m = 5,0655*10⁸ * 99 = 5,015*10²⁰ u = 8,3 * 10⁻⁷ kg = 0,83 mg
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Voorbeeldopgave
In sommige granaten is wat uranium aanwezig. Deze stof wordt gebruikt vanwege zijn hoge dichtheid. Als een granaat op het slagveld ontploft, zal het aanwezige uranium verpulveren of verdampen en als stof of damp in de lucht aanwezig zijn. Veronderstel dat een soldaat een stofdeeltje inademt dat U-236 bevat. Dit stofdeeltje nestelt zich in een longblaasje.
Slide 6 - Tekstslide
Leg uit dat de activiteit van het U-236 tijdens een mensenleven nauwelijks afneemt.
Slide 7 - Open vraag
Een stofdeeltje dat door een soldaat wordt ingeademd heeft een activiteit van 2,2 × 10⁻⁶ Bq. Bereken hoeveel U-236 kernen in een jaar tijd vervallen.
A
2,2 * 10⁻⁶ kernen
B
2,2*10⁻⁶ / 365 / 24 = 2,5*10⁻¹⁰ kernen
C
2,2*10⁻⁶ *365 *24 =
0,019 kernen
D
2,2*10⁻⁶ *3600 *24 *365 = 69 kernen
Slide 8 - Quizvraag
Bij het verval van één uraniumkern (U-236) komt een energie van 4,49 MeV vrij. Deze vrijkomende energie wordt in 0,18 × 10⁻⁹ kg omringend weefsel geabsorbeerd.
Bereken de dosis die het bestraalde weefsel in een jaar ontvangt.
D = Estr / m
1 eV = 1,602*10⁻¹⁹ J
4,49 MeV = 4,49 * 10⁶ eV = 7,193 *10⁻¹³ J per kern
De dosis is 0,28 Gy. Hoe groot is de equivalente dosis. U-236 zendt alfastraling uit
A
0,28 Sv
B
5,6 Sv
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Aan de slag
Volgende les inleveren check leerdoel 4
Werken aan leerdoel 4
volgens de studiewijzer
timer
20:00
Slide 12 - Tekstslide
Een radioactieve bron heeft een activiteit van 4,5 * 10³ Bq en een grote halveringstijd. Bereken hoeveel kernen vervallen in 10 minuten.
A
4500
B
45 000
C
270 000
D
2 700 000
Slide 13 - Quizvraag
Een radioactieve bron heeft een activiteit van 4,5 * 10 ³ Bq en een grote halveringstijd. Waarom wordt er in de vraag beschreven dat de halveringstijd groot is?
Slide 14 - Open vraag
Stralingsenergie
A=ΔtΔN
Estr=Edeeltje⋅N
Estr=Edeeltje⋅A⋅t
ΔN=A⋅t
N=mam
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Oefenopgave
vul in en leg op de juiste volgorde.
De opgave
Een persoon met een massa van 85 kg werkt in een kerncentrale waarin zijn hele lichaam is blootgesteld aan straling afkomstig van U-235. Hoeveel alfadeeltjes mag deze werknemer per jaar ontvangen voordat de stralingsnormen overschreden worden.
Slide 17 - Tekstslide
Voorbeeld
Een persoon met een massa van 85 kg werkt in een kerncentrale waarin zijn hele lichaam is blootgesteld aan straling afkomstig van U-235. Hoeveel alfadeeltjes mag deze werknemer per jaar ontvangen voordat de stralingsnormen overschreden worden.
Binas Tabel 27D dosislimiet = 20 mSv per jaar
Binas tabel 25 Edeeltje = 4,52 MeV
wr = 20
Met de formule kunnen we de geabsorbeerde stralingsenergie berekenen.
H=wr⋅mEstr
Slide 18 - Tekstslide
Voorbeeld
Een persoon met een massa van 85 kg werkt in een kerncentrale waarin zijn hele lichaam is blootgesteld aan straling afkomstig van U-235. Hoeveel alfadeeltjes mag deze werknemer per jaar ontvangen voordat de stralingsnormen overschreden worden.
H=wr⋅mEstr
20⋅10−3=20⋅85Estr
1,7=20⋅Estr
0,085=Estr
Slide 19 - Tekstslide
Voorbeeld
Een persoon met een massa van 85 kg werkt in een kerncentrale waarin zijn hele lichaam is blootgesteld aan straling afkomstig van U-235. Hoeveel alfadeeltjes mag deze werknemer per jaar ontvangen voordat de stralingsnormen overschreden worden.
Estr = 0,085 J
Edeeltje = 4,52 MeV
1 e V = 1,602*10⁻¹⁹ J
4,52 * 10⁶ eV = 7,241*10¹³ J
N = 0,085 / 7,241*10¹³ N = 1,2 * 10¹¹ deeltjes
Slide 20 - Tekstslide
Voorbeeld
Een brokje U-235 heeft een massa van 1,00 g. Bereken het aan U-235 kernen.