Zakelijke mail les 2

Zakelijke e-mail 
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Zakelijke e-mail 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Ik weet hoe ik de aanhef van een zakelijke mail schrijf en hoe ik de mail verder opbouw.

Slide 2 - Tekstslide

Uitleg: de aanhef
  • Iedere zakelijke mail begint met de aanhef:
    Geachte [heer/mevrouw] [achternaam]
  • Achternaam met hoofdletter. 
  • Achternaam begint met tussenvoegsel(s)? Dan schrijf je het 1e tussenvoegsel met een hoofdletter. 
  • Na de achternaam een komma
  • Na de aanhef volgt een witregel
  • Je weet niet aan wie je schrijft? Dan schrijf je Geachte heer/mevrouw,

Slide 3 - Tekstslide

Voorbeeld
Omar Ziani: 

Geachte heer Ziani,

Jessie van de Klaver:

Geachte mevrouw Van de Klaver,

Slide 4 - Tekstslide

Een zakelijke mail start met de aanhef. Met welk woord begint je aanhef?

Slide 5 - Open vraag

Je schrijft een zakelijke mail aan Laura Verschuren. Noteer de juiste aanhef.

Slide 6 - Open vraag

Je schrijft een mail aan Ties van Schaik. Noteer de juiste aanhef.

Slide 7 - Open vraag

Je schrijft een zakelijke mail aan Dave van der Made. Noteer de juiste aanhef.

Slide 8 - Open vraag

Je schrijft een mail aan iemand van het hoofdkantoor van Nike. Je weet geen naam. Noteer de juiste aanhef.

Slide 9 - Open vraag

Uitleg: de opbouw
Aanhef

Inleiding

Middenstuk

Slot

Afsluiter

Slide 10 - Tekstslide

Uit hoeveel alinea's bestaat je zakelijke mail (zonder aanhef en afsluiting)?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 11 - Quizvraag

Wat beschrijf je in de inleiding?
A
Je stelt jezelf voor met 'Ik ben...'
B
Je stelt jezelf voor en vertelt de reden voor het schrijven.
C
Je vertelt wat je wilt meedelen, toelichten of vragen.
D
Je geeft aan wat je hoopt of verwacht van de lezer.

Slide 12 - Quizvraag

Wat beschrijf je in je middenstuk?
A
Je stelt jezelf voor met 'Ik ben...'
B
Je stelt jezelf voor en vertelt de reden voor het schrijven.
C
Je vertelt wat je wilt meedelen, toelichten of vragen.
D
Je geeft aan wat je hoopt of verwacht van de lezer.

Slide 13 - Quizvraag

Wat beschrijf je in je slot?
A
Je stelt jezelf voor met 'Ik ben...'
B
Je stelt jezelf voor en vertelt de reden voor het schrijven.
C
Je vertelt wat je wilt meedelen, toelichten of vragen.
D
Je geeft aan wat je hoopt of verwacht van de lezer.

Slide 14 - Quizvraag

Hoe sluit je jouw zakelijke e-mail af?
A
Hartelijke groet,
B
Groeten,
C
Groetjes,
D
Met vriendelijke groet,

Slide 15 - Quizvraag

Wat volgt er na de afsluiting?
A
Na de komma komt direct je voor- en achternaam zonder witregel.
B
Na de komma komt een witregel en dan je voor- en achternaam

Slide 16 - Quizvraag