H2 §4b Wat doe je voor het milieu?

Ik zit klaar voor de les:
  • Mijn spullen liggen op tafel (boek, pen, papier, laptop).
  • Telefoon is thuis of in mijn kluis
  • Mijn jas hangt aan de kapstok.
  • Ik heb geen pet of capuchon op.
  • Ik heb geen eten of drinken meer bij mij.
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Ik zit klaar voor de les:
  • Mijn spullen liggen op tafel (boek, pen, papier, laptop).
  • Telefoon is thuis of in mijn kluis
  • Mijn jas hangt aan de kapstok.
  • Ik heb geen pet of capuchon op.
  • Ik heb geen eten of drinken meer bij mij.

Slide 1 - Tekstslide

Rekenvraag:
Een ijssalon verkoopt in een week 2.800 bollen ijs. 43% daarvan is vanille. Hoeveel bollen zijn dat?

Slide 2 - Open vraag

H2 §4b Wat doe je voor het milieu?

Slide 3 - Tekstslide


Deze les:
  • Terugblik
  • Huiswerk bespreken
  • Instructie
  • Opdrachten maken 
  • Evalueren hoe de les ging

Slide 4 - Tekstslide


Terugblik:
De vorige les hebben we het gehad over:
milieuschade en energiekosten

Slide 5 - Tekstslide

Welke vormen van milieuschade zijn er?

Slide 6 - Woordweb

milieuschade
Er zijn verschillende soorten milieuschade:
  • water-, bodem- en luchtvervuiling, bijvoorbeeld het gebruik van landbouwgif of uitlaatgassen
  • verbruik van grondstoffen zoals grondwater, hout en aardolie
  • verstoring van de leefomgeving, zoals klimaatverandering 
  • het ontstaan van afval

Slide 7 - Tekstslide

Huiswerk nakijken
Zijn er nog vragen over het huiswerk ?
2, 5 & 6 (blz 52-53)

Let op:
Kijk je huiswerk nu na!

Slide 8 - Tekstslide


Lesdoel:

Ik weet:
  • welke maatregelen de overheid en jij kunnen nemen om het milieu te sparen
  • wat maatschappelijke kosten zijn

Slide 9 - Tekstslide

Meer schone energie?
  • Door energiebelasting te heffen probeert de overheid het verbruik van energie door huishoudens te verminderen.
  • Aan de andere kant stimuleert de overheid het verbruik van duurzame energie. 

Slide 10 - Tekstslide

Meer schone energie?
  • Enkele voorbeelden van het stimuleren van duurzame energie door de overheid, zijn:
  • Subsidie (= een financiële bijdrage) als je een zonneboiler of warmtepomp koopt
  • Leningen met een lage rente voor energiebesparende aanpassingen aan je huis
  • Geen BTW (=21%) hoeven betalen als je zonnepanelen koopt

Slide 11 - Tekstslide

Terugverdientijd
Elke energiebesparende aanpassing heeft een terugverdientijd. 
Dat is de tijd waarin je zoveel hebt gespaard, dat je daarmee de aanschaf hebt terugverdiend.

Bijvoorbeeld: 
  • Als je in je woning enkel glas vervangt voor HR++ glas, dan kost dat € 3.500. 
  • Maar daarmee bespaar je aan energiekosten € 350 per jaar.
  • In 10 jaar heb je 10 x € 350 = € 3.500 bespaard aan energiekosten. 
  • De terugverdientijd is dus 10 jaar

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Wat is de terugverdientijd
van Isoleren van
de vloer?
A
5 jaar
B
7 jaar
C
10 jaar
D
28 jaar

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de terugverdientijd
van Isoleren van
de spoumuren?
A
1/2 jaar
B
2 jaar
C
iets meer dan 3 jaar
D
4,5 jaar

Slide 15 - Quizvraag

Sara koopt zonnepanelen.
Ze verwacht jaarlijks 2.500 kWh (kilowattuur) op te wekken.
De prijs voor stroom is nu € 0,89.
Hoeveel bespaart zij daar jaarlijks mee op haar energierekening?

Slide 16 - Open vraag


De aanschafprijs van zonnepanelen is € 4.700 inclusief BTW.
Waarom betaalt Sara minder dan € 4.700?

Slide 17 - Open vraag


Sara had het geld ook kunnen lenen om de zonnepanelen te kopen.
Dan wordt de terugverdientijd..
A
korter
B
langer

Slide 18 - Quizvraag


Waarom wordt de terugverdientijd dan langer?

Slide 19 - Open vraag

Maatschappelijke kosten
Vaak draait niet alleen de vervuiler op voor de kosten. 
Ook de samenleving heeft er last van. 
 Als de samenleving nadelen ondervindt en meebetaalt aan het voorkomen of herstellen hiervan, zoals bij milieuschade, spreek je van maatschappelijke kosten.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Bij de aanleg van deze snelweg is milieuschade ontstaan.

Geef een voorbeeld van milieuschade die niet in geld is uit te drukken

Slide 22 - Open vraag

Je voetafdruk

Slide 23 - Tekstslide

Jouw voetafdruk
Wetenschappers bepalen de schade die je veroorzaakt door de grootte van je voetafdruk te berekenen.
Je voetafdruk is het aantal vierkante meters van de aarde dat je per jaar nodig hebt voor wat je allemaal consumeert (koopt). 
De gemiddelde Nederlander heeft een voetafdruk van 6,2 hectare (een hectare is 10 000 m2).

Slide 24 - Tekstslide

Bekijk wat jouw voetafdruk is:
https://voetafdruktest.wwf.nl/

Slide 25 - Tekstslide


Evaluatie:
  1. Wat was het lesdoel?
  2. Hoe ging het vandaag?
  3. Wat is het huiswerk:

Slide 26 - Tekstslide

Huiswerk:
Maak opdracht:
K: 2, 4 & 5 (40-41)
TL: 2, 3 & 5 (40-41)

Slide 27 - Tekstslide