5. Als de trilharen niet kunnen bewegen wordt slijm niet weggetrild. Dit ophopende slijm prikkelt de luchtpijpwand met heftige, aanhoudende hoestbuien als gevolg. De diepe, piepende inademing wordt veroorzaakt doordat de ophoping van slijm de afgifte van CO2 in de longblaasjes belemmert. Hierdoor neemt de pCO2 in het bloed toe en dat is een prikkel voor het ademhalingscentrum in de hersenstam om een diepere ademhaling in gang te zetten.