Paragraaf 3.3 en 3.4

Deze les
Terugblik
Uitleg
Aan de slag
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Deze les
Terugblik
Uitleg
Aan de slag

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik op vorige les

Slide 2 - Tekstslide

Uitleg 3.3
Gaat de lijn omhoog? Stijgen
Gaat de lijn omlaag? Dalen
Blijft de lijn op hetzelfde niveau? Constant

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen 
3.3 Grafieken aflezen
  • Ik kan de waarde uit een grafiek aflezen.  
  • Ik kan aanwijzen waar een grafiek sneller daalt of sneller stijgt.                               
  • Ik zie waar een grafiek steiler stijgt of daalt.  

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen 
bereikt?
  • Ik kan de waarde uit een grafiek aflezen.    
  • Ik kan aanwijzen waar een grafiek sneller daalt of sneller stijgt.                                   
  • Ik zie waar een grafiek steiler stijgt of daalt.  

Slide 5 - Tekstslide

Hoe laat is het precies 20 graden Celsius?
A
14 uur
B
16 uur
C
18 uur
D
20 uur

Slide 6 - Quizvraag

Hoeveel graden was het om 6 uur?
A
20 graden
B
15 graden
C
10 graden
D
5 graden

Slide 7 - Quizvraag

Paragraaf 3.4
Grafieken zelf tekenen:
- Let op de lengte van de horizontale as /x-as
- Let op de lengte van de verticale as/y-as
- Kies de juiste stapgrootte op beide assen (dat hoeft niet voor beide assen dezelfde stapgrootte te zijn)!
- Zet de juiste namen bij de assen.

Slide 8 - Tekstslide

Zelf een grafiek tekenen


De bovenste regel van de tabel hoort ALTIJD bij de horizontale as.
De onderste regel van de tabel hoort ALTIJD bij de verticale as.

Slide 9 - Tekstslide



De horizontale as moet van 0 t/m 6 lopen, met een stapgrootte van 1.
De verticale as moet van 0 t/m 30 lopen met een stapgrootte van ...........

Slide 10 - Tekstslide

Horizontale as is van 0 t/m 6,
met een stapgrootte van 1.

Verticale as is van 0 t/m 30,
met een stapgrootte van 3.

Slide 11 - Tekstslide

Namen bij de assen


De naam bovenin de tabel, staat bij de horizontale as.

De naam onderin de tabel, staat bij de verticale as.

Slide 12 - Tekstslide

Coördinaten intekenen


De bovenste en onderste waarde in de tabel vormen samen een coördinaat:
(0,0), (1,6), (2,9), (3,10), (4,15), (5,25) en (6,30)

Slide 13 - Tekstslide

Grafiek tekenen


Nu hoef je alleen nog maar de coördinaten te verbinden met rechte lijnen.

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag
Paragraaf 3.3: maken: 16, 17, 19 en 20
kiezen uit O18 of U3

Paragraaf 3.4: maken: 22, 23, 25 en 27
kiezen uit O24 of U4
timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide