Fuente G + H

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

       Español & los colores 

Schrijf je in het Nederlands 

de landen, talen en nationaliteiten met een klein of hoofd letter?

In het Spaans schrijf je  

landen met een hoofdletter maar de talen en nationaliteiten met een kleine letter. 

Países (=landen)

Holanda, España, Alemania, Francia, Italia, etc. 

Nacionalidades (=nationaliteiten)

holandés, holandesa, español, española, alemán, alemana, francés, francesa, etc. 

Idiomas (=talen)

holandés, español, alemán, francés, italiano, etc. 

¡A trabajar!

1. Verzin drie zinnen in het Spaans: Een met een land,
   een met een nationaliteit en een met een taal. 

2. Maak opdracht 17 en 18C+D

Haz el ejercicio 17 y 18c+d

en la página 18-19 en tu libro de trabajo.

Schrijf je in het Spaans 

de landen, talen en nationaliteiten 

met of zonder hoofdletter?

       Español & los números 

En la página 15 en tu libro 

de texto. 

Wanneer zou je de getallen
in het Spaans kunnen gebruiken?

¿Cuál es tu número de teléfono?

Mi número de teléfono es el ...

1. Verzin een telefoonnummer
2. Zeg het hard op en de ander schrijft het op. 

Opdracht 19B

Opdracht 19C

Haz el ejercicio 21 en la página 21 

en tu libro de trabajo.

Aprende (=leer) los números del 0 al 20.

¿Cuánto vale(n) ...?

Una Coca-Cola €2

Un sandwich 

€6

Unos churros

€3

Una pizza €11

Tres Starbucks €18

Unas patatas fritas €5