6.2 Energiesoorten

CHECK IN
Hoe vaak moet ik mijn tas op de tafel zetten voordat ik 34 g van deze chocola heb verbrand?
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

CHECK IN
Hoe vaak moet ik mijn tas op de tafel zetten voordat ik 34 g van deze chocola heb verbrand?

Slide 1 - Tekstslide

Fz uitrekenen van tas
s opmeten

dan W=Fxs

Waarom is je berekende antwoord waarschijnlijk te hoog?
veel energie wordt omgezet in warmte
hart klopt en je bloed rondpompt, alles wat in je lijf werkt, dat kost ook energie
dus niet alle energie van chocola gaat naar optillen
Dus je hoeft het minder vaak op te tillen dan je hebt berekend.


week
les 1 (woensdag)
les 2 
(vrijdag)
12
6.1
13
6.2
 goede vrijdag
14
lesuitval
6.3
15
6.4
6.5
16
PO
TV
17
Toets H6 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Energiesoorten
Aan het eind van de les kun je:
  • uitleggen wat energie is
  • uitleggen wat het verband is tussen energie en arbeid 
  • een aantal energiesoorten noemen en deze in toepassingen herkennen
  • rekenen met de formules voor kinetische energie, zwaarte-energie en chemische energie

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is energie ?
Het kost energie :
om een voorwerp op te tillen
in beweging te brengen
 licht of geluid te maken
iets te verwarmen 
om hoog te springen enz.
Met energie ben je in staat arbeid te verrichten 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke soorten energie kan je bedenken?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

6.2 Energiesoorten
Bewegingsenergie
warmte
chemische energie

Slide 7 - Tekstslide

bewegingsenergie: alles wat snelheid heeft, bevat bewegingsenergie
warmte: een kachel bezit warmte en straalt warmte uit
chemische energie: de energie in brandstof, voesel en batterijen

6.2 Energiesoorten
Zwaarte-energie
elektrische energie
stralingsenergie

Slide 8 - Tekstslide

zwaarte-energie: alles wat kan vallen, bevat zwaarte-energie
elektrische energie: zoals een stopcontact levert
stralingsenergie: zoals licht bevat
Welke energiesoorten herken je bij Dafne?

Slide 9 - Tekstslide

iets dat energie heeft kan arbeid verrichten
als de ene soort energie wordt omgezet in een andere soort, dan is er een kracht die arbeid verricht.
is de arbeid positief, dan neemt de energie van een voorwerp toe
is de arbeid negatief, dan neemt de energie van het voorwerp af.
voor arbeid gebruik je Nm
voor energie J (is hetzelfde)
Energiesoorten bij Dafne
A
chemische energie
B
chemische energie en zwaarte-energie
C
bewegingsenergie
D
chemische energie, bewegingsenergie en warmte

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

En nu?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Chemische energie

Slide 12 - Tekstslide

voedingsstoffen worden via een chemiscghe reactie omgezet en zo krijgen haar spieren energie
dor gas, benzine of diesel te verbranden komt chemische energie vrij. de motor zet die voor een deel om in bewegingsenergie
de chemische energie die vrijkomt bij verbranding van 1 kg (vaste stoffen) of 1 m3 (vloeistoffen en gassen) noem je de stookwaarde
accu's en batterijen bevatten chemische energie, die wordt omgezet in elektrische energie als ze stroom leveren
Andersom: opladen (= opnieuw chemische energie aanbrengen) 
Bewegingsenergie

Slide 13 - Tekstslide

bewegingsenergie wordt ook wel kinetische energie genoemd
hoe groter de snelheid, hoe groter de bewegingsenergie
een locomotief is moeilijker tot stilstand te krijgen dan een fietser met zelfde snelheid. de locomotief heeft meer kinetische energie
Zwaarte-energie

Slide 14 - Tekstslide

elek voorwerp dat van een bepaalde hoogte kan vallen, heeft zwaarte-energie
de hoogdspringer: als hij omhoogspringt verricht de zwaartekracht negatieve arbeid, zodat zijn snelheid afneemt
kin energie wordt omgezet in zwaarte- energie
na hoogste punt valt hij naar beneden. de arbeid van de zwaartekracht is dan positief, de zwaarte-energie neemt af en de snelheid en kin energie nemen toe
Warmte
Bij bijna elke energieomzetting komt warmte vrij.

Warmte heeft symbool Q en eenheid joule (J)

Slide 15 - Tekstslide

Daphne krijgt het warm, haar temperatuur stijgt
als een voorwerp een hogere temperatuur heeft dan de laagst mogelijke (0K) dan bezit het warmte
Op welke energiesoort werkt een automotor?
A
chemische energie
B
bewegingsenergie
C
warmte
D
elektrische energie

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De zwaarte-energie van een voorwerp is recht evenredig met de massa van het voorwerp
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Ez= m x g x h
De zwaarte-energie van een voorwerp is recht evenredig met de hoogte waarop het voorwerp zich bevindt
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De kinetische energie van een voorwerp is recht evenredig met de massa van het voorwerp
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Ek= 1/2 xm x v2
De kinetische energie van een voorwerp is recht evenredig met de snelheid van het voorwerp
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Ek= 1/2 xm x v2
De chemische energie van een hoeveelheid benzine is recht evenredig met de massa van de hoeveelheid benzine
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

AHW
We hebben opdracht 16 net gedaan. Nu gaan we verder met 15 en 19.
Maak opdracht 13, 14, 17, 21, 22, 24 en 25.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Arbeid
Je kunt nu:
  • uitleggen wat energie is
  • uitleggen wat het verband is tussen energie en arbeid 
  • een aantal energiesoorten noemen en deze in toepassingen herkennen
  • rekenen met de formules voor kinetische energie, zwaarte-energie en chemische energie
Huiswerk: opdracht 13, 14, 17, 21, 22, 24 en 25.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies