In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
H3 Water
- Water op aarde
- Soms te veel water
- Vaak te weinig water
Slide 1 - Tekstslide
Planning (Wat deze periode?)
- SO Paragraaf 3.1 - 3.2 - 3.3
- Veldwerk opdracht Grondboren (Excursie!)
- Project Duurzaamheid (H4)
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoelen
Je weet hoe water verdeeld is over de aarde en
Je weet hoe de waterkringloop werkt.
Je kan uitleggen waardoor er soms veel en soms weinig water beschikbaar is.
Je kunt een grafiek van de waterbalans lezen en begrijpen
Slide 4 - Tekstslide
Watur?! Waar denk jij aan bij water?
Slide 5 - Woordweb
Is er meer land dan water op de aarde?
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Kaart
Slide 8 - Kaart
Slide 9 - Kaart
Slide 10 - Kaart
Slide 11 - Tekstslide
HOEVEEL?!?!
De totale watervoorraad op aarde is 1400 miljoen km3 ( 1 m3 water is gelijk aan 1.000 liter water.) In de atmosfeer bevindt zich ongeveer 3.100 m3 water in de vorm van waterdamp. Elke dag verdampt er 280 m3 aan water in de atmosfeer.
Slide 12 - Tekstslide
Het water waar de mens bij kan zit in meren, rivieren, planten, in de grond en in de lucht.
Van al dat zoete water is ook maar slechts 1% toegangelijk voor de mens
Van al het water in de wereld is er slechts 2,5% zoet. Alleen zoet water kan je gebruiken voor landbouw en consumptie.
Verdeling van het water op aarde
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Aan de slag
Lezen: Paragraaf 3.1
Maken: Opdracht 1, 2 & 3
Slide 15 - Tekstslide
Hoog in de bergen valt er sneeuw. Deze dikke pakken sneeuw vormen een gletsjer.
Een gletsjes stroomt heel langzaam naar beneden en smelt als het opwarmt. Hierdoor ontstaat een gletsjerrivier.
Het water in deze rivier is dus ook ijskoud!
Al de neerslag die boven land valt komt samen in een rivieren en in meren. Dit water is zichtbaar en noem je oppervlakte water.
De rivieren die bestaan uit regenwater noem je regenrivieren.
Er wordt ook een deel van de neerslag opgenomen in de bodem. Het opnemen van neerslag in de bodem noem je infiltratie.
Als het water in de grond is opgenomen noem je het grondwater.
Het grondwater stroomt ook langzaam terug naar de zee.
Als het water is verdampt en hoog in de atmosfeer afkoelt gaat het condenseren. Hierdoor ontstaan wolken.
Deze wolken kunnen gelijk weer leeg regenen boven de zee of waaien richting het land.
Al het water vanuit het land komt samen in de zee.
In de zee verdampt het meeste water en begint de reis van het water weer opnieuw. Het blijft altijd inbeweging!
In de midden- en benendenloop komen de regenrivier en gletsjerrivier samen.
Deze rivieren vormen nu samen een gemengde rivier.
Waterkringloop
De korte waterkringloop
Water verdampt boven zee, het water condenseerd wolken en regent weer leeg boven de zee.
De Lange waterkringloop
Water verdampt boven zee, de wolken waarin het verdampte water zich heeft verzameld waait land inwaarts en de neerslagt valt op het land of boven in de bergen.
Via verschillende manieren (gletsjers, rivieren en grondwater) stroomt het water weer terug naar zee.
Slide 16 - Tekstslide
Hoeveel procent van alle water ter wereld is drinkwater?
A
5%
B
2,5%
C
10%
D
25%
Slide 17 - Quizvraag
Waar komt het meeste drinkwater vandaan?
A
oppervlaktewater
B
grondwater
C
regenwater
D
rivierwater
Slide 18 - Quizvraag
Wat is het belangrijkste onderdeel van de waterkringloop?
A
condensatie
B
verdamping
C
infiltratie
D
opname
Slide 19 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen verdamping en condensatie?
A
verdamping is het omzetten van gas naar water, condensatie is het omzetten van vloeistof naar gas
B
verdamping is het opnemen van water door planten, condensatie is het omzetten van vloeistof naar gas
C
verdamping is het omzetten van vloeistof naar gas, condensatie is het omzetten van gas naar vloeistof
D
verdamping is het omzetten van gas naar vloeistof, condensatie is het omzetten van vloeistof naar gas
Slide 20 - Quizvraag
Leerdoelen (wat weet je?)
Je weet hoe water verdeeld is over de aarde en
Je weet hoe de waterkringloop werkt.
Je kan uitleggen waardoor er soms veel en soms weinig water beschikbaar is.
Je kunt een grafiek van de waterbalans lezen en begrijpen
Slide 21 - Tekstslide
3.2 Soms te veel water
Slide 22 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kan uitleggen waardoor overstromingen kunnen ontstaan.
Je weet wat een piekafvoer is en wat de gevolgen van een overstroming kunnen zijn.
Je kunt in een grafiek de piekafvoer van een rivier weergeven.
Slide 23 - Tekstslide
Wanneer heb je last van water?
Slide 24 - Woordweb
Door wat kan er te veel water komen?
Slide 25 - Open vraag
Overstromingen
Sommige landen kennen periodes waar veel regen valt. Dit noem je Regentijd
Dit komt doordat de wind vanaf de zee komt. Deze wind noem je een moesson
Slide 26 - Tekstslide
Welke problemen kunnen er ontstaan als er een overstroming is? Bedenk er 3
Slide 27 - Open vraag
Problemen
mensen en dieren verdrinken
drinkwater vervuilt
oogsten mislukken
ziekten breken uit
vervoer wordt lastig
Natte sokken
Slide 28 - Tekstslide
Doordat er stees meer bossen worden gekapt lang rivieren wordt er minder water opgenomen door bomen en houden de boomwortels de grond niet meer vast.
Het water in rivieren stroomt hierdoor sneller weg en de piekafvoer wordt veel hoger. De kans op overstromingen is hierdoor veel groter.
Stijging van de bevolking betekent ook meer huizen. Rivieren krijgen minder ruimte door groeiende steden. Als er overstromingen zijn zullen de gevolgen steeds groter worden.
Door de klimaat verandering op aarde stijgt de temperatuur van het zeewater. Hierdoor verdampt er meer water en ontstaan er zwaardere orkanen.
Wanneer in korte tijd veel regen valt, moet de rivier veel water afvoeren.
Dit noem je de piekafvoer.
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Video
Piekafvoer
Slide 31 - Tekstslide
Wateroverlast en omgeving
Slide 32 - Tekstslide
Op welke manier neemt de wateroverlast toe als gevolg van klimaatverandering?
Slide 33 - Open vraag
Op welke manier neemt wateroverlast toe door invloed van de mens?
Slide 34 - Open vraag
Bedenk 2 gevolgen dat overstromingen kunnen hebben voor inwoners van een land
Slide 35 - Open vraag
Wat zijn mogelijke oplossingen om deze overstromingen tegen te gaan?
Slide 36 - Open vraag
3.3 Vaak te weinig water
Slide 37 - Tekstslide
Leerdoelen
- Je weet hoe mensen in droge gebieden aan zoet water komen
- Je begrijpt hoe waterstress tot conflicten kan leiden.
- Je kunt aanwijzen waar droge gebieden op aarde liggen
Slide 38 - Tekstslide
Tekort aan water
Meer gebruik dan winst
Bevolkingsgroei
Waterstress
Slide 39 - Tekstslide
Geweld
Stoomgebied en grenzen
Stuwdammen
Wateroorlog
Slide 40 - Tekstslide
Oplossingen?
Aquifer
Fossiel water
Irrigratie
Duurzaam
Ontzilten
Slide 41 - Tekstslide
3.4 Rivieren in Nederland
Slide 42 - Tekstslide
Leerdoelen
Je weet waarom rivieren belangrijk zijn voor Nederland.
Je kan uitleggen wat de maatregelen tegen overstroming van de rivieren zijn.
Je kunt met een tekening uitleggen wat de drietrapsstrategie inhoudt.
Slide 43 - Tekstslide
Kribben
Vaargeul
Binnendijksgebied
Buitendijksgebied
Slide 44 - Tekstslide
Slide 45 - Video
Drietrapsstrategie
Drie manieren (vasthouden-bergen-lozen) waarmee de overheid een piekafvoer wil bestrijden en overstromingen wil voorkomen.