HER Les 3

HER Les 3
MFA/EHBO
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

HER Les 3
MFA/EHBO

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik
Rautek, aandachtspunten?

Reanimatie volwassene, aandachtspunten?

Slide 2 - Tekstslide

Reanimatie volwassene
1. Check veiligheid
2. Bewustzijn check
3. 112 bellen
4. Ademhaling check                        Kinlift - KVL 
5. Laat iemand een AED halen
6. Start reanimatie                             1/3 indrukken - 100-120pm - 30/2   

Slide 3 - Tekstslide

Reanimatie baby/kind
Verschil?
5:15:2
1/3 deel lichaam indrukken
Baby -> mond over neus en mond. Waarom?
Baby -> 2 vingers of duimen.
Kind -> 1 hand.

Slide 4 - Tekstslide

AED
Automated External Defibrillator
Volg de instructies
Ontbloot borstkas
Scheren (indien nodig) en maak droog
Bevestig elektroden op juiste plek
Luister naar de AED en volg verdere instructies

Slide 5 - Tekstslide

Doen!
Maak een tweetal en doe het volgende:
- Minimaal 3x p.p. reanimeren (volledige cyclus)
- AED aansluiten door tweede persoon


Slide 6 - Tekstslide

Als je een reanimatie start, dan zeg je 'start reanimatie' tegen je telefoon (112).
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Je drukt zo'n 5-6cm de borstkas in tijdens het reanimeren (bij een normaal volwassen persoon).
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

De verhouding bij volwassenen is:
A
5:15:2
B
15:2
C
5:30:2
D
30:2

Slide 9 - Quizvraag

Wat doe je als de eerste beademing geen effect heeft?
A
Je gaat verder met het geven van borstcompressies
B
Verder gaan met het beademen
C
Controleer of je de hoofdkantel-kinliftmethode goed uitvoert
D
Je blaast nog een keer extra adem in

Slide 10 - Quizvraag

Iemand heeft een niet-reanimerenverklaring. Wat doe je?
A
Zelf besluiten om het reanimeren te staken
B
Overleggen met meldkamercentralist
C
Het besluit overlaten aan de professionele hulpverlener als deze ter plaatse is
D
Je gaat door met reanimeren

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen een klinische dood en biologische dood?
A
Klinische dood is er sprake van circulatiestilstand, bewusteloosheid en geen ademhaling. Biologische dood zijn de hersencellen onherstelbaar beschadigd.
B
Klinische dood is er sprake van circulatiestilstand en is er totaal geen zuurstof. Biologische dood zijn de hersencellen herstelbaar beschadigd.
C
Klinische dood is er sprake van bewusteloosheid. Biologische dood zijn de hersencellen onherstelbaar beschadigd.
D
Klinische dood is er sprake van geen ademhaling. Biologische dood zijn de hersencellen herstelbaar beschadigd.

Slide 12 - Quizvraag

Dag hoor dag
Volgende keer:
- Tourniquet/drukverband
- Oververhitting/onderkoeld

Slide 13 - Tekstslide