verhoudingen: procenten

Verhoudingen les 2
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Verhoudingen les 2

Slide 1 - Tekstslide

lesdoelen
Je weet wat procenten zijn
Je kunt eenvoudige procentsommen uitrekenen

Slide 2 - Tekstslide

vervolg verhoudingen en procenten
voorbeeld uit de praktijk

Slide 3 - Tekstslide

Introductie procenten

Slide 4 - Tekstslide

Procenten

Slide 5 - Tekstslide

Hoe gaat het bij jou met het rekenen met procenten?
A
B
C

Slide 6 - Quizvraag

Het woord procent betekent:
A
deel van het geheel
B
van de 100
C
is het zelfde als een breuk
D
ik weet het niet

Slide 7 - Quizvraag

  • Wat is nu eigenlijk een procent?
  • Waar komt het woord vandaan?
  • Wat hebben breuken en procenten gemeen?

Slide 8 - Tekstslide

Procenten?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Slide 12 - Tekstslide

Hoeveel procent van de hokjes is groen?

Slide 13 - Open vraag

Hoeveel procent
is roze gekleurd
A
10%
B
50%
C
60%
D
37,5%

Slide 14 - Quizvraag

uitleg
aantal
16
2
6 roze
%
100
12,5
?

Slide 15 - Tekstslide


A
10%
B
20%
C
25%
D
35%

Slide 16 - Quizvraag

In een verzorgingshuis is 42% van de bewoners vrouw. Hoeveel procent van de bewoners is dan een man?

Slide 17 - Woordweb

Voorbeeld

Slide 18 - Tekstslide

Hoeveel procent is 1/4?
A
20%
B
50%
C
25%
D
40%

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Breuken en procenten
1/2 = 50%                    1/3= 33.3333%
1/4= 25%                                  1/5=20%
1/8= 12,5%                             1/10= 10%

Slide 22 - Tekstslide

Rekenen met procenten

Slide 23 - Tekstslide

Er zijn verschillende %-sommen
  • het percentage uitrekenen, deel van een totaal: jas kost 60,-. Je krijgt 15,- korting. Hoeveel % is dat? Of hoeveel % van de studenten is jongen?
  • Het totaal uitrekenen als je een deel weet: 70% van de gasten is gekomen. Hoeveel waren er uitgenodigd?
  • Een nieuw totaal uitrekenen. Bijvoorbeeld een bedrag eerst zonder BTW, daarna met (wordt meer dan 100%)  (Is hoofdstuk 9)

Slide 24 - Tekstslide

Bedenk bij %-sommen
Wat weet ik?
Wat moet ik uitrekenen: een deel, een totaal of een percentage?
Gebruik een verhoudingstabel waarin je invult wat je weet.
Zet een ? bij dat wat je moet uitrekenen
Bedenk altijd: weet ik de 100% (totaal) of moet ik dat uitrekenen?

Slide 25 - Tekstslide

Hoeveel procent van
van het fruit is sinaasappel?
A
20%
B
30%
C
40%
D
50%

Slide 26 - Quizvraag

In tabel
fruit totaal
10
1
3  (sinaasappels
%
100
10
?

Slide 27 - Tekstslide

Het totaal uitrekenen.

Op een feest zijn 21 mensen. Dit is 70% van het totale aantal dat werd verwacht. Hoeveel mensen werden verwacht?

Slide 28 - Open vraag

in Tabel
.......................................  : 7
aantal mensen
21
3
?
percentage %
70
10
100

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Woordweb

in Tabel
.
bedrag
40
5
50
percentage %
?
10
100

Slide 31 - Tekstslide

Hoeveel procent is 50 van 250?
A
0,2 %
B
20 %
C
1,6 %
D
160 %

Slide 32 - Quizvraag

in Tabel
aantal 
250
25
50
percentage %
100
10
?

Slide 33 - Tekstslide

Wat hoort bij elkaar?
10%
100%
1%
korting
rekenen 
met 
procenten
Totaal
  1  
 10
delen
door 
100
bedrag 
eraf 
halen
verhoudings-tabel

Slide 34 - Sleepvraag

Verhoudingstabellen en procenten

Slide 35 - Tekstslide

Procenten en Breuken
Een procent is één honderdste deel. 100% is het totaal. Een percentage geeft een aantal procenten aan. Je kunt een percentage omrekenen naar een breuk.

Slide 36 - Tekstslide


Slide 37 - Open vraag

100%
1
8%
75
0,75
?=6

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

Hoe vond je deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 40 - Poll

Slide 41 - Video