlle a fait dans le bus?
Wat heeft Noëlle in de bus gedaan?
timer
0:20
A
Zij heeft geslapen en geleerd in de bus
B
Zij heeft muziek geluisterd en met vriendinnen gepraat in de bus
C
Zij heeft geslapen en muziek geluisterd in de bus

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

01:31
Noëlle est allée à/en.....
In welke landen is Noëlle geweest?
timer
0:20
A
la France et l'Espagne
B
L'Angleterre et L'Espagne
C
La France et l'Italie

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

01:47
Quel moyen de transport a-t-elle utilisé pour aller en France et Italie?
timer
0:20
A
La voiture et l'avion
B
La voiture et le train
C
Le train et l'avion

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

02:18
Quel est son voyage de rêve?
wat is haar droomvakantie
timer
0:20
A
Ze wil graag naar Amerika
B
Ze wil graag naar China
C
Ze wil graag naar Japan

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

02:19
Elle voudrait aller en Japon avec qui?
Met wie zou Noëlle graag naar Japan gaan?
timer
0:20
A
Avec ses amies
B
Avec sa famille

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies