Clase 17 Unidad 2 C2 Vocabulario

¡Bienvenidos chicos y chicas!
Martes, 23 de enero de 2024
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

¡Bienvenidos chicos y chicas!
Martes, 23 de enero de 2024

Slide 1 - Tekstslide

¿Qué vamos a hacer hoy?
  1. Somtoday
  2. Toets unidad 7+8 C1 en unidad 1 C2 bespreken
  3. Objetivos unidad 2 C2
  4. ¿Te acuerdas?
  5. Empezamos con la unidad 2.
  6. ¡A trabajar!
  7. Final de la clase.

Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van unidad 2:
Leerdoelen:
-    ik kan vertellen wat ik aan het doen ben.
-    ik kan vertellen wat ik (niet) leuk vind om te doen.
-    ik kan over sport/activiteiten/hobby’s praten.
-    ik kan over vrienden/familie praten.

Slide 3 - Tekstslide

Aan het einde van unidad 2:
Succescriteria's
- Ik kan werkwoorden vervoegen in de Gerundio.
- Ik kan het werkwoord gustar goed vervoegen.
- Ik ken 10 sporten/activiteiten/hobby’s in het Spaans.
- Ik ken de vraagwoorden in het Spaans
- Ik ken het verschil tussen presente en estar+gerundio
- Ik ken bijwoorden van frequentie om te vertellen wat je normaal gesproken doet.
- Ik ken alle woorden en de frases claves van de woordenlijst unidad 2












Slide 4 - Tekstslide

¿Te acuerdas?

Slide 5 - Tekstslide

Weet jij de persoonsvormen in het Spaans? Koppel de juiste Nederlandse betekenis eraan. 
Doe daarna het zelfde met de rode kaartjes. (Weet je een woord niet? zoek het op!)
YO
ÉL, ELLA, USTED
NOSOTROS, NOSOTRAS
VOSOTROS, VOSOTRAS
ELLOS, ELLAS, USTEDES
ik
jij
María y Pepe
zij (mv)
wij
hij
jullie
zij
mi hermano y yo
u (mv)
Isabel y tú
Juan
señora Schie

Slide 6 - Sleepvraag

Sleep de persoonlijk voornaamwoorden naast elkaar 
Pedro y tú ...............
Mis padres
Yo y mi hermano
Tú .......
Camilo 
Wij
Jij
Ze (mv)
Jullie
Hij

Slide 7 - Sleepvraag

Plaats de zelfstandige naamwoorden bij het juiste lidwoord.
la
los
las
el
profesora
música
mesa
libro
bolígrafos
carpetas
alumnos
sillas
pizarras
diccionario

Slide 8 - Sleepvraag

Sleep de woorden bij het juiste meervoudsvorm in het Spaans.
+S
+ES
autobús
balón
ciudad
hermano
tía
reloj
prima
televisión
madre
abuelo

Slide 9 - Sleepvraag


Schrijf de vrouwelijke vorm van:
el director

Slide 10 - Open vraag


Schrijf de vrouwelijke vorm van:
el perro

Slide 11 - Open vraag


Schrijf de vrouwelijke vorm van:
el estudiante

Slide 12 - Open vraag


Schrijf de mannelijke vorm van:
la secretaria

Slide 13 - Open vraag


Schrijf het meervoud van:
el limón

Slide 14 - Open vraag


Schrijf het meervoud van:
el coche

Slide 15 - Open vraag


Schrijf het enkelvoud van:
las nacionalidades

Slide 16 - Open vraag


Schrijf het enkelvoud van:
los hijos

Slide 17 - Open vraag

SER/ESTAR (zijn)
Yo estoy en la playa.
Juan y mi hermano están en casa.
María está en el instituto.
Yo soy español.
María es mi prima.
Nosotros somos amigos.
SER
ESTAR

Slide 18 - Tekstslide

La silla es encima de la mesa.
A
correcto
B
incorrecto

Slide 19 - Quizvraag

Mi madre está en el jardín.
A
correcto
B
incorrecto

Slide 20 - Quizvraag

Juan está español.
A
correcto
B
incorrecto

Slide 21 - Quizvraag

Nosotros somos franceses.
A
correcto
B
incorrecto

Slide 22 - Quizvraag

Correcto o incorrecto:
Nosotros somos en la playa.
A
correcto
B
incorrecto

Slide 23 - Quizvraag

Sleep de blauwe woorden naar de gele woorden!
yo
él, ella, usted
nosotros
vosotros
ellos, ellas, ustedes
soy
eres
es
somos
sois
son

Slide 24 - Sleepvraag

Sleep het antwoord naar de juiste plek!
3.  Vosotros...........españoles.
1. María.........una chica muy inteligente.
2. Yo y Carlos................amigos.
5. Tú...........muy guapo.
4. María y Marta.................alumnas.
6. Yo.....profesor de español.
soy
eres
son
sois
somos
es

Slide 25 - Sleepvraag

¡Hola! yo __________ Francis. 
Juan vive en España.
Él ___________ español. 
Ana y Carlos _______________ amigos. 
¿De dónde ___________ tú?
Nosotros _____ de Barcelona.
soy
es
son
eres
somos

Slide 26 - Sleepvraag

Oefenen met regelmatige werkwoorden op -AR
YO
ÉL, ELLA, USTED
NOSOTROS, NOSOTRAS
VOSOTROS, VOSOTRAS
ELLOS, ELLAS, USTEDES
HABLO
BAILO
CANTA
BAILAN
ESCUCHAS
TOCAMOS
ESCUCHÁIS
BAILA
HABLAN
CANTAMOS
ESTUDIÁIS
HABLAS

Slide 27 - Sleepvraag

Oefenen met regelmatige werkwoorden op -ER
YO
ÉL, ELLA, USTED
NOSOTROS, NOSOTRAS
VOSOTROS, VOSOTRAS
ELLOS, ELLAS, USTEDES
COMO
APRENDES
BEBES
CORREMOS
VENDEN
APRENDEMOS
VENDÉIS
BEBE
COMEMOS
VENDO
APRENDEN
COME
CORRE
BEBÉiS

Slide 28 - Sleepvraag

Oefenen met regelmatige werkwoorden op -IR
YO
ÉL, ELLA, USTED
NOSOTROS, NOSOTRAS
VOSOTROS, VOSOTRAS
ELLOS, ELLAS, USTEDES
VIVÍS
VIVIMOS
ESCRIBE
VIVO
ABRO
ESCRIBIMOS
ABREN
VIVES
ESCRIBEN
VIVE

Slide 29 - Sleepvraag

YO
ÉL, ELLA, USTED
NOSOTROS, NOSOTRAS
VOSOTROS, VOSOTRAS
ELLOS, ELLAS, USTEDES
hablo
bebo
habláis
come
vivimos
escriben
vivís
hablan
preguntamos
vives
vende
compran
escuchas
escucháis
vive
bebemos
compro
bailas
bailáis
leemos
habla
leen
escuchas
pregunto

Slide 30 - Sleepvraag

Vervoeg de werkwoorden

Slide 31 - Tekstslide

Ellas....(acostarse)

Slide 32 - Open vraag

Tú.....(volver)

Slide 33 - Open vraag

Mis amigos....(salir)

Slide 34 - Open vraag

Tú.....(llamarse)

Slide 35 - Open vraag

Usted.....(llamarse)

Slide 36 - Open vraag

Mis padres.....(irse)a la playa.

Slide 37 - Open vraag

Voorzetsels 
In het Spaans gebruiken we veel voorzetsels. 
Veel werkwoorden hebben een 'vast' voorzetsel:
- ir + a (ir + en + transportmiddel)
- llegar + a
- volver + a

Let op: a + el = al / de + el = del


SP
NL
a
aan/naar/om
de
van
en
in/op
con
met
para
voor
por
via

Slide 38 - Tekstslide

Kies het juiste voorzetsels 

Slide 39 - Tekstslide

Vuelvo......... casa...... las cinco de la tarde.
A
a/a
B
con/de
C
al/de
D
de/con

Slide 40 - Quizvraag

Juego.........el parque..........mis amigos.
A
a/con
B
de/con
C
en/con
D
a/de

Slide 41 - Quizvraag

........la mañana voy al instituto.........bici.
A
a/con
B
de/con
C
por/en
D
a/de

Slide 42 - Quizvraag

Slide 43 - Tekstslide

Geef de juiste vervoeging van gustar:
A Ricardo y Pepe ... ............ mucho estudiar francés.

Slide 44 - Open vraag

Empezamos a trabajar U1C2
Verplichte opdrachten
Vocabulario U2 TB (in de klas) Opdr. 1 t/m 3, 5 en 6
Vocabulario U2 WB (huiswerk) opdracht. 1 t/m 3
Optionele opdrachten:
Vocabulario U1 WB (huiswerk) opdracht 7 en 8
 
¡Si terminas!/Als je klaar bent
Estudia el vocabulario unidad 2 (vanaf el videojuego t/m dibujar)





Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Video