BG2 - Module 2 - Les 4

• Beroepsgericht
• MBO
• Studiejaar 1

Beroepsgericht 2

Module 2 - Les 4

Ken je iemand in je omgeving met het syndroom van down?

Syndroom van down

Hoe wordt de diagnose Syndroom van Down gesteld?

Diagnose 

NIPT-test

Bloedafname moeder, zitten cellen in van de placenta (DNA) wordt onderzocht op chromosoomafwijkingen

Vlokkentest of vruchtwaterpunctie

Vlokkentest worden cellen uit de placenta gehaald via vagina of buikwand

Vruchtwaterpunctie wordt vruchtwater uit de baarmoeder gehaald door punctie via buikwand

De vlokkentest levert DNA van de placenta, dat bijna altijd hetzelfde is als dat van de baby De vruchtwaterpunctie levert DNA van de baby zelf. Nadeel kans op miskraam.

Na de geboorte: uiterlijke kenmerken en chromosoomonderzoek 

Kenmerken

• Scheefstaande ogen
  
• Een extra huidplooi over de binnenste ooghoeken (amandelvormige ogen)
  
• Een kleine schedel en relatief weinig achterhoofd
  
• Asymmetrisch oren
  
• Een relatief kleine mond en een dikke gegroefde tong
  
• Een brede korte nek
  
• Korte armen, benen en voeten
  
• Korte brede handen
  
• Kleine kromme pinken
  
• Ruimte tussen de eerste en tweede teen

Welke ziektebeelden komen voor?

• Maag-, darm- of hartproblemen
  
• Problemen met het gehoor
  
• Epilepsie
  
• Herseninfarcten
  
• Diabetes
  
• Dementie op jonge leeftijd

Waar of niet waar?

Het syndroom van Down is erfelijk.

Waar of niet waar?

Mensen met het syndroom van Down kunnen zelfstandig wonen en werken.

Waar of niet waar?

Mensen met het syndroom van Down hebben vaak gezondheidsproblemen.

Waar of niet waar?

Mensen met het syndroom van Down zijn altijd vriendelijk en vrolijk.

Waar of niet waar?

Het syndroom van Down wordt altijd gediagnosticeerd bij de geboorte.

Opdracht: gezondheidskenmerken

- Maak een collage/lijst met lichamelijke/psychische gezondheidskenmerken van een gezond persoon en een persoon met het syndroom van Down. 

- Benoem daarin duidelijk de verschillen wat je ziet tussen de 2

Dit is een oefening voor meetmoment B1-K1-W1

Opdracht: ondersteuningsvragen

Aan de hand van deze lijsten, welke ondersteuningsvragen kunnen er zijn voor personen met het syndroom van down?

Vanuit de beginsituatie en analyse van het probleem kun je een ondersteuningsvraag formuleren

“Ondersteun mij….”

“Biedt mij…..”

“Help mij…..”

Belangrijk om hiermee te oefenen, dit komt ook terug in B1-K1-W1

Welke ondersteuningsvragen kan jij formuleren a.d.h.v. het filmpje?

Casus Samira

Les 1	Beeldvorming enquête mensen met een verstandelijke beperking
Les 2	Casus John met ondersteuningsvragen
Les 3	Kahoot mensen met een verstandelijke beperking
Les 4	Collage/lijsten met gezondheidskenmerken EN ondersteuningsvragen
Les 5	Tekenen a.d.h.v. wat je voelt (dementie)
Les 6	Ondersteuningsvragen NAH EN gedicht/lied/tekening Isabella
Les 7	Lijsten gezondheidskenmerken motorische beperking en 3-fasenplan activiteit
Les 8	Ondersteuningsvragen doof-/blindheid EN blind tekenen

Portfolio-opdrachten BG2 - Module 2