Woordvolgorde T

Woordvolgorde T
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Woordvolgorde T

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe maak je een zin?
In het nederlands:
Wie doet wanneer wat waar?
Ik drink elke dag een glas melk in de keuken
In het Engels:
Wie doet wat waar wanneer?
I drink a glass of milk in the kitchen every day

Slide 2 - Tekstslide

Wat kan ook wie of waarheen zijn 
Is this a correct sentence?

"We bought two years ago this car"
A
Yes
B
No

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is this a correct sentence?
"Sam sent a postcard while on vacation"
A
Yes
B
No

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct sentence
A
Sat next to the lady the man.
B
The man next to the lady sat.
C
The man next to the lady sat.
D
The man sat next to the lady.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct sentence.
A
The dog sat on the floor.
B
On the floor the dog sat.
C
Sat on the floor the dog.
D
The dog on the floor sat.

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct sentence.
A
We arrived late home last night.
B
We arrived home late last night.
C
Home we arrived late last night.
D
We late last night arrived home.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct sentence.
A
He is singing a new song tomorrow.
B
A new song he playing is tomorrow.
C
He is singing tomorrow a new song.
D
Tomorrow he is singing a new song .

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct sentence.
A
Tennis does not play my friend
B
My friend tennis does not play.
C
My friend does not play tennis
D
Not play does my friend tennis.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct sentence.
A
I am going to a concert tomorrow.
B
I am going tomorrow to a concert.
C
Tomorrow I am going to a concert.
D
Going to a concert tomorrow I am.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Put the sentence in the correct word order
will go
I
During the holiday
to France

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Put the sentence in the correct word order
have dinner
We
at 5 o'clock
in the livingroom

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Put the sentence in the correct word order
late 
In the weekend
Stay up
My siblings

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

"wat"
De wat kan ook (aan) wie of waar (heen) zijn.
I am going to the store tomorrow.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Put the sentence in the correct word order
Bought
I
this morning
at the store
a pizza

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Put the sentence in the correct word order
The operater
the ticket
me
this morning
gave

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Put the sentence in the correct word order
my favourite
is
English
subject

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Let op!
Bij de volgende opdrachten moet je de tijdsaanduiding achteraan de zin zetten.

I will tell you the story at school tomorrow.


Let ook op interpunctie! Begin met een hoofdletter en eindig met een punt. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Put in the correct order:
chess/ on / Monday / play / we

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Put in the correct order:
gave/ a cookie/The baker/ the girl

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Put in the correct order:
shopping / went / the girls / this morning / at the mall

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Put in the correct order:
at the zoo / saw / a week ago /
an elephant / my family and I

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Put in the correct order:
he / to the market / on / always / Sundays / goes

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies