Er ontstaat een verschil tussen de hoge en lage adel. Verschillende steden krijgen stadsrechten. Hierdoor mochten steden zelf allerlei dingen regelen. In ruil hiervoor moesten steden belasting betalen aan de heer en de heer helpen bij oorlogen. In het stadsbestuur waren de burgemeester, de schout en de schepenen belangrijk. Zij zorgden voor bestuur en rechtspraak.